Gevoelige all-in-one: de Asus ET2010

Software en onderdelen

ET2010PNT

De PNT-versie bevat een Intel Atom D510-processor. Deze chip is op 45nm gebakken en draait op 1,6GHz. Het grafische werk wordt verzorgd door een Nvidia Ion2-gpu met 512MB ddr3-geheugen. Er is 2GB ddr2-werkgeheugen aanwezig, dat op 800MHz is geklokt, terwijl data wordt opgeslagen op een 500GB grote sata-300-schijf uit de stal van Seagate.

ET2010AGT

Het AGT-model bevat een ATI RX780-chipset met een Athlon X2 250u-processor. Deze relatief nieuwe processor van AMD is net als de Atom D510 op 45nm gebakken en op 1,6GHz geklokt. De cpu heeft een tdp van 25W. Asus heeft dit model voorzien van 4GB op 1066MHz geklokt ddr3-geheugen en een Mobility Radeon HD 5470 met 512MB ddr3. Ook hier heeft Asus gekozen voor een 500GB-schijf van Seagate.

Aansluitingen

Aan de zijkant van het systeem vinden we de dvd-speler, de kaartlezer, twee usb-poorten en de audio-aansluitingen. Asus heeft gekozen voor een slimline laptopdrive, die nogal gammel aanvoelt als hij uitgeschoven is. Achterop heeft Asus nog vier usb-poorten, een 10/100/1000-ethernetpoort en een hdmi-aansluiting weggewerkt. De hdmi-poort is een ingang, waardoor de all-in-one ook als monitor te gebruiken is. Verder is het mogelijk om het systeem vast te zetten met een kensington-slot. Op draadloos gebied is er ondersteuning voor wifi-n.

Touchscreen

Voorheen werd bij all-in-one systemen vaak gebruikgemaakt van een resistief scherm omdat deze relatief goedkoop te fabriceren zijn, vooral bij grotere afmetingen. Het nadeel van resistieve schermen is dat ze minder gevoelig zijn en tot voor kort geen multitouch ondersteunden.

Een ander type is het capacitieve touchscreen, dat veel wordt gebruikt voor smartphones en kleine tablets. Zulke schermen hebben een betere gevoeligheid en bieden multitouchondersteuning, maar zijn duur om te fabriceren en nog niet beschikbaar in grote afmetingen.

Asus heeft dan ook gekozen voor een touchscreen dat op optische technologie is gebaseerd. Optische touchscreens zijn nog niet zo lang beschikbaar, maar maken een gestage opmars in de beeldschermmarkt. Bij deze techniek is niet het scherm zelf aanrakingsgevoelig, maar worden de vingerbewegingen geregistreerd met infraroodtechnologie in de behuizing. Het scherm is hierbij iets in de bezel verzonken, waardoor er ruimte vrijkomt voor het plaatsen van infrarood-leds en -sensoren. Met deze techniek kunnen fabrikanten voor relatief weinig geld multitouchondersteuning aan een scherm toevoegen.

Software

Asus levert redelijk wat programma's mee, van een snelstart-dock en memo-software tot spelletjes. Deze applicaties worden, nadat het systeem voor de eerste keer gestart wordt, apart geïnstalleerd. Dit proces duurt zo'n twintig minuten. Of dit de het wachten waard is, is natuurlijk subjectief, maar waarschijnlijk zullen veel mensen de extra programma's als bloatware ervaren. Voor de kleintjes zijn de extra spellen misschien leuk, maar verder voegen de programma's weinig aan Windows toe. Asus heeft bovendien een kans gemist door geen software mee te leveren die voor touchscreengebruik is geoptimaliseerd.

Warmte en lawaai

De keuze om bij beide modellen voor low-power hardware te kiezen heeft een gunstig effect op de warmteontwikkeling en de geluidsproductie. Bij normaal gebruik zijn de systemen bijna niet te horen; het geluidsniveau is dan vergelijkbaar met dat van een moderne laptop. Als de systemen, en in het bijzonder de videokaart, zwaar belast worden, beginnen de fans harder te draaien. Zeker de ventilator op de HD 5470 komt dan op stoom, maar ook hierbij komt het geluidsniveau nog lang niet in de buurt van een normale pc onder belasting.

• Volgende pagina 5. Benchmarks