Samengevat
De be quiet Pure Rock 3 is een compacte en betaalbare processorkoeler die goede koelprestaties neerzet. Hij kan beter af met een hoger vermogen dan zijn voorganger, al onderscheiden de koelprestaties zich alleen bij 20dB(A) en hoger. Gezien zijn afmetingen is daar weinig op aan te merken, maar voor hetzelfde bedrag blijft de Arctic Freezer 36 vooralsnog de onverslagen concurrent.
Recent namen we een reeks processorkoelers van maximaal 30 euro op de proef in onze round-up, waar be quiet met zijn Pure Rock 2 aan deelnam. De fabrikant brengt vandaag de opvolger van dit model uit: de be quiet Pure Rock 3. Deze koeler krijgt eveneens een adviesprijs van 30 euro mee. Met onze verse testmethode gereed, gingen wij aan de slag om be quiets nieuwste telg uit het betaalbare segment te vergelijken met zijn voorganger en met de concurrentie.
De introductie van de Pure Rock 3 staat niet op zichzelf. Be quiet brengt namelijk ook de Pure Rock 3 Pro uit, een grotere koeler met twee towers en twee ventilators. Ook is er de Pure Rock 3 LX, die hetzelfde koelblok heeft als de normale Pure Rock 3, maar dan met een rgb-verlichte Light Wings LX-ventilator.
Be quiet Pure Rock 3 versus Pure Rock 2
Gezien de naam en de prijs ligt het voor de hand om de Pure Rock 3 met zijn voorloper te vergelijken. Dan valt vooral op dat de 3 een veel kleiner koelblok heeft gekregen dan de Pure Rock 2. De diepte is teruggebracht van 62 naar 46mm. Dat is een flinke afname, wat de koeler meer doet lijken op andere compacte towerkoelers zoals de Gelid Tranquillo 5 en de Cooler Master Hyper 212. De vier direct-touchheatpipes zitten bij de coldplate dicht tegen elkaar aan en verspringen op de Pure Rock 3 wel, wat op de 2 nog niet het geval was. Ook is het uiteinde van de heatpipes helemaal niet meer zichtbaar. Met de meegeleverde Pure Wings 3-ventilator kiest be quiet voor een hoger maximum toerental van 2000, tegenover 1500 op de Pure Rock 2. Onder de streep komt het tdp volgens de fabrikant uit op 190W, een toename van 40W ten opzichte van de Pure Rock 2.
In tegenstelling tot de Pure Rock 2 komt de 3 er enkel in een zwarte uitvoering. Althans, voor verkoop aan consumenten. Professionele systeembouwers kunnen wel de Pure Rock 3 met ongespoten, zilverkleurig koelblok bemachtigen die 25 euro zou moeten kosten. De socketondersteuning ontloopt elkaar niet zoveel. Wel gebruikt be quiet nu een mountingkit met de mogelijkheid een offset voor AMD-processors te gebruiken, wat op AM5-cpu's voor betere koelprestaties moet zorgen. Op de Pure Rock 3 zit standaard drie jaar fabrieksgarantie.
Be quiet |
Pure Rock 3 |
Pure Rock 2 |
Huidige prijs |
€ 30,40 |
€ 35,01 |
Tdp |
190W |
150W |
Ventilator(s) |
1x Pure Wings 3 120mm pwm (max 2000rpm) |
1x Pure Wings 3 120mm pwm (max 1500rpm) |
Heatpipes |
4x 6mm |
4x 6mm |
Afmetingen (d x b x h) |
71 x 124 x 154mm |
88 x 121 x 155mm |
Afmetingen koelblok (d x b x h) |
46 x 124 x 154mm |
62 x 121 x 155mm |
Ondersteunde sockets AMD |
AM5/AM4 |
AM5/AM4 |
Ondersteunde sockets Intel |
1851/1700/ 1200 1150/1151/1155 |
1851/1700 1200 1150/1151/1155 2066/2011(-3) |
Be quiet Pure Rock 3 versus Pure Rock 2
In onze testmethode voor processorkoelers lees je uitgebreider hoe wij cpu-koelers testen. Op deze pagina geven we er een kort overzicht van.
De test van een processorkoeler begint bij Tweakers met een geluidsmeting. Bij het testen van cpu-koelers zijn we vooral geïnteresseerd in de efficiëntie: hoe verhouden de koelprestaties zich tot de geluidsproductie? Een koeler die goede prestaties levert, maar extreem veel lawaai produceert, is immers minder aantrekkelijk dan een model dat deze koelprestaties benadert bij een veel lager geluidsniveau. Om een gelijk speelveld te creëren, testen we alle koelers eerst op geluidsproductie, met een Larson Davis 831C-geluidsmeter gekoppeld aan een 378A04-microfoon die is voorzien van een voorversterker. Daarmee kunnen we nauwkeurig meten. De meter heeft een lage ruisvloer van 5,5dB(A). Vanwege onvermijdelijk omgevingsgeluid is de ruisvloer van onze geluidsarme ruimte ongeveer 10dB(A). Om een veilige marge te nemen, hanteren we 12dB(A) als ondergrens.
In onze geluiddichte kamer meten we bij processorkoelers op 50cm afstand wat de geluidsproductie is als de ventilator op volle snelheid draait, oftewel de maximale fanduty via pwm. Vervolgens noteren we bij welk toerental de ventilator 30 en 20dB(A) produceert, net als bij onze vorige testmethode. We hebben voor deze waarden gekozen omdat 30dB(A) overeenkomt met de gemiddelde geluidsdruk in een huiskamer. De lagere waarde van 20dB(A) ligt precies 10dB(A) daaronder, wat het menselijk gehoor ervaart als een halvering of verdubbeling van het geluid. Ten slotte proberen we de ventilator van een processorkoeler ook nog 15dB(A) te laten produceren. Als de ventilator daartoe (stabiel) in staat is, nemen we ook de koelprestaties voor dit allerlaagste, praktisch onhoorbare geluidsniveau mee. Deze laatste test is voor de echte stiltefanaten bedoeld en zal voor de gemiddelde gebruiker waarschijnlijk minder relevant zijn. Uiteraard kunnen niet alle koelers aan al deze tests meedoen; sommige zijn daar ofwel te luid ofwel te stil voor, of de temperatuur loopt simpelweg te ver op om de test veilig op het gekozen toerental te kunnen voltooien.
Vermogenstest
Onze nieuwe testopstelling is opgebouwd rondom een zelfontworpen pcb waarop een keramische vermogensweerstand van Bach RC is geplaatst. Deze weerstand meet 14 bij 22mm, wat een oppervlak van 308mm² betekent. Net als bij onze vorige testmethode kiezen we ook nu voor vermogensweerstanden in plaats van een echte processor als warmtebron. Dit doen we omdat we hiermee veel nauwkeuriger de vermogensafgifte kunnen bepalen dan met een echt systeem. Zelfs met alle turbofunctionaliteiten uitgeschakeld en met vaste spanningen heeft een echt systeem nog steeds fluctuaties in de daadwerkelijke vermogensafgifte, aangestuurd door de vele sensors op een moderne processor.
We gebruiken twee Siglent SPS5042X-labvoedingen in serie om het gewenste vermogen te genereren voor de weerstand onder de processorkoeler. We gebruiken een ATmega32U4-microcontroller gekoppeld aan een MAX31855-thermokoppelversterker, waaraan een thermokoppel zit om de temperatuur te meten. Om de ventilator(s) op de processorkoeler aan te sturen, gebruiken we een zelfgemaakte pwm-controller, die eveneens gebaseerd is op de ATmega32U4-microcontroller en die we ook gebruiken voor onze ventilatortestmethode.
Bij onze nieuwe testopstelling monteren we processorkoelers met de meegeleverde mounting bedoeld voor Intels LGA 1700/1851-socket. Elke koeler wordt gemonteerd bovenop een originele heatspreader van een Intel LGA 1700-processor. Onder deze heatspreader is de keramische vermogensweerstand geplaatst. Om de montage van koelers zo consistent mogelijk te laten zijn en om de heatspreader zo vlak mogelijk te houden, gebruiken we als extra versteviging de Thermal Grizzly 13th/14th Gen CPU Contact Frame van der8auer. Als koelpasta tussen de heatspreader en de betreffende processorkoeler gebruiken we altijd Gelid GC-Extreme.
:strip_exif()/i/2007287834.jpeg?f=imagenormal)
Warmtetest
Voor de warmtetests met processorkoelers blijven we onze huidige testkamer gebruiken. Deze bestaat uit een geïsoleerde box met een testcompartiment van 55x55x28cm. Aan de voorzijde van dit compartiment zitten drie Phanteks PH-F120T30-ventilators die lucht aanvoeren, terwijl aan de achterzijde één F120T30 is geplaatst. In een gevouwen luchtkanaal aan de voorzijde van de kast zijn twee Selfa-warmte-elementen van 400W aangebracht, elk voorzien van een ventilator. Vlak voor de ingang van de testkamer is een temperatuursensor aangebracht die meet hoe warm de lucht is die de testkamer wordt ingeblazen. Door middel van een closed-loopsysteem met een Rex-c700-pid-controller kunnen we de temperatuur zeer constant houden. De pid-controller meet namelijk continu wat de temperatuur van de aangevoerde lucht is, waarna de controller indien noodzakelijk extra warmte kan laten opwekken door de warmte-elementen. Op deze manier kunnen we de temperatuur in de warmtebox nauwkeurig aansturen en heel constant houden.
:strip_exif()/i/2007287848.jpeg?f=imagenormal)
Om verschillende redenen hebben we bij onze tests gekozen voor een luchttemperatuur van 35 graden. Ten eerste zijn de warmte-elementen onder alle omstandigheden krachtig genoeg om deze temperatuur vast te houden, zelfs als de omgevingstemperatuur slechts 18 graden is. Daarnaast wordt het in ons testlab (hopelijk) nooit warmer dan 35 graden, zodat we nooit lucht aanvoeren die warmer is. Bovendien is de aanwezigheid van enige warmte rondom de koeler realistisch, want in een echt systeem produceren andere componenten, zoals de voeding, het moederbord en de videokaart, ook warmte. De basistemperatuur moet niet te hoog worden, omdat we willen zien waartoe de cpu-koelers in staat zijn. Een omgevingstemperatuur van 35 graden is, zo hebben we ook in afzonderlijke tests voor behuizingen gezien, een representatieve weergave van de temperatuur in een echt systeem.
De warmtetest duurt na het opwarmen tien minuten. We hebben voor die tijdsduur gekozen omdat uit onze tests blijkt dat elke luchtkoeler dan zeker ‘verzadigd’ is en de doeltemperatuur voor onze test is bereikt. We meten de stand van zaken echter niet enkel op dat moment; de hele duurtest wordt gelogd, waarbij elke seconde een waarde wordt genoteerd. De temperatuur die we uiteindelijk rapporteren, is het 98e percentiel van de hele log. Kort gezegd gooien we de hoogste 2 procent van de gelogde waarden weg om incidentele uitschieters uit de analyse te houden. De hoogste temperatuur van de resterende 98 procent van de waarnemingen is het 98e percentiel. Dit percentiel sluit naar ons idee beter aan bij het doel van de duurtest dan het noteren van een eventuele kortstondige maximumtemperatuur.
Met onze geluidsmeting testen we alle koelers op maximale ventilatorsnelheid en op drie specifieke geluidsniveaus, waarbij we de toerentallen noteren om vervolgens te gebruiken in de vermogenstest. Koelers die niet stabiel kunnen werken op een specifiek geluidsniveau, ontbreken om die reden in de betreffende grafiek. De geluidsdruk op maximale ventilatorsnelheid kan interessant zijn voor wie een processorkoeler zoekt die onder alle omstandigheden een lage geluidsproductie geeft, maar deze resultaten zeggen nog niets over hoe efficiënt een koeler presteert.
Op maximale ventilatorsnelheid draait de Pure Wings 3-ventilator op de nieuwe Pure Rock sneller dan zijn voorganger. De geluidsproductie ligt ook hoger. Op 20dB(A) en 30dB(A) kan de Pure Rock 3 wat sneller draaien dan de Pure Rock 2, terwijl dat bij 15dB(A) juist andersom is.
- Geluidsdruk 100%
- Toerental 100%
- Toerental 30dB(A)
- Toerental 20dB(A)
- Toerental 15dB(A)
Op deze pagina bespreken we de testresultaten van de koelers op het testplatform in onze warmtebox. Tijdens onze geluidstest hebben we genoteerd bij welke fanduty elke koeler 30dB(A), 20dB(A) en 15dB(A) aan geluidsdruk levert. Daarnaast testen we de koelprestaties met een fanduty van 100 procent, dus wanneer de ventilator(s) op maximale snelheid draaien. Lukt het een koeler niet om bij een bepaald vermogen de temperatuur van ons testplatform onder de 96 graden Celsius te houden, dan wordt de test onmiddellijk gestopt. Het kan dus voorkomen dat een koeler bijvoorbeeld in de grafieken van 100 procent ventilatorsnelheid en 30dB(A) wel verschijnt, maar ontbreekt bij 20dB(A) en 15dB(A) als de temperatuur daar te hoog werd.
Op 160W zit de Pure Rock 3 bij 20 en 30dB(A) op het niveau van de Pure Rock 2. Laatstgenoemde koeler is bij 15dB(A) vervolgens iets beter, be quiets nieuwe koeler is hier wat minder sterk. Op volle ventilatorsnelheid gaat de Pure Rock 3 vervolgens wel zijn voorganger voorbij.
Op 220W begint het interessanter te worden, want hier begint de Pure Rock 2 het wat zwaarder te krijgen en kan de Pure Rock 3 beter zijn meerwaarde bewijzen. Het hoger opgegeven tdp van de Pure Rock 3 ten opzichte van de 2 blijkt niet uit de lucht gegrepen, want de koeler zet op 20 en 30dB(A), én op maximale snelheid betere koelprestaties neer. Op 15dB(A) is het verschil tussen de twee erg klein, en is de Pure Rock 2 niet meer in het voordeel zoals hij bij 160W nog was.
Cpu 160W
- 30dB(A) - 160W
- 20dB(A) - 160W
- 15dB(A) - 160W
- 100% - 160W
Cpu 220W
- 30dB(A) - 220W
- 20dB(A) - 220W
- 15dB(A) - 220W
- 100% - 220W
Be quiet zet met de Pure Rock 3 een prima presterende processorkoeler neer die ongeveer 30 euro moet gaan kosten. Zijn voorganger presteerde al best goed, maar de nieuwe Pure Rock doet het nog net iets beter. Dat is best knap gezien het koelblok zelf juist een stuk compacter is geworden. Om beter dan de Pure Rock 2 te presteren, is het koelblok van de Pure Rock 3 wel iets afhankelijker van enige luchtstroom. In onze 15dB(A)-test draaien de ventilators erg langzaam, en lukt het de nieuwe be quiet dan niet om zijn voorloper te verslaan. Op 20 en 30dB(A) lukt dat wel als we het vermogen opschroeven naar 220W. Ook op maximale ventilatorsnelheid is de Pure Rock 3 beter dan de 2, mede dankzij een hoger toerental. Daar staat ook een iets hogere maximale geluidsproductie tegenover.
Lastiger voor be quiet is dat Arctic met zijn Freezer 36 de lat behoorlijk hoog heeft gelegd. Deze koeler wint van de Pure Rock 3 in al onze tests en is voor vrijwel dezelfde prijs verkrijgbaar. Maar ben je op zoek naar een compacte en betaalbare processorkoeler, en heb je om wat voor reden dan ook een voorkeur voor een model met één ventilator, dan is de be quiet Pure Rock 3 een goede optie. Als extra voordeel heeft hij de mogelijkheid tot offsetmounting voor optimale koeling op AM5. Wel was het leuk geweest als be quiet de ongespoten, zilverkleurige versie van de Pure Rock 3 met zijn iets lagere prijs ook beschikbaar had gemaakt voor consumenten.