Samengevat
De Home Assistant Green is het afgeslankte jonge broertje van de Home Assistant Yellow. Dat maakt de Green wat goedkoper, maar niet zo goedkoop als alternatieve hardwareplatforms. De Green wordt kant-en-klaar met Home Assistant geleverd en zit in een nette behuizing met een prominent Home Assistant-logo op de bovenzijde. Die behuizing voelt wat steviger aan dan die van de Yellow, wellicht ook omdat het niet de bedoeling is deze makkelijk open te maken, want intern uitbreiden of upgraden met andere hardware is niet mogelijk bij de Green. De USB-aansluitingen bieden wel de mogelijkheid om extra hardware zoals een Zigbee-radio aan te sluiten, maar er zijn maar twee stuks beschikbaar en deze zijn wat krap geplaatst ten opzichte van de overige aansluitingen. Het is zeker een fijn, gebruiksklaar apparaatje, waarmee je het achterliggende platform steunt, wat je terugziet in de prijs.
Het kan maar niet op met artikelen over Home Assistant dit jaar. Dat heeft onder andere te maken met de grote stappen die het platform en het bedrijf erachter, Nabu Casa, hebben gezet. Behalve met de productie van Home Assistant en het bijbehorende cloudplatform houdt het bedrijf zich ook al enige tijd bezig met hardware. Dat begon allemaal met de Home Assistant Blue, een herverpakte Odroid N2+-singleboardcomputer die kant-en-klaar geleverd werd met Home Assistant voorgeïnstalleerd. Later kwam hier de Home Assistant Yellow bij, gebaseerd op een Raspberry Pi Compute Module 4, voorzien van een gecombineerde Zigbee- en Threadradio, en uit te breiden met een NVMe-ssd of AI-accelerator. De radiomodule van de Yellow is ook los verkrijgbaar met een USB-connector: de Skyconnect.
De Blue is al even niet meer beschikbaar, maar er is sinds kort een alternatief, in de vorm van de Green. De prijs van de Green ligt een stukje lager dan die van de Yellow. Hij is dan ook wat afgeslankt. De basis wordt niet gevormd door een Compute Module die je kunt vervangen, maar door een vaste Rockchip-soc. Ook de radiomodule ontbreekt, evenals het M.2-slot. Een afgeslankte versie dus, waarbij je je misschien afvraagt voor wie de Green is en hoe de prestaties zijn ten opzichte van de Yellow.
Wat krijg je?
De Home Assistant Green komt in een ongebleekte kartonnen verpakking met tweekleurige bedrukking. In de doos treffen we het apparaat zelf, een netspanningsadapter, een ethernetkabel, en de onvermijdelijke garantieaanwijzingen en snelstarthandleiding. Het is vriendelijk dat er een netwerkkabel wordt meegeleverd, maar met een groene blik bezien is het jammer dat het kabeltje en de Green zelf allebei in een plastic zakje zijn verpakt. De voedingsadapter is een universeel type met opzetstukjes voor verschillende types wandcontactdozen. De uitvoerspanning is 12V en het maximale vermogen is 12W.
De hardware van de Green is verpakt in een behuizing die beter aanvoelt dan de Yellow, die een beetje rammelde en niet heel solide overkwam. Het grote verschil is natuurlijk dat de Yellow gemaakt is om makkelijk geopend te worden en er ook nog een koelblokje moet worden geassembleerd op de Compute Module. De koeling van de green wordt verzorgd door de onderzijde van de behuizing: een metalen koelblok van 0,3mm dikte met ribben van 0,5mm. Het gewicht van dit blok helpt een hoop om het apparaat solide aan te laten voelen. Het koelblok is niet voorzien van voetjes, wat een aantal nadelen heeft. Het apparaat kan er makkelijk door schuiven en een vuile of ruwe ondergrond kan op den duur het koelblok bekrassen, wat het uiterlijk niet mooier maakt, al gaat het dan enkel om de onderzijde. Een ander nadeel is het gebrek aan wandmontagepunten, wat vervelend is als je het apparaat naast je router aan de muur wil monteren. De bovenzijde van de behuizing is van halfdoorzichtig polycarbonaat, waarin het logo van Home Assistant is verwerkt.
Aan de connectorzijde van de behuizing vinden we een voedingsaansluiting, twee USB-aansluitingen, HDMI, een SD-kaartslot, een ethernetaansluiting en een drukknop. Dat is een heel rijtje voor een klein apparaat en het betekent dan ook dat de kabels elkaar snel in de weg gaan zitten. In de praktijk kreeg ik te maken met ruzie tussen de voedingsplug en een Sonoff-Zigbee-adapter die wel wat dikker is uitgevoerd dan veel andere USB-apparatuur. Een USB-verlengkabel lost dit op en is in het geval van een Zigbee-adapter altijd goed om te gebruiken om eventuele interferentieproblemen te voorkomen.
Als de bovenzijde is verwijderd, valt op dat het ‘deksel’ drie lightguides lijkt te hebben, die op witgedrukte punten van het pcb terechtkomen. De Green heeft drie statusleds, maar deze zitten op een andere positie; wellicht betreft het een idee dat in de ontwerpfase is gesneuveld of nog wacht op een nieuwe pcb-revisie. Het pcb dat wij tot onze beschikking hebben, is gelabeld als 'revisie 1'. De bovenzijde van het pcb huisvest de connectors, de Realtek 8211F gigabitethernetcontroller en de ondersteunende elektronica voor veel componenten. Opvallend is de (onbezette) houder voor een CR2032-knoopcelbatterij. Die batterij heb je niet in alle gevallen nodig, omdat ze enkel dient om de klok van spanning te voorzien als de voedingsspanning wegvalt. Normaal gesproken synchroniseert het platform de tijd met een ntp-server tijdens het starten. Als je de Green plaatst in een situatie zonder internettoegang, zul je dus voor een batterij moeten zorgen.
In de hoek zien we een rijtje connectors en een jumper. De jumper schakelt de Green van normale werking (nor) in herstelmodus (rec). Naast de jumper zit een 'onbestukte' (niet-geplaatste) USB-connector en hiernaast een seriële debugaansluiting die wel voorzien is van pinnetjes.
Op de onderzijde van het pcb bevinden zich meer chips. Een Rockchip RK809-5 levert de voeding voor de afzonderlijke componenten en zorgt ervoor dat deze volgens de gewenste specificaties wordt aangeleverd. De NXP-PCF8563-realtimeklokmodule houdt de datum en tijd bij en bevindt zich tegenover de batterijhouder aan de andere zijde van het pcb.
De Rockchip RK3566 staat aan het hoofd van de operaties die op de Green plaatsvinden. Dit is een soc die is voorzien van een Arm Cortex A55-processor met vier kernen die functioneren op een snelheid van 1,8GHz. Het werkgeheugen van 4GB en de 32GB eMMC-opslag bevinden zich beide naast de soc. De herkomst van deze twee chips konden we niet identificeren. Een chip naast de soc die we wel konden thuisbrengen, is de Winbond 25q128jvsq-flashchip met een capaciteit van 16MB. Deze bevat de bootimage die de Rockchip tevoorschijn tovert om vervolgens het OS te starten vanaf het andere flashopslaggeheugen.
Installatie en gebruik
De installatie van de Green is een van de speerpunten van dit product. Er zijn maar weinig stappen nodig om Home Assistant up and running te krijgen; de snelstarthandleiding vermeldt alleen: de netwerkkabel en voedingsstekker in het apparaat steken, enkele minuten wachten tot het gele statuslampje regelmatig knippert en het systeem is gereed voor gebruik. De Home Assistant Yellow vereist in veel gevallen wat meer stappen, tenzij je deze aanschaft in een webshop die de Compute Module al heeft geflasht.
Of dit gemak een bepalende factor is om het apparaat aan te schaffen, kun je je afvragen, want als je Home Assistant uitgebreid inricht, zul je er waarschijnlijk ook niet aan ontkomen om af en toe zaken uit te zoeken en je kennis uit te breiden.
De hardware van de Green is krachtig genoeg om Home Assistant te draaien, ook voor de grotere installaties. Er is ruim voldoende verwerkingskracht en opslagruimte voor integraties en add-ons; wat dat betreft loop je niet zo snel tegen grenzen aan. Natuurlijk zit er wel wat verschil in prestaties tussen de Cortex A55 en A72 die met name tellen bij het starten van het systeem en een van de intensiefste taken die het platform uitvoert: tekst-naar-spraak genereren. Om het verschil in prestaties tussen de Green en de Yellow te duiden, hebben we op allebei exact dezelfde Home Assistant-back-up hersteld en vervolgens gemeten hoelang het systeem doet over een (koude) start en het genereren van een lange zin.
Green |
Yellow |
|
Starttijd |
3:01 |
2:11 |
Installatie add-on (Node-Red) |
0:38 |
0:40 |
Lange zin genereren met Piper (tekst naar spraak) |
0:12 |
0:08 |
Het grootste verschil meten we tijdens het starten; de Yellow doet dit bijna een minuut sneller. Ook het genereren van tekst naar spraak gaat sneller. Wel is het opvallend dat het installeren van de add-on Node Red iets sneller verloopt. In de praktijk merk je eigenlijk maar weinig van deze verschillen. Als het goed is, start je het systeem niet elke dag opnieuw op of doe je dit op een tijdstip dat niemand erop wacht. Dagelijkse operaties, zoals schakelen en automatiseren, verlopen op beide hardwareplatforms even soepel.
Een limiet waar je in de praktijk misschen vaker tegenaan loopt, is het beperkte aantal USB-poorten. Naast wifi kom je in veel smarthomes alternatieve radioprotocollen tegen, zoals Zigbee, Z-Wave en protocollen gebaseerd op 433 en 868MHz. Om van deze apparatuur gebruik te maken, heb je een USB-transceiver nodig. Ook overige domotica-apparatuur, zoals bridges, beschikken vaak over een USB-voedingsaansluiting. Iets meer dan twee aansluitingen was dus welkom geweest.
Het had ook gekund, omdat de soc over meer USB-controllers beschikt dan nu op het pcb bedraad en 'bestukt' (geplaatst) zijn. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de achterzijde van de Green is al druk bezet met aansluitingen. Een kabel of apparaat met een iets bredere USB-connector komt daardoor al snel in confict met de voedingsadapteraansluiting. Wat extra plaats zou wellicht van de HDMI-connector kunnen komen. Op de Yellow kwamen we eerder ook sporen van een HDMI-connector tegen die kennelijk na de ontwerpfase gesneuveld is. Op de Green is deze wel geplaatst, maar in de praktijk van weinig nut. Deze dient voor consoletoegang in combinatie met een toetsenbord, zodat je bijvoorbeeld een diagnose kunt stellen als de Green onbereikbaar is geworden op je thuisnetwerk. Er zijn geen opties om de connector te gebruiken om bijvoorbeeld een wandpaneel met webinterface aan te sturen. Het lijkt me voor de toekomst daarom geen gek idee als deze aansluitingen worden vervangen door extra USB-aansluitingen.
Alternatieven
Home Assistant is een pakket dat niet gebonden is aan specifieke hardware om te draaien, wat betekent dat er genoeg alternatieven zijn voor de Green. Hieronder zetten we wat populaire opties op een rijtje.
Home Assistant Green | Home Assistant Yellow | Raspberry Pi 4B | Raspberry Pi 5 | |
Soc | 4x Cortex A55 @ 1,8GHz | 4x Cortex A72 @ 1,5GHz | 4x Cortex A72 @ 1,8GHz | 4x Cortex A76@ 2,4GHz |
Ram | 4GB | 2-8GB | 1-8GB | 4-8GB |
Storage | 32GB eMMC | 8-32GB eMMC | MicroSD* | MicroSD* |
Zigbee/Thread | Nee | Ja | Nee | Nee |
Extra ssd | Nee | Optie | Nee | Optie |
Wifi | Nee | Optie | Ja | Ja |
Ethernet | Gigabit | Gigabit/PoE* | Gigabit/PoE* | Gigabit/PoE* |
Bluetooth | Nee | Optie | Ja | Ja |
Verbruik onder belasting | 3W | 5-9W | 8W | 12W |
Prijs | 110 euro | 225 euro | 40~65 euro | 70 ~ ? euro |
* Optioneel / meerprijs
Als je hem naast wat gebruikelijke alternatieven plaatst, valt op dat de prijs van de Green iets hoger is dan die van de (snellere) Raspberry Pi's. Dat beeld is enigszins vertekend doordat de Pi nog wat accessoires nodig heeft om hem goed te kunnen vergelijken met de Green. Als je aan de Pi een behuizing, 32GB microSD-opslag en een goede voeding toevoegt, moet je er zo'n 20 euro bij optellen. Naast de Pi zijn er uiteraard nog heel veel alternatieve singleboardcomputers op de markt die prijstechnisch een betere deal zijn, maar je zult dan zelf wel de hardwarecompatibiliteit in het oog moeten houden, vooral als je het belangrijk vindt om een supervised variant van Home Assistant te draaien.
Conclusie
De Home Assistant Green is een mooie kant-en-klare optie als je op zoek bent naar een simpel op te zetten hardwareplatform waar je enkel Home Assistant op wil draaien. De Green willigt die wens op uitmuntende wijze in: twee stekkers erin en het draait. Dat gemak heeft wel een prijs, tenminste, als je de hardware vergelijkt met generieke hardware waarop Home Assistant ook prima kan draaien, maar dat moet je dan wel zelf installeren. Er ontbreekt ook een aantal voordelen van de Yellow. Naast het gebrek aan Zigbee-functionaliteit en NVMe-ondersteuning geldt ook dat de Green in de toekomst niet te upgraden is met een verse Compute Module zoals de Yellow biedt. Voor de tweaker is de Yellow daarom waarschijnlijk in de meeste gevallen interessanter. Vind je de optie om de hardware in de toekomst te kunnen upgraden niet belangrijk, dan kan het verbruik van de Green met gemiddeld 1,5W interessant zijn. Als je Home Assistant nu draait op een platform dat meer dan 16,5W gebruikt, wat met een oudere thuisserver of nas het geval kan zijn, verdient het vervangen door een Green zichzelf na drie jaar terug.
De Green is dus niet het sterkste en ook niet het goedkoopste platform om Home Assistant op te draaien, maar wel een van de gemakkelijkste instapmogelijkheden voor dit smarthomeplatform, zeker voor wie de hoofdbrekens wil bewaren tot het configuratiestadium.