Door Joris Jansen

Redacteur

Cardioloog als techneut

Interview over implanteren kunsthart

17-09-2022 • 06:00

22

Singlepage-opmaak

Interview

Wanneer begon je interesse in technologie en participatie op Tweakers?

Damman
Kevin Damman

"Ik heb in 1999 een jaar technische natuurkunde gestudeerd aan de Universiteit van Twente, want ik werd in eerste instantie uitgeloot voor geneeskunde. Als je in Twente zat, kwam je vanzelf in de LAN-community terecht. Daar lag toen een voor Nederlandse begrippen of zelfs voor de wereld een heel snel netwerk. Daar hebben we toen goed gebruik van gemaakt. Twee jaar later heb ik me geregistreerd op Tweakers toen ik inmiddels in Groningen zat voor mijn opleiding geneeskunde. Ik zat al een beetje in de computerbusiness en had bijvoorbeeld toegang tot ftp-servers. Je komt vanzelf in dat wereldje terecht. Vroeger hadden we van die grote kasten. Toen waren er vrienden van mij die met waterkoeling bezig waren. Dat moest je helemaal zelf maken en kon je niet kant-en-klaar kopen, maar nu heb ik slechts een klein computertje thuis staan."

"Inmiddels ben ik meer aan het lurken dan dat ik nog heel actief ben op het forum, maar technologie, ict, wetenschap en sociale discussie blijven me interesseren. Ik heb weinig fora die ik volg, maar die van Tweakers hoort er zeker bij. Het is wel wat minder computergerelateerd geworden dan hoe het begon, maar ik ben ook wat ouder inmiddels, dus dan veranderen er sowieso dingen op meerdere vlakken."

"Computers hebben altijd mijn interesse gehad en nu nog steeds, ook in het ziekenhuis. Niet zozeer alleen de hardware, maar vooral ook de software. Voor het elektronisch patiëntendossier, het epd, ben ik voor onze afdeling een van de aanspreekpunten. Op dit moment proberen we iets te ontwikkelen, zodat we data ook nationaal kunnen gebruiken, en epd's te linken, zodat we kwaliteitsdata kunnen krijgen."

Hoe technisch is cardiologie?

"Cardiologie is op zichzelf enorm praktisch en heel natuurkundig. Het is ook technisch: het hart is uiteindelijk gewoon een pomp. De functie kun je heel simpel uitdrukken in relatie tussen volume, druk en hartslag. Het is veel technischer dan veel andere specialismen, bijvoorbeeld dermatologie of psychiatrie. Bij dermatologie zijn er wel degelijk op technologisch gebied ontwikkelingen, waaronder fotoherkenning, maar puur de medische achtergrond is veel minder technisch. Binnen de cardiologie zijn wij in feite elke dag bezig met iets technisch. Een cardioloog is doorgaans technisch geïnteresseerd, dus het past wel bij elkaar."

Damman

Wat is er precies aan de hand bij iemand met hartfalen?

"Hartfalen is een ernstige aandoening. In feite is het pompfalen, waarbij meestal de linkerkamer van het hart niet goed functioneert. Patiënten die dat in ernstige mate hebben, kunnen vaak weinig tot niets. Ze kunnen op een stoel zitten en elke dag een keer een paar honderd meter lopen en dan houdt het wel op. Ze zijn dan ernstig kortademig en vermoeid. Deze patiënten overlijden dan ook snel als je het niet behandelt. Als iemand al 80 jaar geleefd heeft, dan proberen we alleen te behandelen met medicijnen en dan kunnen we de symptomen proberen te onderdrukken. Maar een 50-jarige persoon die ernstig hartfalen heeft, of een 20-jarige persoon met een aangeboren hartziekte, daar wil je toch nog iets meer voor doen. Je kan medicijnen geven, pacemakers of nog wat andere dingen. Als dat niet gaat en de patiënt houdt klachten, dan is de enige echte oplossing een harttransplantatie. Alleen daar hebben we in Nederland momenteel te weinig harten voor. Er is nog steeds een enorm tekort. Er staan 160 mensen op de wachtlijst en we doen 40-45 harttransplantaties per jaar. En die wachtlijst wordt elk jaar langer."

Wanneer kan een steunhart soelaas bieden en wanneer niet?

LVAD heartmate 3
De HeartMate 3, een lvad met een controller en twee batterijen

Heartmate 3"Sommige mensen kun je een steunhart geven, waarbij de linkerkamer wordt ondersteund. Eigenlijk is dat gewoon een 'domme' pomp, al is het al een stuk beter en complexer dan twintig jaar geleden. Een steunhart, ofwel lvad, wordt via een openhartoperatie geplaatst tegen de linkerkamer en zuigt bloed aan vanuit de linkerkamer. Hiervoor wordt er een gat gemaakt in de wand van het hart. In het steunhart zit een rotor die in een magneetveld zweeft en met een elektromagnetisch veld wordt aangedreven. Bloed wordt dan vanuit de linkerkamer aangezogen en uitgeblazen in de grote lichaamsslagader, de aorta. Soms is echter implantatie van een steunhart niet mogelijk omdat niet alleen de linkerkamer een probleem is, maar ook de rechterkamer. De rechterkamer pompt het bloed door de longen naar de linkerkamer. Als die rechterkamer ook ziek is en je ondersteunt alleen links, dan blaas je het bloed door de organen en het komt zuurstofarm weer terug bij rechts. Dan ‘zegt’ de rechterkamer: 'Ik heb al jaren niks hoeven doen en nu wil je dat ik ineens ga functioneren als een normaal hart: ik doe het niet!' Dan faalt rechts en in dat geval is de kans op overlijden groot."

Wat zijn de verschillen tussen de linker- en rechterkamer?

"De linkerkamer is heel gespierd en wat groter. Daar kan je als het ware zonder enige problemen met een appelboor een gat in maken, dan heb je wat steun. De linkerkamer moet druk geven en bloeddruk opbouwen, zoals we dat meten aan de arm of pols. De rechterkamer hoeft normaal gesproken niet zoveel druk te maken. De rechterkamer is dunner en veel meer gemaakt om bloed vooruit te duwen. Als je daarop een steunhart zou plaatsen en bloed gaat aanzuigen, is het een soort slappe zak die overblijft. Het wordt gedaan, rechts ondersteunen, maar dat is enorm complex en veel gedoe. Als je beide kanten ondersteunt, wat wel gebeurt in landen zoals Duitsland, dan loopt iemand met twee computers en vier batterijen rond. Die dingen zijn samen 6kg. Het kan, alleen is het niet zo praktisch. Er zijn nog wel wat andere, tijdelijke opties voor in het ziekenhuis, maar daar kun je niet mee rondlopen."

Er is ook nog een zogeheten Berlin Heart. Wat is dat?

Berlin Heart
Berlin Heart. Bron: Texas Children's Hospital

"Dan blijft het hart kloppen zoals het klopt, voor zover het het nog doet. Dat gebruiken we in Nederland vooral bij kinderen, omdat een steunhart dan vaak te groot is. Het betreft een pneumatisch apparaat waarbij eigenlijk alleen de slangen aansluiten op de grote vaten van het lichaam en dan gaan de slangen door de huid naar buiten. De pneumatische pomp zit buiten het lichaam en wordt aangestuurd door een pneumatische motor, een luchtapparaat. Dat kan je theoretisch doen als ondersteuning voor het rechterhart, alleen we gebruiken het heel weinig. Alleen het Sophia Kinderziekenhuis/Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam gebruikt dit apparaat, maar dan alleen bij kinderen die al op IC liggen."

Tegen wat voor problemen lopen jullie zoal aan bij transplanteren?

"Bij biventiculair falen, dan falen links en rechts dus allebei, moet je vaak acuut transplanteren. Om diverse redenen kan niet iedereen getransplanteerd worden. Als je bijvoorbeeld een jaar eerder ernstige kanker hebt gehad, is transplanteren bijvoorbeeld geen optie. Als de kanker terugkomt, kan de patiënt overlijden en ben je ook het donorhart kwijt. Daar hebben we er niet zoveel van, dus dat is een probleem. Na de transplantatie krijgen patiënten afstotingsmedicijnen en die vergroten ook de kans op kanker. Maar stel je voor dat dat niet het grootste probleem is en je wil wel de tijd overbruggen tot het transplantatiehart er is. Dan kan je een total artificial heart, ofwel tah, implanteren. Je snijdt dan het hele hart weg en gebruikt dan pneumatische pompen. Die worden in Nederland niet gebruikt, maar in Duitsland en in de VS wel. Het probleem is dat die niet zo goed zijn. Het blijft een vrij eenvoudige pulserende pomp waarbij vooral bloedstolsel een probleem is. Op dezelfde manier zoals je een korstje krijgt als je een wondje op je huid hebt, kan dit ook ontstaan bij een mechanische pomp. Bloed dat in aanraking komt met vreemd materiaal kan stollen. Dus pacemakers en kunstkleppen hebben speciale bloedafstotende materialen, maar je kan je voorstellen dat dit best risicovol is bij zo'n tah waar het bloed helemaal doorheen gaat, elke slag opnieuw. Patiënten gebruiken daarom bloedverdunners, maar die kunnen dit risico niet geheel verlagen en verhogen de kans op bloedingscomplicaties."

Speelt het kunsthart zoals gebruikt bij de patiënt in het UMC Utrecht daar ook op in?

"Het 'nieuwe' apparaat, de Aeson van firma Carmat, is van binnen bekleed met materialen die helemaal bloedcompatibel zijn. Je hoeft op de lange termijn ook geen antistolling meer te gebruiken; dat is een enorm voordeel. Deze firma is onder andere opgericht door Alain Carpentier, een Franse chirurg die een aantal hartkleppen die wij dagelijks gebruiken, heeft ontwikkeld. Er zitten ook vier van die biologische Carpentier-kleppen in en het apparaat is ook wat slimmer. Zo zitten er bijvoorbeeld druksensoren in. Als die meten dat de druk hoger of lager is, dan weet het apparaat dat er ook wat harder of zachter gepompt moet worden."

Carmatsa Aeson

Op welke vlakken is deze Aeson geavanceerder dan een steunhart?

"Een steunhart is een domme pomp. Die zet je aan en die pompt en draait continu. Maar de Aeson, een tah, kan ook zijn gedrag aanpassen. De Aeson geeft ook een pulsatiele flow, net als ons hart. De reden dat we dat hebben als mensen en dieren, is dat er een soort windketeleffect ontstaat in de aorta. Dat is goed voor de aorta, want die blijft daar jong en elastisch door en wordt er ook een beetje mee ondersteund. Bij onze steunharten is het net alsof je een kraan aanzet: een continue bloedstroom. Dat is op lange termijn slecht voor vaten en organen. Dat is minder het geval bij de Aeson. Bij een steunhart wordt de bloeddoorstroom standaard ingesteld, zeg maar op 5000 toeren. Dan heb je een flow van bijvoorbeeld 4 liter per minuut. Ter illustratie: een gemiddelde Nederlander heeft in rust een hartminuutvolume van 4,5 tot 6 liter per minuut. Dat zou voor jou en mij in rust net voldoende zijn. Maar de totale hoeveelheid bloeddoorstroming in je lichaam wordt niet alleen bepaald door hoeveel druk het hart opbouwt en hoeveel volume het vooruit drukt, maar ook door je vaatweerstand. Die weerstand gaat naar beneden bij inspanning. Dat is het omgekeerde van de tuinslang dichtknijpen: in feite trek je de tuinslang een beetje open en als je dan evenveel vooruitstuwende kracht hebt, krijg je meer hartminuutvolume, ofwel flow. Dus mensen die zich met een steunhart gaan inspannen, zullen meer bloeddoorstroming door de pomp hebben, maar dat is niet in verhouding tot wat jij en ik zouden hebben. Wij zouden ons hartminuutvolume wel kunnen vervijfvoudigen. Mensen met een steunhart kunnen dat nu nog niet."

Heartmate 3Heartmate 3Heartmate 3

Afbeeldingen van de HeartMate 3 van het bedrijf Abbott

"Het idee is dat dat veel adaptiever moet. Abbott, het bedrijf dat op dit moment (door het wegvallen van de firma Medtronic, red.) bijna een monopolie heeft als het aankomt op de markt in steunharten, onderzoekt of steunharten slimmer gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld door het verbeteren van eventuele adaptatiemogelijkheden van de pomp, door slimme algoritmes en misschien extra sensoren. Bijvoorbeeld, als je slaapt, moet die pomp wel draaien, maar dat kan misschien met de helft minder. Dat is ook gunstiger voor vaten en organen van de patient, en vermindert het energiegebruik en slijtage van het steunhart."

"Voor de steunharten staat dit adaptieve aspect nog behoorlijk in de kinderschoenen. Maar voor de Aeson hebben ze het best wel goed onder controle. Als je de read-outs van de druksensoren bekijkt, zie je een curve die ook best wel lijkt op een curve van een normaal hart. Bij een steunhart kan je niet de bloeddruk meten aan de arm, want je hebt een continue bloedstroom. Bij een kunsthart heb je een pulsatiele curve. Als mensen bijvoorbeeld op een fiets zitten, dan zie je daar verandering in. Dat zou je nooit op die manier zien met een steunhart. Helaas is het niet mogelijk om alle gedetailleerde (raw) informatie die deze pompen genereren zelf in te zien: deze informatie, inclusief de algoritmes die hiervoor worden gebruikt, zijn eigendom van de firma’s en (nog) niet direct beschikbaar voor behandelend cardiologen."

"Bij een steunhart is het enige dat wij instellen hoe hard de pomp draait, de rpm. Het meet wel hoeveel stroom wordt verbruikt, en kan op basis van algoritmen beoordelen wat de geschatte bloedstroom zou moeten zijn. Als het steunhart merkt dat het hart te leeg wordt gezogen, en dat kan bij een steunhart, dan laat de pomp de rpm even vallen en daarna gaat die weer door. Het steunhart meet alleen deze parameters en afgeleiden en als daar een afwijking in zit, laat de pomp even zijn rpm vallen. Steunharten zijn wat dat betreft extreem simpel."

Wat zou je nog meer willen veranderen of aanpassen?

"Ik zou veel dingen willen. Patiënten met een steunhart of kunsthart zitten continu aan de stroom, via batterijen of via een adapter aan het stopcontact. Die stroomkabel komt uit de buikwand. Je hebt je huid niet voor niks, die is er als bescherming tegen bacteriën. Doordat we met de stroomkabel de continuïteit van de huid doorbreken ontstaat een potentieel probleem: 20 tot 25 procent van de patiënten heeft een infectieprobleem van de driveline, de stroomkabel van het steunhart door de huid, binnen twee jaar na implantatie. Dat is lastig behandelen en komt vaak terug."

"Gelukkig betreft het vaak maar een infectie van een paar centimeters diep, maar wij hebben helaas ook patiënten gehad waarbij er een infectie was tot bijna aan de pomp, soms zo'n 20 à 30 centimeter. Dan moet je helaas het hele systeem, inclusief de pomp, vervangen. We wachten op een volledig implanteerbaar device."

"Je zou denken dat het gewoon draadloos zou kunnen, zoals bij een smartphone, dus transcutaan, ofwel door de huid heen. De fabrikanten die de huidige steunharten maken en verkopen lopen echter ook een risico. Als ze te vroeg zijn met iets op de markt brengen en het werkt niet of niet voldoende, dan heeft dat meteen ernstige consequenties voor patiënten. Er moet dan ook een accu worden geïmplanteerd ergens in het lichaam. Ik snap wel dat zij ietwat voorzichtig zijn. Ik heb begrepen dat een volledig implanteerbaar apparaat mogelijk nog jaren gaat duren. Een volledig implanteerbaar apparaat zou echter voor de grootste winst zorgen. Daar zou ik het liefst gisteren al mee zijn begonnen."

"We zijn vrij beperkt in read-outs. We kunnen bijvoorbeeld maar 250 datalijnen teruglezen. Deze apparaten kunnen alarmen genereren en registreren of de stroomtoevoer goed is geweest. Maar als je hele dataveld vol zit met alarmen en dat gaat maar door en door, dan is het na 250 rijen klaar. Die read-out is te beperkt anno 2022. De reden is dat de softwarematige basis van het huidige, meest gebruikte apparaat al meer dan 15 jaar oud is."

"Dat customiseren zou ik aan de ene kant heel graag willen, maar aan de andere kant is er natuurlijk een reden dat het dichtgetimmerd is: zodat het foolproof is. Hoewel we tegenwoordig het steunhart kunnen uitlezen met een iPad is dat meer ‘looks’ dan ‘function’. Het is zeker beter geworden in de afgelopen twee jaar, maar tot aan anderhalf jaar geleden dacht je: 'Jemig, wie heeft dit ontwikkeld? Dit is jaren 80-technologie.' Zo zag het er ook uit. Aan de andere kant: het was veilig en beproefd. Toch zou er qua software wat verbeterd kunnen worden."

HM3

Kan de stroombron ook niet intern in het lichaam worden geplaatst?

"Het steunhart geeft een elektromagnetisch veld en wordt best warm. Als je daar ook nog een accu bij plaatst ... Steunharten vragen behoorlijk wat stroom, zodat je ook best een grote accu zou moeten implementeren. Dat stroomverbruik wordt wel steeds meer geoptimaliseerd. Twee jaar geleden heeft de Israëlische firma Jarvik een ouder steunhart uit de VS geïmplanteerd, waarbij de stroomtoevoer achter het oor zit. Dat lijkt minder infectiegevoelig. Daar zit een adapter, je drukt een kabel erin en je laadt het op. Dat hebben ze aan de binnenkant omgebouwd, zodat ze via de huid konden opladen, via een kleine accu in de buik. Dan loopt iemand nog steeds met een gordel rond die continue stroomoverdracht geeft, maar ze konden ook een uur of twee zonder die gordel rondlopen. Dat hebben ze bij twee mensen geïmplanteerd. Je kan dan zonder problemen onder de douche of in het zwembad. Ze hebben laten zien dat er ontwikkelingen mogelijk zijn met een pomp die minder stroom nodig heeft, maar het zal even duren voordat er een grote firma is die het risico neemt om de volgende stap te zetten. Dat is niet zo makkelijk."

Hoeveel stroom verbruikt een steunhart?

"Het gaat om 14V-lithiumionbatterijen. Die zijn in de afgelopen vijftien jaar niet veranderd. Binnen nu en twee jaar komen er nieuwe controllers waar de batterijen in zitten en dan kan je een extra batterij aansluiten. Op de console zie ik de actuele wattages die geleverd worden, dus dat is niet zo'n probleem. Dit wisselt per patient, maar gemiddeld is dat 3 à 6W, maar dat is continu, op elk moment. De meeste patiënten kunnen de hele dag met één set batterijen. Ze sluiten het 's ochtends aan en als ze 's avonds naar bed gaan, dan redden ze dat wel. De Aeson vergt veel meer stroom en mensen zouden dat daarmee niet redden, dus moeten ze overdag een keer batterijen wisselen. Als we nadenken over het implanteren van batterijen die hoge wattages moeten leveren, dan is hitte een grote uitdaging. Het lichaam reageert op hitte en kan verklevingen geven, maar ook irritatie en pijn. Dat is nog wel een probleem. Een oplossing is om het steunhart energiezuiniger te maken, en dat is op dit moment in ontwikkeling."

Hoe zit het eigenlijk met het uitlezen en monitoren, en de ontwikkelingen op deze vlakken?

"Waar we allemaal naartoe zouden willen, is een soort connectivity van alles bij elkaar. Je moet je voorstellen dat onze patiënten niet alleen een steunhart hebben, maar ook een pacemaker of interne defibrillator, ofwel icd. Die pacemakers zitten vaak al in de cloud, in die zin dat ze kunnen worden uitgelezen via wifi, of thuis bij een patiënt connectie maken met wifi en informatie versturen naar het ziekenhuis. Maar dat is niet alles: je hebt tegenwoordig ook een soort draadloze sensoren waarmee je drukmetingen kan uitvoeren in de longslagaders. Dat is een heel goede maat om vast te stellen of iemand veel vocht vasthoudt. Daarnaast heb je ook nog nieuwe soorten druksensoren op andere plaatsen. Waar iedereen naartoe wil, is dat al die dingen met elkaar gaan communiceren en dat dat uiteindelijk bij mij als dokter terechtkomt. En dan is ook het idee dat de zorg daar beter van wordt. Dat is altijd de vraag en dat moet onderzocht worden. Meer informatie is niet altijd beter. Het is wel waar het naartoe gaat. Bij de pacemakers zien we dat nu al. Vaak hoeven mensen al niet eens meer naar het ziekenhuis te komen. Dan belt een technicus mij en die zegt dat hij of zij naar de homemonitoring gekeken heeft en dat die patiënt een ritmestoornis heeft gehad die opgelost is met een icd-shock, met de boodschap dat ik de patiënt even moet bellen. Dan bel ik op en bevestigt de patiënt dat hij of zij inderdaad net een schok van zijn icd heeft gehad. Voor het steunhart moet het ook die kant op, want op dit moment kan ik het niet remote uitlezen. Sterker nog, de enige manier om het uit te lezen is om fysiek een kabel te koppelen. Dan kan ik het on-site bekijken op een display waar heel beperkte informatie op staat."

En qua software, heb je daar als arts enige invloed op?

"Ik kan je niet veel vertellen over hoe de software in elkaar steekt, maar dat zou ik wel graag willen. We gebruiken nu een iPad met iOS-app die informatie uit het steunhart kan halen. Voorheen was de monitor spartaans met weinig opties om het visueel goed weer te geven. In de huidige situatie is het allemaal wel wat beter, maar we kunnen nog steeds weinig aanpassen. Dat komt ook omdat het voorlopig qua instelling en aanpassingen nog een vrij eenvoudig apparaat blijft. Het staat nog enigszins in de kinderschoenen, ook al wordt steunharttherapie al twintig of dertig jaar gebruikt. Het functioneert, maar het is nog rauwe technologie. We kunnen het helaas ook nog niet koppelen aan epd's of het zelf helemaal uitlezen. Dit laatste is wel mogelijk, maar we zijn dan aangewezen op de fabrikant om ons informatie te verschaffen. Uiteindelijk krijgen we vanuit een logfile mooie Excel-sheets of pdf's terug, waarbij je iets meer overzicht krijgt."

"De fabrikanten hebben voortgeborduurd op de vorige generatie apparaten en realiseren zich nu dat ze langzaam de volgende stap moeten maken met connectivity, remote access en wat meer integratie met epd's. Dat draagt ook risico’s in zich, zoals met pacemakers die op wifi zijn aangesloten. Je moet er natuurlijk niet aan denken dat iemand een steunhart hackt. Dat zou een enorm probleem kunnen zijn. Meer reden om wellicht ook enigszins terughoudend te zijn."

Leidt een steunhart tot wezenlijke, merkbare verbeteringen voor de patiënten?

"Voor de duidelijkheid: het is superleuk, interessant en vaak dankbaar werk. Heel veel mensen knappen er enorm van op. Dat zijn vaak jonge mensen, maar ook mensen die ruim boven de 70 zijn. Als je ziet wat ze er allemaal mee kunnen. Er zijn natuurlijk wel beperkingen: je loopt met batterijen, je kan niet het zwembad in duiken en zeker niet de marathon lopen. Maar sommige mensen zijn onbeperkt, werken de hele dag en hebben daarin een modus gevonden. De therapie is prachtig en het totale kunsthart ook. Als dat goed werkt, is het echt een uitkomst voor velen. Gelukkig wel!"

Steunhart

Hoe zit het met harttransplantaties, de keuzes die gemaakt moeten worden en het aanbod in Nederland?

"De mensen die niet getransplanteerd worden, zijn meestal wat ouder of hebben andere redenen dat er niet getransplanteerd wordt. Uiteindelijk komen deze patiënten dus ook met een steunhart te overlijden. Soms door hartgerelateerde zaken, maar steeds vaker ook door andere ziekten waaraan ook de gemiddelde Nederlander overlijdt, zoals kanker. Jonge mensen komen vaak in aanmerking voor transplantatie. Dan heb je maximaal drie of vier jaar een steunhart en dan wordt er getransplanteerd. In de VS is er relatief snel een nieuw hart beschikbaar, vaak binnen enkele weken of maanden. In Nederland duurt dat helaas heel lang, dus we hebben steunharten nodig. Het is een oplossing voor veel mensen, maar wel een oplossing met haken en ogen."

"In Nederland is onze gemiddelde donorleeftijd bijna 50 tot 55 jaar. In heel Europa is dat enorm gestegen in de afgelopen decennia. In de VS is die donorleeftijd nog steeds erg laag. Donoren zijn daar vaak jonge mensen die om het leven zijn gekomen bij verkeersongelukken of die zichzelf van het leven hebben beroofd. In Europa zijn de donoren vaak mensen die neurologische problemen hadden, dus mensen met een beroerte bijvoorbeeld, maar ook wel mensen die zichzelf van het leven hebben beroofd. In de VS is recent de richtlijn aangepast voor transplantatie. Eerder was het zo dat je tijd moest kopen met een steunhart. Tegenwoordig hebben ze het zo aangepast dat mensen eerder in aanmerking komen voor een transplantatie als ze misschien een steunhart moeten krijgen. Dan krijgen ze geen steunhart; dan overbruggen ze die mensen in het ziekenhuis en krijgen ze heel snel een transplantatie. Dat is dus de reden dat het in de VS ongebruikelijk is als een patiënt meer dan een jaar moet wachten op een transplantatie. Vaak is het binnen enkele maanden. In Nederland is dat gemiddeld 2,5 jaar, maar het is zeker geen uitzondering dat mensen 4 à 5 jaar moeten wachten. Die situatie in Nederland en de VS is dus niet met elkaar te vergelijken."

Gaat de donorwet nog van invloed zijn?

"De donorwet heeft erin geresulteerd dat iedereen geregistreerd staat in het donorregister, ook meer mensen die niet willen doneren. Dat is prima, maar er zijn ook veel mensen die wel willen doneren. Dat effect moeten we nog even afwachten. Dat weten we waarschijnlijk pas over vijf jaar."

De zogeheten heart-in-a-box kan ook een bijdrage leveren aan het aantal donorharten. Wat is dat precies en in hoeverre kan dat een bijdrage leveren?

"De harttransplantatieprocedure wordt normaal uitgevoerd met donorharten van mensen die hersendood zijn verklaard, donation after brain death, ofwel dbd. De patiënt is dan overleden, maar het hart klopt nog. We weten dus ook dat op het moment dat het hart wordt vervoerd, in een zak met ijs, zoals we dat al 50 jaar doen, het vlak daarvoor nog goed functioneerde."

Heart in a box
Artsen van drie ziekenhuizen hebben vorig jaar de eerste dcd-hartdonatieprocedure in Nederland uitgevoerd. Bron: ErasmusMC

"Bij de harttransplantatie met heart-in-a-box, oftewel heart donation after circulatory death, of dcd, worden harten gebruikt van mensen die niet hersendood zijn, maar wel gaan overlijden. Zij worden in leven gehouden met beademing en medicijnen. Deze patiënten moeten letterlijk eerst overlijden, dus het hart moet stilstaan, waarna we het hart weer op gang moeten krijgen om het vervolgens te gaan transplanteren. Het hart staat dus even stil, en dat kan binnen afzienbare tijd onherstelbare schade geven. Daarom wordt het hart op een pomp gezet en gaat het weer kloppen in plaats van dat het op ijs wordt gelegd. Daarmee kunnen we het hart beoordelen, voordat het getransplanteerd wordt. In Nederland zijn we vorig jaar met een programma hiervoor begonnen. Dat is inmiddels heel succesvol. Dan heb je een kloppend hart buiten het lichaam. Dat is een bizarre situatie; daar kan ik nog wel een uur over praten. Ik kan mij herinneren dat bij een transplantatie bij een van onze patiënten het hart was verwijderd en de borstkas dus leeg was. Daar zat geen hart meer in. En dan staat er een machine naast met een apparaat met het donorhart wat dan klopt; dat kan je je niet voorstellen. In de rest van de wereld wordt dat al een paar jaar gedaan en in Nederland zijn we vorig jaar begonnen. De donorpool wordt daardoor hopelijk 40 procent groter. Dus we hopen dat we daarmee 40 procent meer harten kunnen transplanteren. De eerste effecten beginnen daar al zichtbaar te worden. Het is wel erg prijzig, dus dat is nog wel iets wat opgelost moet worden. Dit vind ik ook weer technologie. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat dit mijn werk is. Je hebt gewoon een kloppend hart naast iemand, aan een machine, en later zit dit kloppende hart in een patiënt die een heel nieuw leven kan beginnen. Dus misschien betekent dat dat we in de toekomst iets minder steunharten en totale kunstharten nodig hebben, maar helaas zal het niet de totale oplossing zijn."

Beginnen nieuwe technologieën steeds meer een rol te spelen?

Apple Watch heart rate"Wat we steeds meer zien, is dat mensen bij ons komen en zeggen: 'Joh, die ritmestoornis die jullie niet konden vinden, die heb ik gewoon op mijn Apple Watch.' En dan krijg je één afleiding en een hartfilmpje, dus is het nog wat beperkt, maar vaak is het toch voldoende om de diagnose te stellen. Daar kunnen we best wat mee. Dat soort nieuwe technologieën worden nu ook gebruikt voor healthcareapps. We proberen mensen remote te monitoren, waarbij mensen elke dag een hartfilmpje nemen, of de hartslag meten. Je kan er zelfs een bloeddruk uit krijgen. Je kan allerlei onderzoeken doen en zaken uit het bloed meten, aan de hand van een druppel bloed, en dan krijg je via je telefoon gelijk een uitslag. Dat soort dingen gaan allemaal komen. Het is alleen niet zo dat als je meer informatie aan een dokter geeft, dat dat per definitie leidt tot betere zorg. Dokters zijn van nature opgeleid om iets te doen met meer informatie. Maar extra diagnostiek en behandeling betekenen meer kosten, en dus moet er aan de andere kant aantoonbaar kostenbesparing zijn."

"Meer en meer wordt er onderzoek gedaan met grote datasets. Een voorbeeld is de UK Biobank in het Verenigd Koninkrijk die data bevat van honderdduizenden mensen, bij wie uitgebreid onderzoek is gedaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om bloeduitslagen, mri’s en dna-testen, met ontzettend veel data. Een mens kan daar niet in zijn of haar eentje mee omgaan, dus wordt er gebruikgemaakt van artificial intelligence, zodat de computer patronen kan herkennen. Een ander voorbeeld is een software die echo’s van het hart kan beoordelen. Een computer kan dat veel beter dan een dokter. Zo zijn er legio voorbeelden in de radiologie, bijvoorbeeld het beoordelen van medisch beeldmateriaal, de dermatologie, bijvoorbeeld de beoordeling van huidafwijkingen, en de pathologie, bijvoorbeeld het herkennen van afwijkend weefsel. De vraag is uiteindelijk in hoeverre de computer dit allemaal kan overnemen, en hoeveel automatisering we willen accepteren. Voorlopig blijft de arts noodzakelijk, maar de technologie gaat ontzettend snel."

"Technologie in de gezondheidszorg is niet meer weg te denken. Het kan gaan om simpele dingen zoals een digitaal aanmeldsysteem, verwerking van grote hoeveelheden data of het aansturen van complexe apparatuur, zoals een steunhart of kunsthart. Uiteindelijk moet het de diagnostiek en behandeling van patiënten ten goede komen zonder de kosten extreem te verhogen, en daar ligt de uitdaging voor de komende decennia."

Inhoudsopgave

Reacties (22)

22
21
13
3
0
7
Wijzig sortering
Een geweldig artikel en heel erg fijn en goed dat hier aandacht aan gegeven wordt, bedankt!

Ik heb zelf z'n 1,5 jaar geleden een steunhart gekregen (29 jaar destijds).

"Maar sommige mensen zijn onbeperkt, werken de hele dag en hebben daarin een modus gevonden."
sluit wel goed bij mij aan. Ik heb vrijwel geen beperkingen en vergeet vaak dat ik ziek ben.
Zonder deze mogelijkheid had ik nu niet meer geleefd.... _/-\o_
Misschien een stomme vraag, maar ben jij dan nu ook weer in staat om te sporten? Ook ben ik wel benieuwd of je weleens alcohol drinkt / rookt of iets anders doet wat in principe 'not done' is met een slecht hart/kunsthart.
Ik kan sporten maar niet alles, ik moet opletten met de buikspieren maar op een hometrainer is geen probleem. Krachtoefeningen gaat ook prima. Ik drink ook wel eens alcohol maar moet opletten met de hoeveelheid vocht. Ben nooit geen roker geweest dus daar heb ik geen last van
Wat een uitstekend artikel/interview. Mijn complimenten ook aan Kevin die het allemaal heel goed en duidelijk heeft uitgelegd. Dit is Plus artikel waardig. Nogmaals bedankt.

Enkele jaren geleden moesten wij de keuze maken om onze ongeboren dochter, met een hart die vanaf het begin compleet "verkeerd" was met 4 ernstige afwijkingen, te laten sterven. De meest afschuwelijke keuze voor een ouder. Sommige mensen vonden dat je niet kan weten wat de techniek de komende jaren had kunnen doen om onze dochter alsnog een kans te geven. Dit artikel maakt het voor mij duidelijk dat we hoewel we enorme sprongen aan het maken zijn, we nog steeds niet in staat zijn om hartproblemen, zeker bij kinderen, volledig op te lossen.

Er is nog zoveel te doen, te onderzoeken, uit te proberen, te verbeteren. Het enige wat ik hoop is dat de kinderen van mijn kinderen nooit de keuze zullen moeten maken die ik had wat betreft aangeboren hart problemen.

Dus Kevin, vooral doorgaan met je werk en je enthousiasme. Mijn waardering heb je.

Edit:typo

[Reactie gewijzigd door david-v op 24 juli 2024 02:52]

Interessant artikel! Mogelijk is het interessant om een soort van follow-up/vervolg interview te doen met de onderzoekers die werken aan het Hybrid Heart project welke wordt geleid door het AMC in Amsterdam:

https://www.hybridheart.eu/about/
https://cordis.europa.eu/project/id/767195
https://www.hartstichting...h-herkennen-hartstilstand
Is ook een hele leuke ontwikkeling! (al is het maar omdat mijn vrouw er mee bezig is ;))
Enerzijds is dit prachtig om te lezen, de kansen die je vooral nog kunt geven aan de jongere personen is indrukwekkend. Maar soms is het ook wel dusdanig sci-fi dat je je kan afvragen of je zoiets wel moet doen.

Het blijft wetenschap waarin dingen geprobeerd moeten worden om zelfs maar het kleinste stap voorwaarts te kunnen zetten. De vraag is tegen welke prijs ..
De prijs is dat over 50 jaar al die kleine stapjes bij elkaar opgeteld een enorme stap is geworden.
De vraag is tegen welke prijs ..
Ik snap je post niet helemaal. Bedoel je met de prijs daadwerkelijk €€ of iets anders? Want wat betreft het uitproberen, dat wordt alleen gedaan bij gevallen die toch geen kans meer maken om te overleven. Dus ik ben benieuwd naar je definitie van "prijs" :)
De keuze is niet zo moeilijk.. of een steunhart of dood. Misschien makkelijk gezegd maar het is niet anders en ik heb er zelf één.
Zo ver ik het begrijp is dankzij de toegenomen veiligheid in het verkeer het aantal donor harten dat beschikbaar is al flink omlaag gegaan.
Dus dan moet je het wel in artificiële organen gaan zoeken.
Aangezien er per jaar ongeveer 22.000 in de leeftijd van 0 tot 65 denk ik eerder dat je het moet zoeken bij orgaan donatie. Hoewel alternatieven steeds beter worden denk ik dat donatie op dit moment de beste kansen biedt om zoveel mogelijk mensen een kans te geven.
Exactly! We take the risk, or lose the chance! Zo makkelijk is het.
Dit interview geeft goed aan wat eigenlijk het grensvlak is van "ouderwetse" en moderne geneeskunde. Waarbij cardiologen eigenlijk van oudsher wel voorop lopen.

Het geeft ook wel de samenhang en noodzaak aan om samen te werken met de industrie. Waarbij de cardiologen van oudsher ook voorop lopen. Zonder die samenwerking was dit soort dingen veel moeilijker geworden.

Ik ben zelf ook van een meer technisch specialisme waar die samenwerking, en dus de innovatie gewoon ontbreekt.

Samenwerking met de industrie is en zal altijd nodig zijn om nieuwe dingen te ontwikkelen. Anders geen nieuwe medicijnen, geen nieuwe technieken en uiteindelijk minder goede zorg.

Innovatie kost veel tijd, veel geld en veel kennis. Dat kunnen we niet alleen

[Reactie gewijzigd door gaskabouter op 24 juli 2024 02:52]

De cardiologie is een prachtig specialisme die inderdaad samen gaat met zeer veel technologie en natuurkundige aspecten. Hemodynamische, hydrostatische en kinetische drukken voor de circulatie, die opgevangen en beoordeeld worden door niet-invasie en oscillometrische bloeddrukmeters, invasieve bloeddrukbewaking, elektrische stimulatie en geleiding van het hart en het beïnvloeden hiervan met inwendige, uitwendige of in acute nood transcutane pacing. Drukverval in de kransslagaderen of drukken beïnvloeden om bij het eerder niet begrepen microvasculaire systeem van het hart te komen om te beoordelen. Het is werkelijk prachtig, hoe meer je ervan begrijpt en efficiënt kan inzetten bij je patiënten met inachtneming van de valkuilen, hoe beter we zorg kunnen verlenen.
Ik heb zelf een vak op de uni gevolgd dat werd gegeven door een part-time professor van Philips. Aders simuleerden we met transmissielijn modellen, circulatie en ademhalingssystemen werden gesimuleerd in multi-sim voor elektrische netwerken via bijvoorbeeld Windkessel modellen. Erg interessant
Voor mij absoluut een relevant onderwerp, ik ben zelf ook werkend in de gezondheidszorg en kan dit soort artikelen alleen maar aanmoedigen.
Mijn vader is dit jaar overleden s' slechts 63 jaar, hartstilstand tijdens fietsen...
Er mag wel meer over dit soort onderwerpen gesproken worden.

Er mag ook wel meer info komen over voeding wat betreft hart op scholen etc.

Het gevaar van hartproblemen, je merkt niets tot je ergens ver in de 40 oid zit

[Reactie gewijzigd door CryptoArnold op 24 juli 2024 02:52]

ik heb de laaste tijd wel met specialisten te maken. Het woord zegt het al. Je weet heel veel van een stukje lichaam. Dus het traject is zo: huisarts geeft diagnose, naar cardioloog, is het niet, terug huisarts, andere specialist (longen, ook niks) , ook niet. Derde keer wellicht neuroloog. Maar het is wel om moe van te worden. We hebben meer mensen nodig naast huisartsen die naar je functioneren als geheel kijken... want een specialist kan pas zijn/haar werk doen als dat stukje lichaam niet goed functioneert (niet bedoeld als kritiek op dit artikel).

[Reactie gewijzigd door tw_gotcha op 24 juli 2024 02:52]

Mooi artikel, een genot om te lezen :)

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.