Hitachi heeft in zijn HGST Labs een techniek ontwikkeld die de opslagcapaciteit van harde schijven zou kunnen verdubbelen. De hogere opslagcapaciteit is gebaseerd op twee nanotechnieken voor lithografie.
In Hitachi's lab werden twee technieken ontwikkeld die de opslagcapaciteit van harde schijven moeten vergroten, zonder de kosten navenant op te drijven. De technieken moeten nog dit decennium leiden tot harde schijven met de nieuwe opslagmethode aan boord. Hitachi maakt met de nanotechniek de magnetische eilandjes, of domeintjes, kleiner, zodat er meer op een vierkante centimeter passen. Elk domeintje kan, afhankelijk van de magnetische eigenschappen, een 1 of een 0 representeren.
De nanolithografie die Hitachi ontwikkelde, moet magnetische domeintjes met een doorsnede van slechts 10 nanometer opleveren. Met fotolithografische technieken zou dat duur en lastig realiseerbaar zijn. Daarom onderzocht het bedrijf zelfassemblage en nano-imprinting. Daarbij worden eerst de bouwstenen van polymeren samengevoegd, die zich spontaan assembleren tot rijen moleculen met een constante onderlinge afstand. Op die rijen worden vervolgens patronen aangebracht door middel van nano-imprinting.
De technieken lenen zich voor goedkope en schaalbare productie. Het betreft vooral chemische bewerkingen die zelfs nog kleinere magnetische domeintjes dan de gerealiseerde 10nm-structuren zouden kunnen opleveren. De geproduceerde bits bleken data tijdens lees- en schrijfacties goed vast te houden. Momenteel kunnen de onderzoekers platter-materiaal maken met een datadichtheid van ongeveer 1,2 terabit per vierkante inch.