De Nederlandse Spoorwegen gaan onderzoeken of vrijgekomen remenergie van treinen beter hergebruikt kan worden. De NS wil hiervoor stroom terugleveren aan het openbare elektriciteitsnet en de remprocedures van treinen aanpassen.
Volgens staatssecretaris Wilma Mansveld van het ministerie van Infrastructuur en Milieu kunnen treinen van de NS en Veolia nu al remenergie terugleveren aan de bovenleiding, wat een energiebesparing van 6 procent op jaarbasis oplevert. Alleen in de buurt rijdende treinen kunnen hier echter van profiteren. Door nu de vrijgekomen remenergie via de bovenleiding terug te voeren naar het openbare elektriciteitsnetwerk, kan de besparing fors hoger uitvallen, zo is de verwachting.
Ook willen de deelnemende partijen, waaronder de NS en vervoersbedrijf Veolia Transport Nederland onder regie van Railforum, een proef houden met andere reminstellingen voor treinen. "De nieuwe treinen hebben sterkere remmen en kunnen daardoor langer doorrijden en later remmen. Door sterker te remmen wordt er meer energie gegenereerd die kan worden hergebruikt. Ook is er minder energie nodig bij het optrekken en zijn de reistijden sneller", aldus Veolia-directeur Manu Lageirse in een reactie tegenover SpoorPro.nl.
Volgens de NS en Veolia kan het huidige treinmateriaal op het spoor de andere remmethode al aan, maar houdt huidige regelgeving invoering ervan nog tegen. De partijen willen daarom starten met een pilot voor 'het nieuwe remmen' op de zogeheten Heuvellandlijn, een traject tussen Maastricht en Kerkrade. Met de pilot willen de partijen kijken of de regelgeving aangepast kan worden.
Met het totaal aan maatregelen denken de betrokken partijen op jaarbasis bij een landelijke uitrol 70GWh energie te besparen en de uitstoot van CO2 met 30 kiloton te reduceren.