Het voldoet wel aan de theoretisch eisen om open source te zijn, maar niet aan het Bazaar-model dat nochtans de meest voorkomende en meest aangeraden manier van open-source-ontwikkeling is. Android gebruikt het Cathedral-model. Zie ook The cathedral and the bazaar van Eric S. Raymond, dat toch als een standaardwerk in de open-source-wereld wordt gezien.
https://en.wikipedia.org/wiki/The_Cathedral_and_the_Bazaar
Als Google centrale geen sturing er aan gaf dan was er geen Android. Er zijn genoeg andere open source projecten voor een mobile OS.
Vergelijk het met Ubuntu, dat is ook in belangrijke mate de visie van een man. En wat blijkt nu? Juist open source projecten die een duidelijke visie hebben zijn het meest succesvol. Zodra je iedereen mee richting laat bepalen ontstaat er geen duidelijke visie.
Kijk naar Apple. Steve Jobs heeft de producten echt niet alleen bedacht, het is de combinatie van de creatieve inzet van hopen mensen, maar Steve Jobs was de onmisbare visionair die al die mensen op één lijn bracht zodat er ook één product uitkwam. Onderschat het niet, het is een ware uitdaging om mensen op een lijn te krijgen.
Open Source heeft Google geholpen om Android te ontwikkelen maar even goed heeft Google open source enorm geholpen. En zoals eerder gesteld, als je de richting niet bevalt kan je een fork maken en een andere richting op ontwikkelen. Zo zien we dat er ook heel wat mooie distro's weer offshoots van Ubuntu zijn.
Open source is ook niet ontstaan uit een vastomlijnde definitie, het is geleidelijk gegroeid vanuit een bewustzijn dat sommige zaken in het belang van de mensheid vrij en vrij beschikbaar moeten zijn. Juist die vrijheid is in tegenspraak met hele rigide definities hoe open source te werk zou moeten gaan. Er zijn gelukkig geen beklemmende regeltjes die dat doen. Dan zou open source ook niet van de grond kunnen komen.
Het is juist enorm belangrijk dat open source ook haar toepassing vindt in het commerciële bereik en door bedrijven wordt gebruikt. Daardoor gaan bedrijven mee helpen ontwikkelen voor open source en komen er middelen beschikbaar voor gerichte ontwikkeling. Het is bedrijven als Microsoft er nu juist om te doen om open source weg te houden uit de markt. Van hen mag het niet meer dan een hobby projectje zijn, maar niet uitgroeien tot een concurrent.
Voor de open source gemeenschap is het belangrijk dat bedrijven open source heel succesvol in hun business model kunnen gebruiken, en daar moeten we juist niet vies tegen aankijken. En als bedrijven op een bepaald moment verder willen gaan met een meer gesloten ontwikkeling dan moet je dat ook accepteren. Open source draait om vrijheid.
top-down and bottom-up design vinden we niet alleen in open source maar overal. Het hangt samen met de cultuur van een organisatie. Ik zou de cultuur van Google bepaald niet cathedral willen noemen, het is bij uitstek een bottom-up organisatie, die zo is ingericht dat ideeën van onder naar boven kunnen stromen. Maar strategische keuzes zullen toch altijd centraal genomen worden, anders is er geen sturing.
Google stimuleert zijn werknemers juist om zelf ideeën te ontwikkelen, geeft ze daar zelfs speciaal de tijd voor. En als die ideeën interessant lijken mogen ze verder worden uitgewerkt in projecten. Blijkt het na een tijdje geen echte levensvatbaarheid te hebben dan wordt het weer beëindigd. Dat is bottom-up bij uitstek.
Heel anders dan organisaties waar van bovenaf de opdracht wordt gegeven om iets te ontwikkelen en men doof is voor wat de mensen in het veld aan ideeën hebben. In een top-down organisatie zijn de mensen aan de basis slechts uitvoerders. De informatiestroom gaat voornamelijk omlaag, omhoog gaat informatie in welke mate de doelstellingen worden behaald, zodat er kan worden bijgestuurd.
Sterker nog, Google zou geen open source model kunnen hanteren als hun organisatie niet in sterke mate bottom up was. Als je gebruik wil maken van de open source gemeenschap, moet je bedrijf op laag niveau ideeën kunnen communiceren en uitwisselen, er moet een vloeiende overgang zijn tussen de eigen developers en de open source developers. Die moeten in elkaar overlopen. Ze moeten het zelfde denken hebben.
Google's IO bijeenkomsten dienen dan ook in belangrijke mate om de band tussen open source developers en eigen ontwikkelaars te versterken. Ook Apple doet dit op haar bijeenkomsten. Bedrijven zorgen dat hun ingenieurs in direct contact staan met de developers.
En de open source gemeenschap is bepaald geen gemakkelijke gemeenschap, maar een hele kritische, waar verschillen van mening al snel tot breuk leiden. Het lijkt er wel een beetje op het Protestantisme waarin elke andere interpretatie weer leidde tot een nieuwe kerk. Google doet dan ook zijn uiterste best om te achterhalen wat de open source developers graag willen. Welke ondersteuning, welke api's, ze proberen er steeds aan te voldoen.
Maar zo een proces moet wel gestroomlijnd worden. Er moeten een centrale sturing zijn die zegt, eerst pakken we dit aan en dan dat. En dit is het doel waar we naar toe willen bewegen. Een organisatie, elke organisatie heeft nu eenmaal een organisatiedoel. Het wil iets bereiken. Een organisatie is een richtinggever. Het smeedt mensen aaneen om doelen te bereiken.
Open source is geen communisme, het wil de keuze vrijheid in stand houden, dan moet je niet gaan zeuren als een persoon of organisatie een andere richting kiest dan jij wil. Dat is nu juist die vrijheid. Ubuntu draait sterk om de visie van Mark Shuttleworth die vult hij in samen met de mensen om hem heen die die visie de moeite waard vinden. Bij Google is het niet anders. De open source gemeenschap als geheel heeft geen richting, het is een reservoir van mensen, ideeën, mogelijkheden. Zonder dat mensen op staan die sturing ter hand nemen gebeurt er niets. Elk succesvol project heeft sterke mensen die doelen stellen en het willen leiden tot die doelen.
De vrijheid die open source biedt is dat als een project een richting uitgaat die je niet bevalt je de ontwikkelde middelen kan gebruiken om een nieuw project te starten. En als velen jouw mening delen kan het nieuwe project het oude overvleugelen. Neem bijv. Libre Office, velen hadden grote twijfels dat het ergens toe zou leiden, inmiddels is het een de meest succesvolle projecten geworden.
Wat ik ook erg goed vind aan de bijdrage van bedrijven als Google en Ubuntu is dat het ook echt een kruisbestuiving is. Het leidt bijvoorbeeld tot een veel beter gestructureerde samenwerking binnen de open source gemeenschap. Er wordt nu meer planmatig gewerk. Er wordt professioneler gewerkt. Dingen door ontwikkelen tot alle bugs er uit zijn en niet halverwege al weer het volgende project omarmen, en het aan een ander overlaten om het verder te ontwikkelen. Op de desktop leken open source programma's vroeger op een straat met allemaal half afgebouwde huizen en daartussen nieuwbouw in de steigers. Dat is inmiddels anders.
Open source is een beweging, het is niet statisch en het drijft op de deelnemers zelf. Je kan nog zo veel boeken aanhalen van open source ideologen, maar niemand bezit open source of kan open source in bezit nemen. Het is de tijdgeest die de ontwikkelingen sturen. Google zelf is een manifestatie van de nieuwe tijdgeest en zij is nauw verweven met de open source.