Sony en Samsung hebben in de VS minimumprijzen ingesteld voor televisies. Hierdoor moeten de marges voor zowel de fabrikanten als de verkopers vergroot worden, maar het is de vraag of andere elektronicafabrikanten zullen volgen.
Dat meldt The Wall Street Journal. Volgens de zakenkrant kiezen de twee elektronicafabrikanten onder andere voor het hanteren van minimumprijzen om showrooming, waarbij consumenten televisies in winkels bekijken maar deze uiteindelijk via een webwinkel tegen een lagere prijs bestellen, tegen te gaan. Winkeliers die toch teveel korting geven op hdtv's, zouden niet langer nieuwe televisies kunnen verkrijgen bij de twee fabrikanten.
Sony en Samsung, die beide bevestigen dat zij hun prijsbeleid hebben aangepast maar geen details willen geven, zouden voor het hanteren van minimumprijzen op hdtv's hebben gekozen om hun eigen marges veilig te stellen nadat de prijzen van hd-televisies jaar op jaar sterk daalden. Daarnaast zouden de door de fabrikant vastgestelde prijzen kunnen helpen om grote elektronicaketens beter te laten concurreren met webwinkels die scherpere kortingen geven op de adviesprijzen.
In de Verenigde Staten mag een fabrikant een verkoper verplichten om een door hen vastgestelde minimumprijs te volgen. Onder andere Apple gebruikt uniforme prijzen, terwijl ook Sony voor zijn PlayStation-consoles een minimumprijs rekent. Desondanks denken analisten dat het nog de vraag is hoe lang Samsung en Sony minimumprijzen kunnen blijven rekenen; de twee lopen het risico dat consumenten kiezen voor televisies van LG, terwijl ook Panasonic en Sharp geen minimumprijzen opleggen aan de retailers.