Een Zweedse rechtbank heeft geoordeeld dat een lekenrechter, die zou deelnemen aan het hoger beroep in de zaak van The Pirate Bay, bevooroordeeld is. Het Hof van Beroep in Svea heeft besloten hem hierom van de zaak te halen.
De lekenrechter in kwestie werkt voor de legale muziekdienst Spotify en het Hof van Beroep oordeelde dat dit dienstverband, samen met zijn bezit van aandelen in het bedrijf, een belangenconflict opleverde. Het feit dat verscheidene platenmaatschappijen uit de Pirate Bay-zaak mede-eigenaar van Spotify zijn, was voor de rechters eveneens een reden om aan te nemen dat er sprake was van een verstrengeling van belangen.
Ook de International Federation of the Phonographic Industry meent dat de lekenrechter door zijn baan bij Spotify bevooroordeeld is, alhoewel hij zelf vindt van niet. Door de beslissing van het hof zal hij in ieder geval niet meer aan de zaak kunnen deelnemen. Het hoger beroep moet in november van start gaan. In eerste aanleg werden de vier beheerders van de site veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en het betalen van een schadevergoeding van 30 miljoen Zweedse kronen.
Het is niet de eerste keer dat rechters in de Pirate Bay-zaak worden beschuldigd van partijdigheid. Vorige week beschuldigde een advocaat twee professionele rechters in de zaak hiervan, omdat zij lid zijn of waren van organisaties die zich naar eigen zeggen bezighouden met onderzoek naar en discussies over auteursrechten. Het Hof van Beroep moet hier nog over beslissen. Rechter Tomas Norström, die de zaak in eerste aanleg voorzat, werd ook beschuldigd van partijdigheid, maar het Hof van Beroep verklaarde die beschuldiging ongegrond.