Een jury heeft Jammie Thomas donderdag opnieuw schuldig verklaard aan het schenden van auteursrechten door het aanbieden van 24 nummers op Kazaa. De schadevergoeding is echter verhoogd van 222.000 naar 1,92 miljoen dollar.
Jammie Thomas werd in 2007 door de RIAA aangeklaagd omdat ze 24 muzieknummers op Kazaa zou hebben aangeboden. Ze weigerde een schikking te treffen en de zaak kwam voor de rechter. De jury verklaarde haar schuldig en veroordeelde haar tot het betalen van 9250 dollar schadevergoeding per nummer, in totaal 222.000 dollar.
De jury was het er snel over eens dat Thomas schuldig was, omdat de rechter de instructie had gegeven dat het aanbieden van de muziek gelijkgesteld moest worden met het verspreiden ervan. Na veel kritiek hierop kwam de rechter tot de conclusie dat zijn instructie onjuist was geweest; hij besloot dat Thomas een nieuw proces moest krijgen, dat deze week plaatsvond.
Ook zonder de instructie om aanbieden te beschouwen als verspreiden bleek de jury er niet veel moeite mee te hebben om Thomas schuldig te verklaren. Na een beraad van een paar uur kwam de jury donderdag tot de conclusie dat Thomas opzettelijk het auteursrecht op de 24 nummers geschonden had. De schadevergoeding werd nu echter vastgesteld op 80.000 dollar per nummer, in totaal 1,92 miljoen.
Thomas was zichtbaar geschokt door het vonnis, maar koesterde geen rancuneuze gevoelens tegen de jury. "Ze hebben hun werk gedaan", verklaarde ze. "Ik neem het ze niet kwalijk". Ze voegde er wel aan toe dat de platenmaatschappijen het geld nooit zouden krijgen. "Veel succes met het incasseren... pluk maar eens veren van een kikker."
Volgens woordvoerster Cara Duckworth van de RIAA hebben de platenmaatschappijen de zaak altijd al willen schikken en zijn ze daar ook nu nog toe bereid. Over de voorwaarden waaronder dat zou moeten gebeuren liet ze zich niet uit. Advocaat Kiwi Camara heeft al aangekondigd dat hij de strijd wel wil voortzetten indien Thomas dit vraagt. Een van de gronden waarop het vonnis zou kunnen worden vernietigd is het feit dat de schadevergoedingen in verhouding tot de werkelijke schade dusdanig hoog zijn dat ze in strijd zijn met de Amerikaanse grondwet. Daar was al sprake van bij het vorige vonnis, maar nieuwe veroordeling zal dit argument beslist kracht kunnen bijzetten.