De Linux Foundation schat dat het een conventioneel bedrijf 10,8 miljard dollar gekost zou hebben om de recentste versie van Fedora te ontwikkelen. Alleen al de ontwikkeling van de kernel zou 1,4 miljard dollar kosten.
De Linux Foundation gebruikte voor deze schatting dezelfde methode die bij een onderzoek uit 2002 werd gebruikt. Toen werden de ontwikkelkosten van Red Hat Linux 7.1, op basis van de kosten per regel code, op 1,2 miljard dollar geschat.
Bij het nieuwe onderzoek is meegewogen dat versie 9 van Fedora 204.500.946 regels code heeft en dat het gemiddelde jaarsalaris van een Amerikaanse programmeur 75.662 dollar bedraagt. De stichting komt daarmee op een totaalbedrag van 10.784.484.309 dollar voor de ontwikkeling van Fedora 9. De onderzoekers schatten dat de ontwikkeling van de kernel 1.372.340.206 dollar heeft gekost.
"Meer dan 1000 ontwikkelaars van minstens 100 verschillende bedrijven dragen bij aan elke kernel-release. Alleen al in de laatste twee jaar hebben meer dan 3200 ontwikkelaars van 200 bedrijven bijgedragen aan de kernel", stelt de Linux Foundation, die daarbij aantekent dat de kernel slechts een klein onderdeel van een Linux-distributie vormt, en dat nog eens duizenden individuele ontwikkelaars aan de andere componenten van de distro hebben bijgedragen.
De vraag hoeveel Linux werkelijk waard is, kan niet nauwkeurig beantwoord worden, geeft de Linux Foundation toe. "De enorme kosten die door de gemeenschap voor de ontwikkeling van Linux worden gedragen, laten wel zien hoe belangrijk de distributies in de hedendaagse computerwereld zijn", stellen de onderzoekers. Volgens hen is het uitzonderlijk dat een enkel bedrijf - Microsoft - de gigantische kostprijs kan opbrengen, en ze verwachten dat de concurrentie van samenwerkingsprojecten als Linux het daarvoor noodzakelijke monopolie op den duur onhoudbaar zal maken.