Google heeft zijn succes grotendeels aan mond-tot-mondreclame te danken en voelde nooit echt de noodzaak om zelf te adverteren. Hier lijkt nu echter langzaam verandering in te komen.
Ondanks de forse groei van Google zijn de uitgaven aan offline adverteren de afgelopen jaren vrijwel stabiel gebleven op zo'n twintig miljoen dollar per jaar, wat erg weinig is ten opzichte van de huidige omvang van het bedrijf. Veel van de diensten en producten van Google zijn bekend geworden door een mix van public relations en deals met softwaremakers. Bovendien heeft Google het ene product vanuit het andere weten te promoten.
Google betreedt nu echter markten die nieuw voor de zoekgigant zijn. Google heeft bijvoorbeeld software voor mobiele telefoons en een eigen browser uitgebracht. Daarmee neemt ook de noodzaak toe om andere manieren voor de promotie van Googles producten en diensten te vinden. In de nieuwe markten ondervindt Google namelijk concurrentie van bedrijven die zelf wel flink adverteren, zoals Microsoft en Apple. Dit lijkt ook binnen Google niet onopgemerkt te blijven, want volgens The Wall Street Journal heeft Google de afgelopen tijd gesprekken gevoerd met verschillende bedrijven die zijn gespecialiseerd in offline marketing, waaronder Wieden + Kennedy, dat vooral bekend is van de 'Just do it'-campagne voor Nike.
Ook Googles eigen marketingafdelingen - elke productgroep heeft een eigen marketingteam - experimenteren met nieuwe benaderingen. Zo worden er op enkele gebouwen in New York enorme afbeeldingen geprojecteerd om iGoogle te promoten, en prijkt het Google-merk met de komst van de G1 nu ook voor het eerst op een consumentenproduct.