Liquid Computing is vandaag begonnen met de verkoop van een highend Opteron-cluster die tot tachtig processors in de ruimte van een half 19"-rack (26U) kan huisvesten. Tot twaalf van deze kasten kunnen aan elkaar geknoopt worden om een nog grotere cluster te vormen. Hoewel het nieuwe bedrijf niet de eerste is die dergelijke systemen kan bieden, meent het dankzij de geïntegreerde virtualisatietechniek wel een uniek verkooppunt te hebben. Het systeem houdt een centrale lijst bij van beschikbare onderdelen (waaronder processors, geheugenmodules en I/O-chips) waaruit de beheerder virtuele servers kan samenstellen. Zo kan er met tachtig processors bijvoorbeeld gekozen worden tussen twintig servers met vier processors of veertig stuks met twee processors. Het maximale aantal chips per partitie is acht, wat - net als de foto - doet vermoeden dat het de basis van het systeem gevormd wordt door tien blades met ieder acht sockets. Dit is tevens het maximum wat de Opteron zonder hulp van een speciale chipset ondersteunt.
Er zijn - buiten de flexibiliteit - een aantal voordelen aan deze aanpak. Defecte hardware kan onmerkbaar voor de software vervangen worden, wat niet alleen het aantal fatale crashes vermindert, maar ook upgrades en uitbreidingen mogelijk maakt zonder de normale werking van het systeem te verstoren. Het bedrijf zegt op deze manier 99,999% beschikbaarheid te kunnen leveren, zonder alle complexiteit die normaal bij clusters komt kijken. Over de prijs wil men tegenover de pers niet veel kwijt, maar het zou in ieder geval goedkoper zijn dan een viertal 4-way servers met de nodige 10 gigabit netwerkhardware. Dat het in de tienduizenden dollars loopt mag dus wel duidelijk zijn. Volgend jaar wil het bedrijf een nieuwe versie uitbrengen die gebruikmaakt van de quadcore Opteron 'Barcelona', waarmee tot zestien sockets per partitie zullen worden ondersteund.