De gewelddadigheden tussen Hezbollah-strijders in Libanon en het Israëlisch leger laten ook de lokale ICT-sector niet onberoerd. Haifa huisvest namelijk meerdere hightechbedrijven, waaronder Intel, Microsoft en maker van software voor mobiele telefoons Mobilitec. Afgelopen zondag lag deze havenstad hevig onder vuur, waarbij acht Israëlische werknemers op een treindepot de dood vonden en er zeventien gewond raakten. Microsoft heeft in reactie daarop zijn 180 werknemers in Haifa opgedragen thuis te blijven bij hun families en vanaf daar te werken. Ook het 2300 koppen tellende personeelsbestand van Intel werkt onder aangepaste omstandigheden. Een gedeelte bevindt zich met een bedrijfslaptop in schuilkelders, die in Haifa standaard over een draadloze internetverbinding beschikken.
De andere personeelsleden werken vanuit speciale veiligheidsruimtes binnenin het onderzoekscentrum van Intel, waar onder andere de Pentium M- en de Core 2 Duo-architectuur het levenslicht zagen. Totaal zijn er nog 3100 andere mensen voor Intel in Israël aan het werk, maar deze bevinden zich vooral in de buurt van chipfabriek Fab 18, die zich in het zuidelijke Qiryat Gat bevindt. Bij Mobilitec is het advies uitgegeven om met het gezin naar het werk te komen. Ook is het werknemers toegestaan om tijdelijk naar het zuiden te vertrekken en daarvandaan aan de slag te gaan voor het bedrijf. Als het geweld blijft aanhouden, dan is het volgens het Israëlische bedrijfsmagazine TheMarker niet uitgesloten dat al het personeel en bedrijfsfaciliteiten naar een veiliger gebied worden verhuisd. Niettemin zou dat eerder uitzondering dan gewoonte zijn voor Israëlische technologiebedrijven.
