Multitasking is een mooi ding, maar hoe beter de veelzijdigheid van een computer benut wordt, hoe groter de geheugenbehoefte, weet Tom's Hardware Guide. Ondanks de steeds grotere hoeveelheid tegelijkertijd draaiende programma's, is de mythe dat een gigabyte geheugen voor vrijwel elke thuisgebruiker genoeg zou moeten zijn even hardnekkig als wijdverbreid. Start maar eens een recent spel, speel een paar minuten en mep op de Windows-toets - best kans dat Windows zich een ongeluk swapt om geheugen voor de toch vrij magere task manager vrij te maken. Maar Oom Tom zou Oom Tom niet zijn als ze er niet een dozijn pagina's aan gewijd hadden, waarin setups van een (single core) Athlon 64 4000+ met tussen de 512MB en 2GB geheugen worden getest op gameprestaties, multimediabewerkingen en diverse andere breinbrekers.
In de tests werd een onderscheid gemaakt tussen 'first run' en 'cached run', omdat de eerste keer dat een test uitgevoerd wordt, alle data toch nog van disk moet komen en de invloed van extra geheugen klein is. De 'first run'-cijfers waren op z'n zachtst gezegd dramatisch veel slechter dan de runs waarbij een gedeelte van de data nog in de cache stond: een potje Doom 3 met de 512MB-setup liet een verbetering van 56 naar 91fps zien. Meer geheugen is in zo'n geval ook aan te bevelen: omdat hoe meer gegevens in het geheugen bewaard zijn, hoe minder er op de harde schijf gewacht hoeft te worden. Met 2GB aan boord won de 'first run' van dezelfde Doom 3-benchmark direct 17fps, een verbetering van dertig procent.


Natuurlijk moet het geheugen wel gebruikt kunnen worden: als het niet nodig is, helpt alle geheugen van de wereld niet om de prestaties te verbeteren. Far Cry ging dankzij 1,5GB extra geheugen van 116,3 naar 117,5fps en dat is uiteraard de moeite niet. Dezelfde massa geheugen hielp 3dMark05 slechts van 5650 naar 5655 punten, en ook het coderen van audio- en videobestanden heeft bar weinig lol van extra ram. Uit een frame-by-frame analyse van een spelletje Battlefield 2 blijkt echter dat bepaalde software wel degelijk enorm veel baat bij extra geheugen kan hebben: het wachten op de harde schijf vertraagde het spel elke paar frames. Hoewel het merendeel van de beeldjes keurig op tijd op het beeldscherm gezet konden worden, nam het aantal frames waarbij de rendertijd minder dan 60fps toestond, af van 25,8% bij 512MB naar 2,3% bij 2GB.
Meer geheugen is, kortom, vaak handig en nog vaker hard nodig. 512MB is genoeg voor diegenen die graag op lage resoluties gamen, zelden twee applicaties tegelijk draaien of al lang en breed oma zijn, schampert de site. Een gigabyte ram maakt al een wereld van verschil: met een browser, een tekstverwerker en een pdf'je open kan de gebruiker rustig Photoshop starten; applicaties hoeven niet beëindigd te worden omdat andere applicaties anders wegens geheugentekort weigeren te starten, en de meeste nieuwe spellen draaien heel veel soepeler - aangenomen dat ook cpu en gpu tegen de game zijn opgewassen, uiteraard. Nogmaals de geheugencapaciteit verdubbelen heeft voor de gamende medemens al minder zin: tussen de benchmarks voor 1GB en 2GB zat maar weinig verschil. Wie naast FEAR of World of Warcraft nog wat p2p-clients, ftp-servers en een dvd-spelertje voor de tv-uit draait, wil over een dergelijke hoeveelheid nadenken als hij op zo'n moment ook nog eens een rarretje van 8GB wil uitpakken. Ook hiervoor geldt: dan moet de rest van de computer wel met de last kunnen leven, want alleen veel geheugen is niet zaligmakend.
