De BBC schrijft dat een 22-jarige studente uit Zweden het zestiende probleem van Hilbert gedeeltelijk heeft opgelost. In het jaar 1900 formuleerde deze wiskundige 24 stellingen, die volgens hem de grootste wiskundige problemen van de twintigste eeuw zouden zijn. De meeste van deze problemen zijn ondertussen al opgelost, maar probleem nummer 16 (samen met 6 en 8) bleef altijd onopgelost. Elin Oxenhielm wist het probleem, dat betrekking heeft op de kwalitatieve eigenschappen van vectorenvelden, voor een gedeelte te kraken. Het resultaat hiervan zou gebruikt kunnen worden in computersimulaties, betreffende wetenschappelijke en politieke problemen. Hoewel Elin zich slechts heeft beziggehouden met een gedeelte van het probleem, verwacht ze dat een volledige oplossing ook bereikt zal kunnen worden via haar methoden:
Mathematicians describe it as a question of the "topology of algebraic curves and shapes." Non-technically it deals with the way solutions to equations are arrived at. Elin Oxenhielm's solution is of a special version of the second part of the problem, called the "boundary cycles for polynomial differential equations".
[...] It may improve the way scientists use computers to simulate such diverse phenomena as global warming and economies. Oxenhielm believes her method can be used to unlock the mystery of the entire 16th problem, and plans to write a popular book about her work.