Hedendaagse geïntegreerde elektronische circuits worden met de 'dag' kleiner en dat is ook maar goed ook want anders zou een Pentium 4 processor al snel een heel A4-tje in beslag nemen om nog maar niet over het benodigde vermogen en koeling te spreken die zo'n chip nodig zou hebben. Gelukkig zijn er overal in de wereld ingenieurs bezig met het vinden van oplossingen om circuits kleiner te maken. Een taak die niet alleen steeds moeilijker wordt door de fysieke limieten van het licht, dat gebruikt wordt door de belichtingsapparatuur om de chips te maken, maar ook door de fysieke limieten van het materiaal, silicium, waarmee een chip wordt gefabriceerd.
In een presentatie die John Cohn, werkzaam als ingenieur bij IBM Microelectronics, op het ICCAD (International Conference on Computer Aided Design) heeft gepresenteerd vertelt hij over een nieuw probleem waar IBM op is gestuit. Chips gemaakt met het 130-nm proces bleken last te hebben van 'power noise'. Power noise, of in gewoon Nederlands voedingsruis, bestaat uit kleine voltage verschillen die optreden als ergens een transistor in de chip omschakelt. Deze ruis kan zo erg zijn dat andere gedeelten van het design te weinig spanning krijgen en hierdoor ongewenst gedrag gaan vertonen. Het probleem is heel moeilijk te vinden en op te lossen. Vaak moet het fysieke design van de chip worden veranderd wat in de praktijk betekent dat er enkele maanden werk verloren gaat. Een andere manier om het probleem op te lossen bestaat uit het aanbrengen van condensators op alle voedingslijnen zodat kleine spanningsdalingen opgevangen kunnen worden.