jank wees ons op een artikel van de Telegraaf waarin verteld wordt dat Richard Clark, veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Bush, hackers heeft aangemoedigd hun kraakpogingen door te zetten. Hij wil zelfs onderzoeken of hackers juridische bescherming kunnen krijgen.
Wie nu denkt dat Clark het doodvonnis van vele websites heeft getekend moet nog even doorlezen. Clark denkt namelijk dat vele beveiligingslekken niet gerepareerd zouden kunnen worden als hackers deze niet aan het licht zouden brengen. Er worden dan ook een paar regeltjes gesteld: hackers zouden, als ze een lek vinden, dit onmiddelijk bij de betreffende softwareproducent moeten melden. Reageert de fabrikant niet, dan kan de hacker het lek bij de overheid melden. Het lek misbruiken is natuurlijk niet toegestaan.
Echter, nog niet alles is in kannen en kruiken. Zo is het bijvoorbeeld de vraag hoeveel informatie aan het publiek (en aan andere hackers) gegeven moet worden. Moet alle informatie over een lek worden vrijgegeven, of moet er alleen verteld worden dat het lek bestaat? Ook de reactie van de softwarebedrijven kan een probleem vormen:
Bedrijven reageren ieder op hun eigen manier op hackers. Sommige softwaremakers belonen hackers voor het opsporen van veiligheidslekken, terwijl andere dreigen met juridische stappen. Tegen dit laatste moeten hackers volgens Clark beschermd worden.