De Belgische vervoersmaatschappij De Lijn heeft zijn streven om tegen 2023 autonoom rijdende bussen tussen Vlaamse steden te laten pendelen naar verluidt in de ijskast gezet. Het project is te duur en te complex, luidt de conclusie.
De Lijn zou deelnemers aan het testproject intern hebben laten weten dat 'de markt zich niet ontwikkeld heeft zoals verwacht' en dat het op het punt staat het project te stoppen. Dat schrijft De Tijd. Volgens De Lijn zijn 'de onderhandelingsprocedure en bijbehorende gesprekken nog lopende'.
Het doel van het project was om vanaf 2021 autonoom rijdende pendelshuttles in te zetten tussen Antwerpen, Leuven, Mechelen en Genk. Volgend jaar zouden de eerste testritten uitgevoerd moeten worden.
Volgens De Tijd was echter slechts een van de vijf offertes voor de bouw van de voertuigen valide, waardoor De Lijn geconcludeerd zou hebben dat het project technologisch nog niet haalbaar was. Bovendien bleek uit haalbaarheidsstudies dat de kosten veel hoger uit zouden komen dan de geraamde 4 miljoen euro per jaar die De Lijn begin dit jaar in het vooruitzicht stelde. Alleen al in Leuven zouden de investeringskosten oplopen tot 31 miljoen euro, waarbij de kosten voor de aanpassing van wegen nog niet meegerekend zijn.
De Lijn benadrukt tegen De Tijd dat een project voor autonome bussen rond Brussels Airport in ieder geval wel doorloopt.