Bij Signify in het Belgische Turnhout, vroeger de thuisbasis van Philips Lighting, dreigen 121 van de 534 banen te verdwijnen. Dit heeft de directie aangekondigd op een vergadering met de OR. In Turnhout wordt vooral conventionele verlichting geproduceerd, een markt die in ijltempo krimpt.
Bij de banen die de directie bij Signify Turnhout wil schrappen, gaat het om 87 arbeiders en 34 bedienden. In totaal betreft het ongeveer een kwart van alle personeelsleden. Het is de zoveelste ontslagronde op rij voor de lampenfabrikant in de Kempische stad, die tot mei 2018 nog opereerde onder de naam Philips Lighting. Zo vielen er in april van dit jaar al 29 gedwongen ontslagen en verloren in december 2018 in totaal 158 mensen hun job.
De problemen met de site in Turnhout hebben alles te maken met de beslissing van Philips, enkele jaren geleden, om in de Belgische stad niet te investeren in ledverlichting. In Turnhout wordt van oudsher conventionele verlichting gemaakt. Het ging vroeger voornamelijk om gloeilampen, maar tegenwoordig onder andere om stadionverlichting en lampen voor serres en projectors. Deze markt staat enorm onder druk. De fabrieken voor ledverlichting bevinden zich tegenwoordig vooral in Azië en Oost-Europa.
Signify-woordvoerder Roel Dekoninck bevestigt: "De markt voor conventionele verlichting daalt jaarlijks met twintig procent. Als marktleider deelt Signify in de klappen". Voor Serge Seret van de socialistische vakbond BBTK komt de nieuwe ontslagronde dan ook niet als een verrassing. Tegenover persagentschap Belga zei hij dat de transformatie van conventionele verlichting naar ledverlichting zelfs 'nog wat sneller gaat dan voorspeld', en dat het personeel de aankondiging eerder gelaten ondergaat.
Signify-woordvoer Dekoninck liet namens de directie weten dat het bedrijf er alles aan zal doen om actief te blijven in Turnhout, onder meer door de vaste kosten zoveel mogelijk te verlagen.
Met de intentie om 121 banen te schrappen, treedt de zogeheten wet-Renault in werking. Dat is een procedure die een bedrijf in België moet volgen zodra het een collectief ontslag wil doorvoeren, en houdt naast een sociaal plan ook in dat personeelsvertegenwoordigers daadwerkelijk inspraak krijgen tijdens het proces. De wet 'dankt' zijn naam aan de abrupte sluiting van de Renault-fabriek in Vilvoorde, vlakbij Brussel, waarbij in 1997 in één klap 3098 werknemers op straat werden gezet. Daarover kon niet meer worden onderhandeld, wat in België tot veel verontwaardiging leidde.
/i/2003157442.jpeg?f=imagenormal)