Amerikaanse onderzoekers van MIT hebben een techniek ontwikkeld waarmee onderzeeërs kunnen communiceren met vliegtuigen. Normaal gesproken kunnen onderzeeërs geen data versturen vanuit het water naar de lucht, maar daar hebben de wetenschappers iets op gevonden.
De onderzoekers hebben de situatie van een onderzeeër en een vliegtuig nagebootst door een speaker in een zwembad te leggen en naar het wateroppervlak te richten. De geluidsgolven van de speaker bootsen de sonar van onderzeeërs na en zodra de drukgolven het wateroppervlak raken, creëren ze kleine trillingen. Die kunnen niet zomaar worden gedetecteerd; daarvoor moet een speciale zeer gevoelige radar worden gebruikt. Die kan de veranderingen aan het wateroppervlak detecteren, die door de geluidsgolven worden veroorzaakt. Om de technologie te laten werken, hebben de onderzoekers een aantal uitdagingen overwonnen, zoals ervoor zorgen dat de radar het wateroppervlak 'herkent' en het detecteren van de kleine golven afkomstig van de sonar.
De technologie heet translational acoustic-RF communication en werkt doordat het sonarsignaal kleine trillingen veroorzaakt op verschillende frequenties. Die corresponderen met de nullen en enen van binaire data. Een radar, die werkt op frequenties van 30GHz tot 300GHz, kan de kleine veranderingen aan het wateroppervlak detecteren, waarna de bits kunnen worden omgezet in betekenisvolle data.
Een ruwe zee is vooralsnog echter wel een spelbreker voor deze communicatietechniek. Er worden algoritmes ingezet voor het verwerken van de signalen en om onderscheid te maken tussen de kleine trillingen van de sonar en grotere die afkomstig zijn van bijvoorbeeld golven in zee. De watergolven mogen vooralsnog niet groter zijn dan 16 centimeter, anders is het systeem niet in staat om de signalen te decoderen. De onderzoekers hopen het systeem door te ontwikkelen zodat het ook werkt bij grotere golven.
Het team MIT-wetenschappers erkent dat de technologie nog in de kinderschoenen staat. Zo kunnen er vooralsnog niet meer dan een paar honderd bits per seconde worden verstuurd; daarvoor wordt een techniek genaamd Orthogonal Frequency Division Multiplexing gebruikt. En het gaat voorlopig alleen nog om een uplink: de techniek is niet inzetbaar om communicatie vanuit een vliegtuig naar de onderzeeër mogelijk te maken.
De onderzoekers stellen dat de techniek veelbelovend is en niet alleen inzetbaar is om onderzeeërs data te laten versturen naar vliegtuigen. Zo kan de techniek worden ingezet om vliegtuigen te vinden die in zee zijn gestort en onvindbaar zijn. Ook kan het worden gebruikt voor sensoren onder het wateroppervlak die data over de staat van bijvoorbeeld koraalriffen direct kunnen doorsturen. En als data direct naar vliegtuigen kan worden gestuurd, zijn er geen boeien aan de oppervlakte meer nodig om de sonargolven op te vangen en de informatie in de vorm van radiosignalen door te sturen.
Het onderzoek is gepubliceerd onder de titel Networking across Boundaries: Enabling Wireless
Communication through the Water-Air Interface.