Uit onderzoek van de Open State Foundation blijkt dat een overgrote meerderheid van de websites van zorgbedrijven nog geen https ondersteunt. In enkele gevallen wordt hierbij ook informatie in onlineformulieren zonder encryptie verzonden.
De Open State Foundation keek voor dit onderzoek naar 22.393 websites. Hiervan ondersteunen er 8637, ofwel 39 procent, de beveiligde verbinding. Bij 1786 van deze websites wordt https echter niet afgedwongen, waardoor in deze gevallen de verbinding bij de meeste gebruikers alsnog niet beveiligd is. In totaal dwingt slechts 31 procent van de zorgwebsites het gebruik van https af.
Het onderzoek is verder onderverdeeld per type zorg. Aanbieders van paramedische zorg scoren het laagst, waar 24 procent van de websites https ondersteunt. Bij fysiotherapeuten is dit aantal 30 procent en bij geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg is het 34 procent. Bij tandartsen, mondhygiënisten en aanbieders van gehandicaptenzorg is bijna 40 procent van de websites beveiligd met https en bij apotheken is dit een kleine 50 procent.
Meer dan de helft van de websites van aanbieders van jeugdzorg ondersteunt https, namelijk 56 procent. Bij slechts 37 procent wordt dit echter ook daadwerkelijk afgedwongen. Websites van huisartsen en ziekenhuizen presteren het best: 66 procent van de huisartsenwebsites ondersteunt https en 61 procent dwingt het af. Bij ziekenhuizen zijn dit respectievelijk 75 en 68 procent.
De Open State Foundation merkt verder op dat uit een steekproef bleek dat verschillende van deze onbeveiligde websites onlineformulieren aanbieden. Deze formulieren vragen onder andere om persoonsgegevens en medische aandoeningen. Zonder beveiligde verbinding kan dergelijke informatie relatief eenvoudig onderschept worden.
Https is voor meer sectoren een zorg. In maart maakte de Open State Foundation bekend dat 52 procent van de overheidswebsites ondersteuning biedt voor de versleuteling. Ronald Plasterk, de minister van Binnenlandse Zaken, wil alle overheidswebsites verplicht stellen om https te implementeren. Mogelijk wordt hiervoor in 2018 een wet ingevoerd.