ICT-onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een functionele programmeertaal ontwikkeld waarmee chip-ontwerpers kunnen bewijzen dat het gedrag van chips door aanpassingen niet verandert. Dit moet het ontwerpproces goedkoper maken.
Een belangrijk onderdeel van het onderzoek van de Universiteit Twente betreft de ontwikkeling van de CλaSH-compiler. Deze compiler zet de functionele taal Haskell, waarvan de eerste versie in 1990 verscheen, om en gebruikt vergelijkbare syntaxis en semantiek. Een functionele taal is te gebruiken om hardware te beschrijven: combinatorische circuits zijn te modelleren als wiskundige functies. CλaSH zet daarbij de beschrijvingen op hoog niveau om naar de hardwarebeschrijvingstaal vhdl op een lager niveau.
"Tijdens het ontwerpproces van nieuwe chips gebruiken fabrikanten al twintig jaar dezelfde technieken. Daarbij moet na elke stap in het ontwerpproces uitvoerig getest worden", volgens de Universiteit Twente. Aanpassingen aan het ontwerp, om chips sneller te maken bijvoorbeeld, kunnen onbedoelde effecten hebben en tot grote problemen leiden.
“Waar je als softwareontwikkelaar een codefout nog kan herstellen door een patch op te sturen, moet je bij een fout in een chip alle producten waar deze chip in verwerkt is, terugroepen”, verklaart promovendus Christiaan Baaij uit. Zo zag Intel zich in 2011 genoodzaakt de productie van Sandy Bridge-chipsets stil te leggen vanwege een ontwerpfout.
Het gebruik van een moderne functionele taal als CλaSH stelt ontwerpers nu in staat formeel te bewijzen dat hardwaretransformaties geen invloed hebben op het gedrag van chips. Voordeel van de methode zou zijn dat het niet meer nodig is om bij elke stap in het ontwerpproces steeds weer alles te verifiëren. De methode brengt de complexiteit en de kosten van chipproductie dan ook terug, aldus de onderzoekers.
Het onderzoek is verricht binnen de vakgroep Computer Architecture for Embedded Systems van onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente. Volgens de Universiteit Twente is er grote interesse uit het bedrijfsleven, maar zijn concerns huiverig over te stappen op functionele talen.