Terwijl de game-industrie groter en groter wordt, groeit ook de kritiek van beleidsmakers en instanties op het fenomeen games. Een terugkerende thema is geweld in games en dan vooral de slechte invloed die dat zou hebben op de jeugdige gamers.
Tot op de dag van vandaag is er geen enkel onderzoek waaruit blijkt dat er een directe relatie bestaat tussen het spelen van een spel als Battlefield of Quake en het oppakken van een machinegeweer om vervolgens je medeleerlingen op school neer te schieten. Het zou in landen als Amerika al een stuk schelen als je niet op iedere hoek van de straat een wapen kon kopen, maar die discussie is een eindeloos lot beschoren, ben ik bang.
Waar in theorie wel wat voor te zeggen is, is de leeftijdssticker die op games staat. Net zoals een kind van 11, 12 jaar naar mijn mening niet naar een film als Saw IV moet kijken, denk ik dat iemand van diezelfde leeftijd geen Kane & Lynch zou moeten spelen. Het taalgebruik is extreem grof en de gameplay bestaat uit een orgie van geweld, die domweg niet passend is voor een jochie dat tussen groep 7 en het begin van de middelbare school bungelt.
Zolang kids geen games spelen die niet voor hen bedoeld zijn, kan er bij beleidsmakers ook geen ophef ontstaan over die desbetreffende games. Er is gekozen voor een ratingsysteem, de PEGI-rating, dus het zou mooi zijn als men zich daar in de praktijk ook aan houdt. Met men bedoel ik ouders - het loont de moeite om af en toe te kijken wat de kroost speelt - maar vooral verkopers in de winkels.
En daar gaat het dus mis. Mensen achter de toonbank en verkopers op de vloer interesseert het niet hoe oud het mannetje met zijn knisperende bankbiljetten aan de andere kant van de balie is. Ieder verkocht spel is er een, zeker in deze tijd waar illegaal downloaden en het ombouwen van consoles welig tiert.
Zo heeft mijn neefje voor Kerst een Xbox 360 gekregen. De knaap is 12 jaar en hij weet donders goed wat voor werk zijn oom doet. Een dag na Kerst verscheen er een e-mail met een verzoek of ik een aantal spellen zou kunnen regelen. Brutaal? Ach, als ik 12 jaar oud en dol op gamen was én een oom had die de Berlijnse Muur kan nabouwen met computerspeldoosjes zou ik waarschijnlijk hetzelfde gedaan hebben.
Het verlanglijstje bestond Assassin's Creed (18+), Halo 3 (16+) en Medal of Honor: Airborne (16+). Enigszins versuft staarde ik naar mijn scherm. Moest ik hier nu de moraalridder gaan uithangen of er het kwaad niet van inzien? Assassin's Creed gaat me echt te ver en nee, die regel ik dus niet voor de zoon van mijn zus. Ik vroeg haar vervolgens om haar opvoedkundige mening in deze, maar ze wist het eigenlijk ook niet. Misschien dan maar Halo 3 aan het mannetje geven? Daar schiet je toch alleen maar tegen buitenaardse wezens? Of gewoon keihard zeggen: je bent te jong, kom over 4 jaar maar terug?
Feit is wel dat nog diezelfde middag mijn neefje Call of Duty 4 kocht bij de Free Record Shop. Iedereen die Call of Duty 4 gespeeld heeft, zal erkennen dat het een enorm intense game is. De leeftijdsrating is 16+ en de verkoper in kwestie heeft geen moment kunnen denken dat mijn neefje daadwerkelijk die leeftijd heeft. En om nu een twaalfjarige een game te laten spelen waarin je de executie van een president door de ogen van diezelfde president meemaakt of waar je op een gegeven moment uit een brandend helikopterwrak kruipt en uiteindelijk het loodje legt?
Mijn gevoel zegt dat Call of Duty 4 te heftig is voor een 12-jarige terwijl Halo 3 misschien wel weer net kan. Beide spellen hebben een 16+ rating, terwijl ik Infinity Ward's shooter toch beduidend aangrijpender vind.
Ik heb de oplossing voor het probleem niet, maar ik weet wel dat die leeftijdsratings niet werken. Verkopers trekken zich er nauwelijks iets van aan, sommige ouders houden het wel in de gaten, maar veel ouders ook niet, en als jong jochie kijk je altijd naar de verboden vruchten van net iets oudere kinderen. Als we dan toch een systeem hebben, laten dan in ieder geval de officiële instanties die ermee verbonden zijn, in dit geval de winkels die games verkopen, zich er aan houden. Twijfel bij ouders en ooms is nog tot daaraan toe, maar winkeliers dienen zich gewoon aan de regels te houden.
