Door Femme Taken

UX Designer

Areca ARC-1280 preview en mini SATA RAID-vergelijking

04-08-2006 • 17:21

53

Singlepage-opmaak

CPU-belasting en random I/O performance

De processorbelasting van de RAID-adapter kan een belangrijke factor zijn voor systemen die grote hoeveelheden data verplaatsen en tegelijkertijd processorintensieve taken afhandelen. De CPU-belasting van intelligente RAID-adapters is over het algemeen erg laag. Anders is dat bij de hostbased oplossingen die XOR-bewerkingen op de CPU afschuiven. De IOMeter write STR-test vormt een uitstekend worstcase scenario voor de processorbelasting van de RAID-adapters. Die is immers het hoogst als er veel data weggeschreven moet worden en er en masse geXOR'ed moet worden.

Kijken we naar de cijfers van de absolute processorbelasting in RAID 5 dan zijn er twee kaarten die negatief uit de toon vallen, namelijk de HighPoint RocketRAID 2320 en de LSI Logic MegaRAID SATA 300-8X. Die eerste was uiteraard te verwachten vanwege zijn geaardheid als hostbased adapter, maar van een intelligente oplossing als de MegaRAID SATA 300-8X mogen betere waarden verwacht worden. Het mag als vanzelfsprekend heten dat de processorbelasting afhankelijk is van de performance van de CPU. In ons geval werd gebruikgemaakt van een single Opteron 248 met een kloksnelheid van 2,2GHz.

Een vergelijking op absolute processorbelasting is niet helemaal eerlijk omdat adapters die hogere transfer rates produceren en dus beter presteren logischerwijs ook een hogere processorbelasting veroorzaken. Eerlijker is het om te kijken naar de relatieve processorbelasting. In de onderstaande grafiek is weergegeven hoeveel CPU-tijd de kaarten claimen voor elke 100MB die per seconde wordt weggeschreven. De Areca ARC-1280 eindigt nu als beste van de intelligente RAID-oplossingen. De RocketRAID 2320 en de MegaRAID SATA 300-8X maken nog steeds geen beste indruk.

Als laatste van de low-level benchmarks bekijken we de prestaties van de RAID-kaarten in de IOMeter Fileserver-simulatie. Dit synthetische toegangspatroon bestaat uit volledig willekeurige I/O's die met een oplopende queue-diepte van 1, 2, 4, 8, 16, 32 en 64 uitstaande I/O's worden afgevuurd. De test maakt zichtbaar hoe bekwaam de adapters zijn in het parallelliseren van I/O's in workloads met een hoge concurrency.

Hoewel niet alle adapters even goed presteren tonen ze vrijwel allemaal een consequente scaling. Een uitzondering daarop is de Areca ARC-1280, die in configuraties met meer dan zes schijven buiten adem raakt en vanaf twaalf disks zelfs minder gaat presteren. Eenzelfde fenomeen doet zich in minder extreme mate voor bij de ARC-1160, die bij veertien schijven niet beter presteert dan met twaalf. Desalniettemin behoren de random I/O-prestaties van de Areca ARC-1160 tot de beste van het veld. De slechtste resultaten worden neergezet door de RocketRAID 2320.

In RAID 1/10/6/50 zien we wederom dat de ARC-1280 achter blijft bij de oudere ARC-1160. Wellicht is er sprake van een firmware bug die in de productieversies van de ARC-1280 mogelijk zal zijn opgelost. Vanaf zes harde schijven is de 3ware 9550SX-12 duidelijk de snelste van het stel. Hij bereikt dit resultaat echter wel in RAID 50, terwijl de Areca-adapters het betrouwbaardere RAID 6 gebruiken.