Inleiding
Met de introductie van de Haswell-architectuur heeft Intel fabrikanten alle ruimte gegeven om snelle ultrabooks met een lange accuduur te bouwen. Apple bracht in 2008 met de eerste generatie MacBook Air al een ultrabookachtige computer uit, nog voordat Intel de merknaam claimde. In 2013 is de ultrabook alweer aardig ingeburgerd geraakt en hoewel de MacBook Air officieel geen ultrabook is, heeft Apple wel als een van de eerste fabrikanten de nieuwe Haswell-hardware in een van zijn laptops weten te verwerken. Het resultaat is een ogenschijnlijk ongewijzigde computer, met behoorlijk wat interne veranderingen.
Het 2013-model krijgt onder andere Haswell-hardware en een grotere ssd mee voor een gelijkgebleven prijs. Apple verkoopt het 11"-model voor 1029 euro. Een investering van nog eens honderd euro levert een 13"-model op, met gelijkgebleven hardware. Optioneel kan nog eens 150 euro geïnvesteerd worden om de processor te upgraden van een Core i5-4250U naar een Core i7-4650U. Het werkgeheugen bedraagt standaard 4GB en kan voor een meerprijs van 100 euro geüpgraded worden naar 8GB. Het door ons geteste model is de duurste standaarduitvoering die momenteel te verkrijgen is en kost 1329 euro. Daarvoor krijg je een 13"-laptop met de i5-processor, 4GB werkgeheugen en een ssd van 256GB.
In de benchmarks die we op de Air hebben gedraaid, maken we uiteraard de vergelijking met de MacBook Airs van de vorige generaties, maar ook met de eerder door ons geteste MacBook Retina's. We hebben ook twee Windows-laptops in de benchmarks meegenomen: de onlangs geteste Elitebook Revolve 810 en de Dell XPS 12. De Elitebook heeft een tweedegeneratie-Ivy Bridge-processor en de XPS 12 beschikt over een Ivy Bridge-i7. De laptops dienen als referentiemateriaal in de benchmarks die daarvoor geschikt zijn.