De Europese btw-regelgeving beschouwd als levering:
Artikel 14 Richtlijn 2006/112 (Btw-richtlijn)
Als„levering van goederen”wordt beschouwd, de overdracht of overgang van de macht om als een eigenaar over een lichamelijke zaak te beschikken.
Ook gas, warmte, koude en elektriciteit worden als lichamelijke zaken beschouwd (artikel 15)
Vervolgens staat in artikel 24 dat alles wat geen levering is, kwalificeert als een dienst. Dat is de wet die lidstaten verplicht zijn te implementeren in hun nationale wetgeving (niet de letterlijke tekst, maar qua uitwerking moet deze overeenkomen).
Aangezien e-books geen lichamelijke zaken zijn (het zijn geen fysieke goederen), kan het Hof van Justitie naar mijn mening niet anders oordelen dan dat we hier te maken hebben met een dienst.
Vervolgens is in Bijlage III van de richtlijn een opsomming opgenomen van leveringen en diensten waarop het verlaagde btw-tarief kan worden toegepast. Hier staat tussen:
6)
levering van boeken ook bij uitlening door bibliotheken (met inbegrip van brochures, folders en soortgelijk drukwerk, albums platen-, teken- en kleurboeken voor kinderen, gedrukte of geschreven muziekpartituren, landkaarten en hydrografische en soortgelijke kaarten), kranten en tijdschriften, voor zover niet uitsluitend of hoofdzakelijk reclamemateriaal;
Hier lijkt het dus al stuk te gaan. Aangezien een e-book geen lichamelijke zaak is, is de digitale "levering" ervan een dienst. Op grond van het bovenstaande mag alleen bij
leveringen van boeken het verlaagde tarief (in Nederland 6%) worden toegepast, dus niet op diensten.
Daarnaast heeft het Hof van Justitie niet al te lang geleden beslist dat een makelaar (die normaal gesproken btw in rekening brengt), geen btw in rekening mag brengen bij de verkoop van een BV/NV als in deze BV/NV slechts een onroerend zaak zit (geen btw in rekening brengen is voor veel bedrijven nadelig, vanwege het btw-systeem). Ondanks dat het feitelijk om de verkoop van de onroerende zaak gaat, is vanuit btw-perspectief sprake van een aandelentransactie (waarbij geen btw in rekening mag worden gebracht). Dit is alleen anders als een lidstaat gebruik heeft gemaakt van een bepaling in de richtlijn waardoor door de aandelen heen moet worden gekeken als sprake is van een onroerende zaak (dit kan volgens mij vooralsnog niet bij roerende zaken of diensten, maar alleen bij onroerende zaken!). Nederland heeft dit echter niet gedaan. Als gevolg hiervan moet de makelaar de ene keer btw berekenen en de andere keer geen btw, terwijl de feitelijke werkzaamheden niet anders zullen zijn.
Op grond van het bovenstaande verwacht ik dus dat het Hof van Justitie vrij snel klaar zal zijn. Het Hof van Justitie mag namelijk niet zelf de wet bepalen / aanpassen, maar moet deze uitleggen. Echter, het Hof van Justitie kan wel eens verrassend uit de hoek komen met aparte redenaties...Zo hebben ze vorig jaar van een dienst een zogenoemd investeringsgoed weten te maken (waardoor sprake zou zijn van een levering. Die situatie is echter btw-technisch wel minder eenvoudig dan het lijkt en ik betwijfel of die redenatie bij e-books op zal gaan.
Ik ben benieuwd!!
Edit: typo / aanpassing laatste zin.
[Reactie gewijzigd door rob1985 op 22 juli 2024 13:54]