De laatste en enige poging van OnePlus om een middenklassetelefoon op de markt te zetten, dateert alweer van 2015, tenminste als je alleen telefoons meetelt zonder high-end soc. We hebben het over de OnePlus X, die we destijds best konden waarderen. Toch ziet OnePlus dat toestel zelf niet als een groot succes. Het bood achteraf gezien niet de kwaliteit waar OnePlus naar eigen zeggen naar streeft. Zelf hadden we al twijfels bij de accuduur. Na verloop van tijd bleek echter ook dat de soc de vloeiendheid, waar OnePlus prat op gaat, van Oxygen OS niet kon borgen. De opslagruimte was met 16GB beperkt, de camera was matig en hij had geen wifi over 5GHz.
De fabrikant heeft echter altijd met een schuin oog naar de midrangemarkt gekeken en begon aan het Nord-project met de veronderstelling dat er wel vraag naar zou zijn, maar niet enorm veel. Dat beeld veranderde gaandeweg volgens OnePlus, toen de fabrikant de markt had onderzocht. Veel gebruikers bleken voor een beduidend lagere prijs een snelle middenklassesoc best voor lief te willen nemen. Daarop werd besloten het ontwerp van de Nord aan te passen aan een grotere doelgroep, te proberen de juiste concessies te doen en vol voor dit middenklassetoestel te gaan.
Op het eerste gezicht bestaan die concessies uit het weglaten van de telecamera, een high-end soc, usb 3 en draadloos laden, maar er is meer. Zo willen we natuurlijk weleens zien hoe de camera's zich houden tegenover die van de OnePlus 8 Pro, maar ook tegenover de camera's van een toestel met een vergelijkbare prijs. Die prijs is met 400 euro op het eerste gezicht competitief, als je tenminste genoegen neemt met 8GB werkgeheugen en 128GB opslag. Niet dat dit weinig is, want de basisversies van de high-end OnePlus 8 en 8 Pro hebben hetzelfde. Kortom, de Nord vormt interessant reviewmateriaal.