Het heeft een 12,9”-scherm, beschikt over een aanklikbaar toetsenbord en heeft een usb-c-poort. Rara, wat is het? Dat lijkt een makkelijke vraag, maar is het niet. Met de iPad Pro probeert Apple nu al jaren tablet en laptop naar elkaar toe te laten groeien, tot het punt waarop die woorden naar hetzelfde apparaat verwijzen. Wanneer worden yoghurt, vla en limonadesiroop samen een vlaflip? Het wachten is op het moment waarop de tablet en laptop samenvloeien tot een nieuw apparaat.
Dat moment is nog niet aangebroken, maar dat weerhoudt Apple er niet van om stappen in die richting te zetten. De set-up waarop ik dit typ, kost tegen de 2500 euro: 2119 euro voor de iPad Pro 12,9” met 1TB-opslag en 4g, 219 euro voor de toetsenbordcover en 135 euro voor de Apple Pencil. Samen is dat duurder dan vrijwel elke laptop die je kunt kopen. Het verschil zit dus niet in een lagere prijs, hoewel je al voor minder dan de helft van het geld klaar kunt zijn als je een 64GB-model met 11”-scherm koopt en het pennetje achterwege laat. Ook dan ben je nog altijd 1120 euro verder.
De laadpoort is ook niet langer het verschil, want de Pro heeft nu een usb-c-aansluiting. Apple was de eerste om laptops alleen van deze poort te voorzien, maar de universele poort komt nu pas voor het eerst op een iOS-apparaat.
Apple is een van de laatsten der mohikanen. Google heeft lang geprobeerd om van Android een tabletbesturingssysteem te maken, maar dat bleek niet aan te slaan. Nu heeft het de Pixel Slate uitgebracht, met Chrome OS en een Intel-processor. Sommige fabrikanten maken nog Android-tablets, maar voor de rest is Apple de enige die telefoonsoftware opblaast tot tabletformaat, in plaats van dat het desktopsoftware geschikt maakt voor touchscreens. Het gelooft dat zijn manier de toekomst van computers kan zijn. In deze review kijken we hoe die toekomst er nu al uitziet in deze iPad Pro.