Meer is minder
Rond de tijd dat de Olympische Spelen plaatsvinden verschijnt steevast een Olympisch computerspel. Die virtuele Spelen worden steevast afgebrand in de gamesmedia, maar dat wordt niet weerspiegeld in de verkoopcijfers. Blijkbaar trekken de Olympische computerspellen een publiek dat niet alleen uit gamers bestaat. Dit jaar gunde het Olympisch Comité de eer om het officiële Olympische computerspel te maken aan Sega.

Wie een 'Olympische Spelen-game' ontwikkelt stuit op minimaal twee problemen. Het eerste probleem is de hoeveelheid Olympische sporten die moet worden overgezet. De Spelen tellen om en nabij de dertig verschillende takken van sport, met tal van onderdelen. Selectie is dus onontkoombaar, maar een beetje Olympische computergame dient met een behoorlijk aanbod aan disciplines voor de dag te komen. Zoals zo vaak, gaat kwantiteit dan noodgedwongen ten koste van kwaliteit. Als je, zoals Sega in Beijing 2008 heeft gedaan, tien Olympische sporten opneemt, is het onvermijdelijk dat sommige daarvan slechter zijn uitgewerkt dan andere. Daarover later meer. De tien sporten zijn onderverdeeld in 38 evenementen. Dat lijkt heel wat, maar tussen de 50 meter vrije slag, 100 meter schoolslag en 100 meter rugslag zit bijvoorbeeld bijzonder weinig verschil in gameplay. Daarmee komen we bij het tweede probleem waar de makers overduidelijk tegenaan zijn gelopen: het omzetten van sportbewegingen naar computerbesturing. Sega heeft gekozen voor het primitieve, en volgens steeds meer gamers achterhaalde, 'button bashing'. De finish haal je in dit spel doorgaans zo snel mogelijk door ongegeneerd op de knoppen van je controller te rammen.

Ultiem dieptepunt daarbij is de ploegenachtervolging, het enige wieleronderdeel in het spel. Winnen doe je door minutenlang op twee knoppen te rossen of door je controllerstick in ijltempo op en neer te bewegen. De enige diepgang bij deze tak van sport bestaat eruit dat je af en toe de kopman van je team moet afwisselen, als de indicator aangeeft dat hij vermoeid raakt. Deze discipline doet vooral een aanslag op je pols en op je hardware, en na een paar ritten ben je er helemaal klaar mee. Dat geldt, zij het in iets mindere mate, voor alle disciplines waarbij het bereiken van de snelste tijd het doel is, zoals zwemmen of hardlopen. Er zijn gelukkig ook disciplines met wat meer uitdaging in Beijing 2008 opgenomen. Zo maak je bij het hoogspringen een zo goed mogelijke afzet door je aanloop uit te voeren op de gekleurde stippen die op de vloer zijn geprojecteerd. Timing is van groot belang bij dit onderdeel, waarvan de besturing doet denken aan de manier waarop je Guitar Hero speelt. Ook bij het hordelopen, sommige turn-disciplines, kleiduivenschieten en wildwaterkanoën komen timing en behendigheid om de hoek kijken.
Waardeloze port
Beijing 2008 is voor de Xbox 360 ontwikkeld en vervolgens geport naar de pc. Een logische keuze voor Sega, het is een spel dat aantrekkelijk lijkt voor een groep consumenten die waarschijnlijk niet over een spelcomputer beschikt. Het overzetten naar de pc-versie is echter, subtiel gezegd, bijzonder slordig opgepakt. Dat begint al bij de verpakking. Op de achterkant van de doos staat dat een 8800-videokaart wordt vereist, terwijl de manual een 6600-kaart als minimum noemt. Slordig, maar overkomelijk.

Dat laatste kan helaas niet worden gezegd over de besturing. De nietsvermoedende desktopbezitter leest in de manual, die vrijwel volledig is overgenomen van de de Xbox-versie, dat het spel "is ontworpen voor gebruik met de Xbox 360-controller voor Windows". Een onaangename verrassing voor wie niet beschikt over zo'n controller, of over een Xbox 360 - want hoewel Sega dit niet meldt, kan ook de standaard 360-controller worden aangesloten, mits de controllersoftware wordt geïnstalleerd. Met een 'gewone' pc-gamepad of joystick kan het spel niet overweg, maar wie geen Xbox 360-controller heeft kan volgens de manual terugvallen op het toetsenbord: "Voor het gebruik van een toetsenbord, gelieve de in-game opties te raadplegen". Wie dat doet, ontdekt dat een aantal - voor sommige sporten cruciale - knoppen niet lijkt te zijn overgezet, namelijk de linker- en rechterschouderknoppen en de beide triggers. Wie een beetje experimenteert op zijn toetsenbord komt erachter dat de triggers zijn verborgen onder de 'w' en de 's'. Opmerkelijk, want het kan toch niet de bedoeling zijn geweest dat je dat als speler zelf uit moet vissen, en dat je sommige knoppen bovendien niet kunt configureren.

Zoals gezegd gaat kwantiteit ook in Beijing 2008 gepaard met een wisselende kwaliteit. Hierbij is een absoluut dieptepunt voor zowel de console- als de pc-versie, dat sommige sporten nauwelijks speelbaar zijn. Wie gaat tafeltennissen ziet het balletje de helft van de tijd niet omdat je karakter ervoor staat, het wildwatervaren ziet er prachtig uit maar je zit in een boot die nauwelijks doet wat jij wilt, en schoonspringen lijkt alleen weggelegd voor mensen met een wiskundige achtergrond. Dat klinkt al aardig dramatisch, maar het is nog niets vergeleken met de bizarre manier waarop je je op de judomat staande moet houden. Het blijkt een lastige opgave om de talloze heup- en schouderworpen en arm- en beenklemmen fatsoenlijk over te zetten naar een computerspel en de oplossing die Sega hiervoor heeft bedacht is bizar. De judoworpen zijn in het spel vertaald naar knoppencombinaties van A, B, X en Y die geheim zijn. Welke combinatie tot welke actie leidt is dus niet duidelijk. Dat de makers van het spel over humor beschikken blijkt vervolgens uit het feit dat je, nadat je door je tegenstander naar de mat bent getrokken, het effect van de worp kunt verzachten door dezelfde - geheime! - combinatie te gebruiken als waarmee je tegenstander de worp heeft ingezet. Ik heb de handleiding drie keer nagelezen en ben talloze keren de mat opgelopen, om uit te zoeken hoe je een geheime knoppencombinatie moet imiteren. Ik kwam er niet uit.
Skills
Knoppen rammen tot je erbij neervalt en hopen op eremetaal, de gameplay is ongeveer net zo plat als dit klinkt. Toch heeft Sega een poging gedaan iets meer diepgang in het spel aan te brengen, door een puntensysteem te koppelen aan 'skills' van sporters. Op zich is dat wat mallotig, want sporters dienen afgetraind te zijn als ze naar de Olympische Spelen afreizen, maar het ter plekke toekennen van meer snelheid of uithoudingsvermogen zal voor sommigen een waardevolle aanvulling op het spel zijn.

Conclusie
Een vreselijk achterhaalde besturing, een aantal onspeelbare sporten, een ultiem slordige pc-port, het klinkt alsof er weinig aan Beijing 2008 deugt. Dat is echter niet helemaal waar. In grafisch opzicht is het een heel behoorlijk spel geworden, en de game blinkt uit in het neerzetten van de Olympische sfeer. De emoties van spelers, de teksten van de omroepers, de aankleding van de sportaccommodaties en de opbouw van wedstrijden roepen op een fraaie manier herinneringen aan de onlangs afgesloten Spelen op. Sega levert een game af die op een aantal vlakken redelijk is geslaagd. Het zijn echter de verkeerde vlakken waarop het spel scoort, de pluspunten vallen in het niet bij de steken die de ontwikkelstudio op de belangrijkste aspecten heeft laten vallen. Beijing 2008 biedt aardige software voor wie de Olympische sfeer nog een keer wil proeven, maar de poging om een game om die sfeer heen te bouwen is waarlijk mislukt.
Pluspunten:
+ Behoorlijke graphics
+ Olympische sfeer goed neergezet
Minpunten:
- Ouderwets knoppen rammen
- PC-versie deels onbestuurbaar
- Sommige disciplines slecht uitgewerkt
Cijfer: 5,0
Titel | Beijing 2008 |  |
Platform | Xbox 360, Playstation 3, pc |
Ontwikkelaar | Sega |
Uitgever | Sega |
Releasedatum | inmiddels verkrijgbaar |