Unreal Tournament is al jaren een van de grootste titels binnen het genre van first person shooters. De game staat bekend om zijn razendsnelle actie, state-of-the-art graphics en uitgebreide multiplay-mogelijkheden. Het vierde deel is door Epic Games tot Unreal Tournament 3 (UT3) gedoopt, een verwijzing naar de nieuwe Unreal Engine 3. We kregen als voorproefje al de demo voorgeschoteld, maar met de release van het volledige spel kunnen we echt aan de slag: fraggen tot op het bot.
Inleiding
Het team van Epic heeft bij de ontwikkeling van UT3 goed gekeken naar en geleerd van zijn titels uit het verleden. Het originele Unreal Tournament uit 1999 wist een ware triomftocht te maken en wordt tot op heden door een kleine schare fans nog steeds kapotgespeeld. De sequel, Unreal Tournament 2003, kon minder gamers overtuigen en was zelfs voor velen een lichte teleurstelling; de gameplay was trager, verschillende speelmodi ontbraken, het leveldesign was ongeïnspireerd en het spel voelde niet aan als 'af'.

Epic revancheerde zich tot vreugde van zijn fans met Unreal Tournament 2004. De fps-speler kreeg met de introductie van Onslaught de beschikking over voertuigen, de spelervaring was weer als vanouds goed en het mapdesign was superieur ten opzichte van zijn voorganger. Ook de mod-community, langzaam volwassen geworden op internet, omarmde de titel en liet een groot aantal modificaties los op Epics product. De kwaliteit van de mods was bij tijd en wijlen zo hoog dat sommige samenwerkende teams zelfs commerciële titels in elkaar wisten te knutselen, mede aangemoedigd door een door Epic uitgeschreven wedstrijd.
Nu komt Epic met het vierde deel in de serie, opgetuigd met een nieuwe engine die het eerder al aan de wereld toonde met het succesvolle Gears of War op de Xbox 360. Maar ondanks de nieuwe grafische motor grijpt UT3 terug naar elementen van de succesnummers uit het verleden. Zo is er de terugkeer van ouderwets goed wapentuig, maar dit keer met dat vleugje extra. Ook is met de Warfare-modus het oorspronkelijke Onslaught verder uitgebouwd en verbeterd. Grote vraag: pakt deze bescheiden vernieuwingsdrang wel goed uit?