Bandai Namco weet in alle spelvormen mooie plaatjes te verwerken. De twee vechters die je naast elkaar ziet staan voordat een online match begint, de getekende achtergronden tijdens Soul Chronicle, de landkaart van Libra of Soul, in elke spelvorm valt vooral het statische beeld in positieve zin op. Zeker de getekende personages die je ziet voordat een online gevecht begint, zijn prachtig. Toch is SoulCalibur VI geen mooie game. Verre van zelfs, grafisch gezien is het een behoorlijke tegenvaller. Hij is gemaakt met Unreal Engine 4, maar daar zijn veel mooiere games mee gemaakt. Toegegeven, de animaties tijdens het vechten lopen heerlijk vloeiend, en dat is voor een game als deze misschien wel het belangrijkst, maar verder heeft Bandai Namco zich er wat gemakkelijk vanaf gemaakt.
Het begint al bij het kiezen van je eigen personage, waarbij de opties karig zijn en blijkt dat je personage lang niet zo gedetailleerd is als je anno 2018 zou verwachten. Dat beeld blijft. De arena's waarin de gevechten plaatsvinden, bevatten opvallend weinig detail. Het zijn kale vlaktes met hier een daar een mager grassprietje. Dat kan tegenwoordig toch echt beter. Er zijn games met een enorme open spelwereld die er beter uitzien dat dit. Daar komt bij dat de menu's zeer primitief zijn vormgegeven, wat het geheel er ook niet indrukwekkender op maakt.
Tussen de 20 personages in de game zitten uiteraard een paar nieuwe, dat is traditie in SoulCalibur. De meest opvallende nieuwkomer is Geralt of Rivia, de held uit The Witcher. Die is weliswaar zeer herkenbaar, maar zijn vechtkunsten zijn niet opzienbarend. Leuker is Grøh, een bleke jongeman met een ooglapje, die een zwaard heeft dat hij in tweeën kan splitsen. Nog indrukwekkender is Azwel, een geleerde die een zeer belangrijke rol speelt in het verhaal. Hij heeft Palindrome als wapen, een set magische handschoenen waarmee hij een bijl, zwaard en set dolken op kan roepen. Het maakt hem een van de leukste personages om mee te spelen.
Conclusie
Wat gameplay betreft is SoulCalibur VI zeker aan te raden. Het is een game waarin het vechten erg gemakkelijk is op te pikken, terwijl er voor de ervaren spelers genoeg opties zijn om het verschil te maken. Het is een game waarbij je gemakkelijk een paar potjes speelt met vrienden op de bank, maar die zich ook leent voor serieuzere competitie. Over de nieuwe Reversal Edge hebben we wat gemengde gevoelens. Het is tof dat er wat meer variatie is tijdens matches en je wat meer strategische opties hebt, maar tegelijk haalt het de vaart een beetje uit gevechten. Zwaar weegt dat echter niet, de gameplay is prima.
Dat geldt helaas niet voor alle facetten van de game. Zo heeft Bandai Namco prachtige statische plaatjes in de game verwerkt, maar het bewegende beeld laat te wensen over. Animaties zijn vloeiend, maar het beeld mist het detail dat je van een game uit 2018 mag verwachten. Arena's zijn kaal en personages zijn niet zo scherp als je zou verwachten. Dat geldt nog meer voor de menu's, die de makers wel heel kaal hebben gehouden. Tot slot is het tof dat er twee campagnes in de game zijn opgenomen. Vooral de verschillende invalshoeken die je tijdens Story: Soul Chronicle voorgeschoteld krijgt zijn het spelen waard. Het maakt dat je ook solo uren lol kunt beleven aan de game, al lijden beide versies onder een overdaad aan vrij obligate tekst die de actie een beetje in de weg zit. Als je daar af en toe wat van skipt en niet te veel acht slaat op de grofkorrelige graphics, is het heerlijk knokken. De gameplay staat, en voor de echte fans is de rest wellicht bijzaak.