Inleiding
Sinds de introductie van het bareboneconcept door Shuttle enkele jaren geleden is dit type pc razend populair geworden. Ondertussen hebben vele fabrikanten zich op deze lucratieve markt gestort waaronder AOpen. Wij kregen van laatstgenoemde enkele dagen geleden hun nieuwste incarnatie van de XC Cube opgestuurd, de EY855. Bijzonder aan deze XC Cube is het feit dat hij plek biedt aan een Pentium-M, de energiezuinige notebookprocessor van Intel. Lees in dit artikel hoe de barebone presteert ten opzichte van de populaire Shuttle SN95G5 die beschikt over een snelle Athlon 64-processor.

De AOpen XC Cube EY855 barebone in al zijn glorie
De AOpen XC Cube EY855
De AOpen XC Cube EY855 wordt geleverd in een keurige kartonnen doos met handvat. Wanneer we de doos open maken vinden we hierin uiteraard de XC Cube EY855, een cd met software en enkele accessoires zoals IDE-kabels en schroefjes. Een handleiding ontbrak in ons pakket, maar dat is ongetwijfeld te wijten aan het feit dat wij niet de officiële retailversie ontvingen. Dat mag de pret echter niet drukken. Wanneer we ons blik werpen op de barebone zien we een stijlvolle compacte zilverkleurige aluminium behuizing met zwarte accenten zoals te zien is op de onderstaande foto.

De AOpen XC Cube EY855 op de gevoelige plaat vastgelegd
De behuizing heeft aan de voorkant twee USB 2.0-aansluitingen, twee FireWire-aansluiting en een aantal audio-aansluitingen. Verder vinden we aan de voorkant de aan- en uitknop, de harde schijf-LED, en de externe 5,25-inch bay en de externe 3,5-inch bay. De 5,25-inch bay is verborgen achter een klepje dat automatisch opent wanneer de cd lade naar buiten schuift. Een handige feature die we tegenwoordig bij meerdere barebone's tegenkomen. De Shuttle SN95G5 waarmee we de XC Cube EY855 zullen vergelijken heeft bijvoorbeeld ook een dergelijk systeem om de cd-rom speler te verstoppen. De aan- en uitknop wordt blauw verlicht wanneer de barebone aanstaat.

De aanknop en HDD-LED hebben een hippe blauwe kleur
Wanneer we de barebone openen kunnen we een blik werpen op de ingewanden. Aan de binnenkant vinden we uiteraard het Pentium-M-moederbord, de voeding en naast de externe drive bays vinden we ook nog één interne 3,5-inch bay. Het moederbord is uitgerust met onboard video, maar heeft ook een AGP-gleuf zodat een losse videokaart gebruikt kan worden indien fatsoenlijke 3d-prestaties vereist zijn. Verder vinden we op het moederbord één PCI-slot, twee DIMM-sloten en één Socket 479-slot waarin een Pentium-M-processor gedrukt kan worden.
Wat betreft hardware features heeft de kast praktisch alles wat belangrijk is. Onboard geluid, Gigabit Ethernet, USB 2.0, FireWire et cetera. Het enige echt grote gemis is het ontbreken van één of meerdere Serial ATA-aansluitingen. Harde schijven met een parallelle ATA-aansluiting zullen in de toekomst steeds zeldzamer worden en daarnaast is een Serial ATA-aansluiting simpelweg een stuk handiger. Het ontbreken van Serial ATA is een gemis, maar een echt onoverkomelijk probleem is het gelukkig niet.

Aansluitingen aan de achterkant van de kast
Installatie
Bij een kast met het formaat van de AOpen XC Cube EY855 is het altijd de vraag hoe gemakkelijk het apparaat gevuld kan worden met hardware. Gelukkig hebben de mensen van AOpen hierover goed nagedacht en is het vullen van de kast geen moeilijke procedure. Uiteraard zijn er wel grenzen, maar een barebone waar hardware net zo gemakkelijk in geïnstalleerd kan worden als in een normale ATX-kast zal ook wel nooit verschijnen.
De hardware kan het gemakkelijkst geïnstalleerd worden indien een bepaalde volgorde gehanteerd wordt. Als eerste kan het beste de processor geplaatst worden, gevolgd door het geheugen, de insteekkaarten en als laatste de harde schijf en de cd- of dvd-drive. Indien de harde schijf bijvoorbeeld als eerste geïnstalleerd zou worden is het vervolgens praktisch onmogelijk om nog de geheugenmodules te kunnen plaatsen. Lastig, maar helaas onoverkomelijk als gekozen wordt een knappe barebone behuizing.

De AOpen XC Cube EY855 gevuld met hardware

De Pentium-M in zijn sas op het moederbord
Synthetische benchmarks (1)
Testopstelling
Zoals al aangekondigd hebben we als opponent van de AOpen XC Cube EY855 de Shuttle SN95G5 uit de kast getrokken. De AOpen XC Cube EY855 kreeg de beschikking over de snelste Pentium-M processor die momenteel verkrijgbaar is, de Pentium-M 755 met een kloksnelheid van 2,0GHz. De Shuttle SN95G5 kreeg de beschikking over één van de snelste Athlon 64-processors die momenteel verkrijgbaar is, de Athlon 64 3800+. De Athlon 64 3800+ is met een prijskaartje van 600 euro tegenover het prijskaartje van 400 euro voor de Pentium-M 755 maar liefst 50 procent duurder, maar is de processor ook evenredig veel sneller?
Om een antwoord te vinden op deze vraag hebben we de onderstaande hardware in beide barebone's gezet in combinatie met Windows XP Media Center Edition 2005, de perfecte Windows-versie voor een dergelijke barebone die waarschijnlijk in veel gevallen in de huiskamer zal komen te staan. De AOpen-barebone werd uitgerust met de laatste Intel INF-drivers en de Shuttle-barebone kreeg de beschikking over de laatste VIA Hyperion-drivers. De videokaart werd ondersteund door de ForceWare 66.93-drivers.
 |
 | Het testsysteem | |  |
 |
 | Barebone |  | Shuttle SN95G5 |  |
 |
 | |  | AOpen XC Cube EY855 |  |
 |
 | Processor |  | Athlon 64 3800+ (S939, 2,4GHz, 512KB) |  |
 |
 | |  | Intel Pentium M 755 (2,0GHz, 400MHz FSB, 2MB) |  |
 |
 | Geheugen |  | 2x 512MB Kingston PC3200 |  |
 |
 | Videokaart |  | XFX GeForce 6800LE 128MB, AGP |  |
 |
 | Tv-kaart |  | Hauppage Amity II MCE TV-Tuner kaart |  |
 |
 | Harde schijf |  | Maxtor D740x, 40GB |  |
 |
 | Dvd-drive |  | Pioneer DVR-108 DL |  |
 |
SiSoft Sandra CPU-benchmarks
 |
 | SiSoft Sandra ALU benchmark (MIPS) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   11075 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   8542 |  |
 |
 |
 | SiSoft Sandra FPU benchmark (MFLOPS) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   3806 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   2755 |  |
 |
We beginnen de testresultaten met een paar luchtige SiSoft Sandra CPU-benchmarks. SiSoft Sandra bevat een aantal tests die inzicht kunnen geven in de integer-, floating-point- en SIMD-prestaties van de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755. Het blijkt dat er een flink verschil zit tussen de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755 als er gekeken wordt naar de rauwe integer- en floating-point prestaties. De Athlon 64 3800+ is namelijk respectievelijk 29 en 38 procent sneller dan de Pentium-M 755.
 |
 | SiSoft Sandra Multimedia int benchmark (it/s) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   23004 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   18845 |  |
 |
 |
 | SiSoft Sandra Multimedia float benchmark (it/s) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   24665 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   20807 |  |
 |
Op het gebied van multimediaberekeningen scoort de Pentium-M 755 beter, maar desondanks moet de processor zijn meerdere erkennen in de Athlon 64 3800+. De Athlon 64 3800+ is namelijk op het gebied van integer berekeningen 22 procent sneller en floating-point berekeningen worden 19 procent sneller uitgevoerd. In hoeverre dit zich vertaalt in hogere prestaties zullen we zien in de rest van de benchmarks. De uiteindelijke prestaties van de processor worden namelijk niet alleen bepaald door de rauwe rekenkracht, maar ook door aspecten zoals bandbreedte, cache-efficiëntie en branch prediction.
Synthetische benchmarks (2)
Applicatie benchmarks (1)
ScienceMark 2.0
Na alle theoretische benchmarks op de vorige pagina wordt het tijd voor een aantal tests die dichter bij de realiteit staan. We beginnen met ScienceMark 2.0. Dit programma werd ruim een jaar geleden geïntroduceerd en bevat verschillende tests om de performance van een systeem te meten door middel van wetenschappelijke simulaties. We hebben alle simulaties gedraaid met de standaardinstellingen.
 |
 | Primordia (seconden, lager is beter) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   348,76 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   498,84 |  |
 |
De eerste test die we draaiden, is Primordia. In deze test worden de Quantum Mechanical Hartree-Fock Orbitals voor elk elektron van een element uit het periodiek systeem van de elementen berekend. Dit wordt gedaan door middel van een herhalend proces. Deze benchmarks laat direct een enorm verschil zijn tussen de Pentium-M 755 en de Athlon 64 3800+ met een verschil van 43 procent in het voordeel van de Athlon 64.
 |
 | Moldyn (seconden, lager is beter) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   71,62 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   91,30 |  |
 |
De tweede test uit het ScienceMark-pakket is Moldyn. In deze test wordt het thermodynamische gedrag van materialen gesimuleerd. In deze test is het verschil tussen de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755 aanzienlijk kleiner geworden, maar het verschil blijft desondanks groot. De Athlon 64 3800+ is namelijk 27 procent sneller dan de Pentium-M.
 |
 | AES cryptografie (seconden, lager is beter) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   11,36 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   16,40 |  |
 |
Het decoderen van berichten voor veilige e-commerce en andere applicaties is een bijzonder belangrijke business geworden. ScienceMark biedt de mogelijkheid om de snelheid te testen van een veelgebruikt decodeeralgoritme, te weten AES. Deze benchmark laat wederom een flink verschil zien tussen beide processors: de Athlon 64 3800+ is ditmaal 44 procent sneller dan de Pentium-M 755.
CineBench 2003
 |
 | Cinebench 2003 (seconden, lager is beter) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   77 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   99 |  |
 |
CineBench 2003 is een real world benchmark gebaseerd op de Cinema 4D renderingsoftware. Ook in deze benchmark is de Athlon 64 3800+ zonder twijfel de snelste, maar met een voorsprong van 28 procent is het verschil niet zo groot als in verschillende andere benchmarks.
Applicatie benchmarks (2)
Maya 6.0 Mental Ray Benchmark
 |
 | Maya 6.0 Mental Ray (seconden, lager is beter) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   84,81 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   92,83 |  |
 |
Naast CineBench 2003 is Maya 6.0 het tweede professionele renderingpakket dat we hebben opgenomen in de selectie benchmarks. De scène die hebben gebruikt om de tekensnelheid te testen is de Mental Ray Benchmark. De Pentium-M blijkt uitzonderlijk goed te presteren in deze benchmark. De processor weet de Athlon 64 3800+ niet te verslaan, maar een verschil in prestaties van een krappe tien procent is toch zonder twijfel netjes.
PCMark04 audio- en videobenchmarks
 |
 | PCMark 2004 Audio Conversion (KB/s) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   3138 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   2761 |  |
 |
 |
 | PCMark 2004 WMV Video Compression (FPS) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   55,23 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   53,04 |  |
 |
 |
 | PCMark 2004 DivX Video Compression (FPS) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   70,77 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   53,05 |  |
 |
De volgende benchmark die we uit de kast getrokken hebben om de processorsnelheid te meten is PCMark 2004. Deze benchmark bevat een aantal tests die gebaseerd zijn op veelgebruikte algoritmes. We hebben ervoor gekozen om de audioconversie-, de WMV-videocompressie- en de DivX-videocompressietest te draaien. Uit de tests komt een gemixt resultaat naar voren. In alle benchmarks is de Athlon 64 3800+ de Pentium-M 755 de baas, maar de verschillen variëren. De Athlon 64 is respectievelijk 17 procent, 4 procent en 33 procent sneller dan de Pentium-M. De resultaten van de Pentium-M in de WMV-videocompressietest zijn uitzonderlijk goed te noemen.
Applicatie benchmarks (3)
Game benchmarks
3DMark05
 |
 | 3DMark05 (1024x768 - geen FSAA en AF) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   2405 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   2198 |  |
 |
Na alle benchmarks die voornamelijk leunen op de prestaties van de processor en het geheugen is het tijd om een blik te werpen op prestaties van de systemen wanneer de videokaart in de vergelijking wordt opgenomen. De eerste gamebenchmark die we uit de kast hebben getrokken is 3DMark05. Deze synthetische benchmark bestaat uit een drietal onderdelen waarvan de deelscores gecombineerd worden tot één eindscore. Zoals gebruikelijk is de Athlon 64 de snelste processor, maar het verschil is met 9 procent niet heel erg groot
Far Cry
 |
 | Far Cry (1024x768 - geen FSAA en AF) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   53,74 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   49,96 |  |
 |
De volgende benchmark die we gedraaid hebben is Far Cry. Omdat een fatsoenlijke timedemo mogelijkheid ontbreekt in dit spel hebben we gebruik gemaakt van het HardwareOC FarCry Benchmark-programma en het gemiddelde genomen van drie runs. Wederom is het verschil tussen beide systemen niet groot, maar de Shuttle-barebone is met een voorsprong van 7 procent toch duidelijk de winnaar.
The Project
 |
 | The Project (1024x768 - geen FSAA en AF) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   22,55 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   19,93 |  |
 |
De volgende benchmark die we hebben gebruikt is een techdemo die door het leven gaat onder de weinigzeggende naam "The Project" en is gebaseerd op dezelfde engine als Far Cry. De benchmark is echter wel een stuk complexer dan Far Cry wat terug te zien is in de framerates. Hoewel beide systemen een stuk lagere scores neerzetten dan in Far Cry blijft het relatieve verschil ongeveer gelijk.
Doom 3
 |
 | Doom 3 (1024x768 - geen FSAA en AF) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   71,5 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   59,3 |  |
 |
De laatste benchmark die gedraaid hebben is de ingebouwde timedemo van Doom 3. Deze benchmark laat als enige gamebenchmark een echt groot verschil zien tussen beide processors. De Pentium-M 755 is met een framerate van 59,3 tegenover de framerate van 76,3 van de Athlon 64 3800+ namelijk 20 procent langzamer.
Energieconsumptie
De Pentium-M processor die we vinden in de AOpen XC Cube is ontworpen voor het gebruik in notebooks en daarom is gepoogd door Intel om de energieconsumptie laag te houden. Dit is blijkbaar goed gelukt aangezien Pentium-M processors te vinden zijn in een groot aantal compacte notebooks die uren zonder stopcontact kunnen blijven werken. Dit is uiteraard niet belangrijk voor een barebone-systeem, maar aangezien energie niet gratis uit het stopcontact komt is ook voor een normale pc een lage energieconsumptie wenselijk. Daarnaast betekent een lagere energieproductie dat het systeem gemakkelijker gekoeld kan worden en dus veelal een lagere geluidsproductie.
We hebben de energieconsumptie van het complete barebone systeem gemeten met behulp van de Voltcraft Energy Check 3000. We hebben de energieconsumptie gemeten in een drietal verschillende toestanden. Als eerste hebben we de energieconsumptie gemeten terwijl de computer alleen de Windows-desktop weergaf. Vervolgens hebben we de energieconsumptie gemeten terwijl de computer druk bezig was met het draaien van de SiSoft Sandra Multimedia-benchmark. Als laatste hebben we gecheckt hoeveel de barebone gebruikt terwijl deze wel aangesloten is op het lichtnet, maar niet aan staat. Hoewel de meeste mensen zich er niet bewust van zijn gebruikt ook dan de computer energie, hoewel het niet veel is. Om tot betrouwbare resultaten te komen hebben we voor elke meting tien à vijftien samples genomen en daar het gemiddelde van berekend.
 |
 | Energieconsumptie, uit (Watt) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   4,6 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   4,6 |  |
 |
 |
 | Energieconsumptie, idle (Watt) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   83,5 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   76,3 |  |
 |
 |
 | Energieconsumptie, load (Watt) |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   147,70 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   77,94 |  |
 |
Zoals bovenstaande grafieken laten zien is de energieconsumptie van de Pentium-M 755 niet veel lager dan die van de Athlon 64 3800+ wanneer beide processors uit de spreekwoordelijke neus zitten te eten. De Cool 'n Quiet-technologie doet blijkbaar goed zijn werk. Wanneer de systemen uit staan is er zelfs geen enkel verschil in energieconsumptie. Wanneer er echter werk aan de winkel is neemt het verschil drastisch toe. De energieconsumptie van de Pentium-M 755 neemt nauwelijks toe, maar die van het Shuttle XPC-systeem verdubbelt bijna. Onder load is het verschil ruwweg 70 Watt wat neer zou komen op een extra kostenplaatje van ruim dertig euro per jaar als we uit zouden gaan van een kWh prijs van 5 cent en een systeem dat dag en nacht belast wordt (bijvoorbeeld door een distributed computing project). Of de lagere energieconsumptie ook zorgt voor een lagere geluidsproductie zullen we onderzoeken op de volgende pagina.
Geluidsproductie
Conclusie
Om de prestatievergelijking tussen de twee barebone's te vereenvoudigen hebben we een prestatie-index samengesteld waarin het gemiddelde van alle benchmarkresultaten is opgenomen. Om de presentatie van de gegevens verder te verduidelijken hebben we de gemiddelden genormaliseerd zodat de Shuttle SN95G5 als score 100 heeft gekregen.
 |
 | Genormaliseerde prestatie-index |  |
 |
 | Athlon 64 3800+ |   100,00 |  |
 |
 | Pentium-M 755 |   82,13 |  |
 |
Zoals de bovenstaande grafiek laat zien is de AOpen-barebone krap twintig procent langzamer dan de Shuttle-barebone, een knappe prestatie als we bedenken dat de Pentium-M-processor een erg beperkte geheugenbandbreedte heeft, een lagere kloksnelheid en hierbij ook nog eens aanzienlijk minder energie gebruikt. Dat de Pentium-M-processor veel potentieel heeft als desktopprocessor wordt hiermee wel duidelijk, maar een echte topper qua prestaties is het nog niet op dit moment. Ook qua prijs is de processor geen werelddeal. De hier geteste Pentium-M mag dan met een prijskaartje van circa € 400,- aanzienlijk goedkoper zijn dan de Athlon 64 3800+, de niet veel langzamere Athlon 64 3500+ gaat al voor € 250,- over de toonbank.
Het grote voordeel van de Pentium-M voor de desktop is momenteel het lage energiegebruik en de mogelijkheid die daarmee ontstaat tot een stillere koeling. Helaas weet AOpen dat voordeel niet overtuigend uit te buiten. De AOpen XPC Cube EY855 is wel iets stiller dan de Shuttle SN95G5, maar het verschil is niet groot. Andere punten die mijn inziens voor verbetering vatbaar zijn is het BIOS vanwege het ontbreken van enkele belangrijke opties om de geheugentimings te tweaken en het ontbreken van Serial ATA-aansluitingen. Zonder gebreken is de AOpen XPC Cube EY855 dus niet, maar dat neemt niet weg dat het een redelijk stille barebone is met een knap design en een uitzonderlijk lage energieconsumptie.
Dankwoord: Met dank aan AOpen voor het beschikbaar stellen van de XPC Cube en Informatique voor het beschikbaar stellen van het Shuttle SN95G5-systeem en de Pentium-M 755-processor.