Door Hielko van der Hoorn

AOpen XC Cube EY855 Pentium-M barebone review

18-12-2004 • 18:51

22

Multipage-opmaak

Inleiding

AOpen XC Cube EY855 aankondigingspicjeSinds de introductie van het bareboneconcept door Shuttle enkele jaren geleden is dit type pc razend populair geworden. Ondertussen hebben vele fabrikanten zich op deze lucratieve markt gestort waaronder AOpen. Wij kregen van laatstgenoemde enkele dagen geleden hun nieuwste incarnatie van de XC Cube opgestuurd, de EY855. Bijzonder aan deze XC Cube is het feit dat hij plek biedt aan een Pentium-M, de energiezuinige notebookprocessor van Intel. Lees in dit artikel hoe de barebone presteert ten opzichte van de populaire Shuttle SN95G5 die beschikt over een snelle Athlon 64-processor.

AOpen XC Cube EY855 perspic
De AOpen XC Cube EY855 barebone in al zijn glorie

De AOpen XC Cube EY855

De AOpen XC Cube EY855 wordt geleverd in een keurige kartonnen doos met handvat. Wanneer we de doos open maken vinden we hierin uiteraard de XC Cube EY855, een cd met software en enkele accessoires zoals IDE-kabels en schroefjes. Een handleiding ontbrak in ons pakket, maar dat is ongetwijfeld te wijten aan het feit dat wij niet de officiële retailversie ontvingen. Dat mag de pret echter niet drukken. Wanneer we ons blik werpen op de barebone zien we een stijlvolle compacte zilverkleurige aluminium behuizing met zwarte accenten zoals te zien is op de onderstaande foto.

De AOpen XC Cube EY855
De AOpen XC Cube EY855 op de gevoelige plaat vastgelegd

De behuizing heeft aan de voorkant twee USB 2.0-aansluitingen, twee FireWire-aansluiting en een aantal audio-aansluitingen. Verder vinden we aan de voorkant de aan- en uitknop, de harde schijf-LED, en de externe 5,25-inch bay en de externe 3,5-inch bay. De 5,25-inch bay is verborgen achter een klepje dat automatisch opent wanneer de cd lade naar buiten schuift. Een handige feature die we tegenwoordig bij meerdere barebone's tegenkomen. De Shuttle SN95G5 waarmee we de XC Cube EY855 zullen vergelijken heeft bijvoorbeeld ook een dergelijk systeem om de cd-rom speler te verstoppen. De aan- en uitknop wordt blauw verlicht wanneer de barebone aanstaat.

De aanknop en HDD-LED hebben een hippe blauwe kleur
De aanknop en HDD-LED hebben een hippe blauwe kleur

Wanneer we de barebone openen kunnen we een blik werpen op de ingewanden. Aan de binnenkant vinden we uiteraard het Pentium-M-moederbord, de voeding en naast de externe drive bays vinden we ook nog één interne 3,5-inch bay. Het moederbord is uitgerust met onboard video, maar heeft ook een AGP-gleuf zodat een losse videokaart gebruikt kan worden indien fatsoenlijke 3d-prestaties vereist zijn. Verder vinden we op het moederbord één PCI-slot, twee DIMM-sloten en één Socket 479-slot waarin een Pentium-M-processor gedrukt kan worden.

Wat betreft hardware features heeft de kast praktisch alles wat belangrijk is. Onboard geluid, Gigabit Ethernet, USB 2.0, FireWire et cetera. Het enige echt grote gemis is het ontbreken van één of meerdere Serial ATA-aansluitingen. Harde schijven met een parallelle ATA-aansluiting zullen in de toekomst steeds zeldzamer worden en daarnaast is een Serial ATA-aansluiting simpelweg een stuk handiger. Het ontbreken van Serial ATA is een gemis, maar een echt onoverkomelijk probleem is het gelukkig niet.

Aansluitingen aan de achterkant van de kast
Aansluitingen aan de achterkant van de kast

Installatie

Bij een kast met het formaat van de AOpen XC Cube EY855 is het altijd de vraag hoe gemakkelijk het apparaat gevuld kan worden met hardware. Gelukkig hebben de mensen van AOpen hierover goed nagedacht en is het vullen van de kast geen moeilijke procedure. Uiteraard zijn er wel grenzen, maar een barebone waar hardware net zo gemakkelijk in geïnstalleerd kan worden als in een normale ATX-kast zal ook wel nooit verschijnen.

De hardware kan het gemakkelijkst geïnstalleerd worden indien een bepaalde volgorde gehanteerd wordt. Als eerste kan het beste de processor geplaatst worden, gevolgd door het geheugen, de insteekkaarten en als laatste de harde schijf en de cd- of dvd-drive. Indien de harde schijf bijvoorbeeld als eerste geïnstalleerd zou worden is het vervolgens praktisch onmogelijk om nog de geheugenmodules te kunnen plaatsen. Lastig, maar helaas onoverkomelijk als gekozen wordt een knappe barebone behuizing.

De AOpen XC Cube EY855 gevuld met hardware
De AOpen XC Cube EY855 gevuld met hardware
De Pentium-M in zijn sas op het moederbord
De Pentium-M in zijn sas op het moederbord

Synthetische benchmarks (1)

* Testopstelling

Zoals al aangekondigd hebben we als opponent van de AOpen XC Cube EY855 de Shuttle SN95G5 uit de kast getrokken. De AOpen XC Cube EY855 kreeg de beschikking over de snelste Pentium-M processor die momenteel verkrijgbaar is, de Pentium-M 755 met een kloksnelheid van 2,0GHz. De Shuttle SN95G5 kreeg de beschikking over één van de snelste Athlon 64-processors die momenteel verkrijgbaar is, de Athlon 64 3800+. De Athlon 64 3800+ is met een prijskaartje van 600 euro tegenover het prijskaartje van 400 euro voor de Pentium-M 755 maar liefst 50 procent duurder, maar is de processor ook evenredig veel sneller?

Om een antwoord te vinden op deze vraag hebben we de onderstaande hardware in beide barebone's gezet in combinatie met Windows XP Media Center Edition 2005, de perfecte Windows-versie voor een dergelijke barebone die waarschijnlijk in veel gevallen in de huiskamer zal komen te staan. De AOpen-barebone werd uitgerust met de laatste Intel INF-drivers en de Shuttle-barebone kreeg de beschikking over de laatste VIA Hyperion-drivers. De videokaart werd ondersteund door de ForceWare 66.93-drivers.

Het testsysteem
BareboneShuttle SN95G5
AOpen XC Cube EY855
ProcessorAthlon 64 3800+ (S939, 2,4GHz, 512KB)
Intel Pentium M 755 (2,0GHz, 400MHz FSB, 2MB)
Geheugen2x 512MB Kingston PC3200
VideokaartXFX GeForce 6800LE 128MB, AGP
Tv-kaartHauppage Amity II MCE TV-Tuner kaart
Harde schijfMaxtor D740x, 40GB
Dvd-drivePioneer DVR-108 DL

* SiSoft Sandra CPU-benchmarks

SiSoft Sandra ALU benchmark (MIPS)
Athlon 64 3800+ 11075
Pentium-M 755 8542
SiSoft Sandra FPU benchmark (MFLOPS)
Athlon 64 3800+ 3806
Pentium-M 755 2755

We beginnen de testresultaten met een paar luchtige SiSoft Sandra CPU-benchmarks. SiSoft Sandra bevat een aantal tests die inzicht kunnen geven in de integer-, floating-point- en SIMD-prestaties van de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755. Het blijkt dat er een flink verschil zit tussen de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755 als er gekeken wordt naar de rauwe integer- en floating-point prestaties. De Athlon 64 3800+ is namelijk respectievelijk 29 en 38 procent sneller dan de Pentium-M 755.

SiSoft Sandra Multimedia int benchmark (it/s)
Athlon 64 3800+ 23004
Pentium-M 755 18845
SiSoft Sandra Multimedia float benchmark (it/s)
Athlon 64 3800+ 24665
Pentium-M 755 20807

Op het gebied van multimediaberekeningen scoort de Pentium-M 755 beter, maar desondanks moet de processor zijn meerdere erkennen in de Athlon 64 3800+. De Athlon 64 3800+ is namelijk op het gebied van integer berekeningen 22 procent sneller en floating-point berekeningen worden 19 procent sneller uitgevoerd. In hoeverre dit zich vertaalt in hogere prestaties zullen we zien in de rest van de benchmarks. De uiteindelijke prestaties van de processor worden namelijk niet alleen bepaald door de rauwe rekenkracht, maar ook door aspecten zoals bandbreedte, cache-efficiëntie en branch prediction.

Synthetische benchmarks (2)

* ScienceMark 2.0 geheugenbenchmarks

ScienceMark geheugenbandbreedte L1-cache (MB/s)
Pentium-M 755 24954
Athlon 64 3800+ 19466
ScienceMark geheugenbandbreedte L2-cache (MB/s)
Pentium-M 755 9937
Athlon 64 3800+ 8764
ScienceMark geheugenbandbreedte systeemgeheugen (MB/s)
Athlon 64 3800+ 5385
Pentium-M 755 2119

Voordat we ons gaan richten op de applicatie benchmarks nemen we eerst nog een blik op de prestaties van het geheugen. Met behulp van ScienceMark 2.0 hebben gekeken naar de latencies van zowel het L1-cachegeheugen, het L2-cachegeheugen en het systeemgeheuden. Tevens hebben we gekeken naar de bandbreedte van deze drie verschillende geheugens. Wanneer we kijken naar de bandbreedte zien we dat de Pentium-M meer bandbreedte dan de Athlon 64 heeft richting beide cachegeheugen. Richting de L1-cache is 28 procent meer bandbreedte aanwezig en richting de L2-cache is 13 procent meer bandbreedte aanwezig.

Het grote zwakke punt is echter de geheugenbandbreedte. Daar de Pentium-M nog moet werken met een 400MHz FSB is de bandbreedte richting het systeemgeheugen bedroevend laag en zet de Athlon 64 een score neer die maar liefst 150 procent hoger is. Dit grote verschil wordt uiteraard grotendeels veroorzaakt door de trage FSB van de Pentium-M, maar het AOpen-moederbord is waarschijnlijk ook deels de boosdoener. In het BIOS van het moederbord ontbreekt een optie om de CommandRate van het geheugen op 1T te zetten waardoor deze noodgedwongen op 2T is blijven staan. Vermoedelijk kan de bandbreedte met tien à twintig procent verhoogd worden met het toevoegen van deze optie in het BIOS.

Latency
L1-cache
L2-cache
Stride (bytes)n.v.t.41664256512
Athlon 64 3800+335161213
Pentium-M 755334101010
Latency systeemgeheugen (klokcycles)
Stride (bytes)41664256512
Athlon 64 3800+41351117122
Pentium-M 75541548170176

Wanneer we kijken naar de latencies van de caches en het systeemgeheugen zien we ongeveer hetzelfde plaatje als bij de bandbreedte. De latency van de L1-cache is gelijk bij beide processors, maar de latency van de L2-cache is bij de Pentium-M duidelijk lager. De verbinding met het systeemgeheugen is echter weer een zwakpunt. Bij een lage stride size is het verschil niet bijzonder groot, maar bij grotere strides neemt het verschil rap toe. De boosdoener is zonder twijfel wederom de lage FSB-snelheid.

Applicatie benchmarks (1)

* ScienceMark 2.0

Na alle theoretische benchmarks op de vorige pagina wordt het tijd voor een aantal tests die dichter bij de realiteit staan. We beginnen met ScienceMark 2.0. Dit programma werd ruim een jaar geleden geïntroduceerd en bevat verschillende tests om de performance van een systeem te meten door middel van wetenschappelijke simulaties. We hebben alle simulaties gedraaid met de standaardinstellingen.

Primordia (seconden, lager is beter)
Athlon 64 3800+ 348,76
Pentium-M 755 498,84

De eerste test die we draaiden, is Primordia. In deze test worden de Quantum Mechanical Hartree-Fock Orbitals voor elk elektron van een element uit het periodiek systeem van de elementen berekend. Dit wordt gedaan door middel van een herhalend proces. Deze benchmarks laat direct een enorm verschil zijn tussen de Pentium-M 755 en de Athlon 64 3800+ met een verschil van 43 procent in het voordeel van de Athlon 64.

Moldyn (seconden, lager is beter)
Athlon 64 3800+ 71,62
Pentium-M 755 91,30

De tweede test uit het ScienceMark-pakket is Moldyn. In deze test wordt het thermodynamische gedrag van materialen gesimuleerd. In deze test is het verschil tussen de Athlon 64 3800+ en de Pentium-M 755 aanzienlijk kleiner geworden, maar het verschil blijft desondanks groot. De Athlon 64 3800+ is namelijk 27 procent sneller dan de Pentium-M.

AES cryptografie (seconden, lager is beter)
Athlon 64 3800+ 11,36
Pentium-M 755 16,40

Het decoderen van berichten voor veilige e-commerce en andere applicaties is een bijzonder belangrijke business geworden. ScienceMark biedt de mogelijkheid om de snelheid te testen van een veelgebruikt decodeeralgoritme, te weten AES. Deze benchmark laat wederom een flink verschil zien tussen beide processors: de Athlon 64 3800+ is ditmaal 44 procent sneller dan de Pentium-M 755.

* CineBench 2003

Cinebench 2003 (seconden, lager is beter)
Athlon 64 3800+ 77
Pentium-M 755 99

CineBench 2003 is een real world benchmark gebaseerd op de Cinema 4D renderingsoftware. Ook in deze benchmark is de Athlon 64 3800+ zonder twijfel de snelste, maar met een voorsprong van 28 procent is het verschil niet zo groot als in verschillende andere benchmarks.

Applicatie benchmarks (2)

* Maya 6.0 Mental Ray Benchmark

Maya 6.0 Mental Ray (seconden, lager is beter)
Athlon 64 3800+ 84,81
Pentium-M 755 92,83

Naast CineBench 2003 is Maya 6.0 het tweede professionele renderingpakket dat we hebben opgenomen in de selectie benchmarks. De scène die hebben gebruikt om de tekensnelheid te testen is de Mental Ray Benchmark. De Pentium-M blijkt uitzonderlijk goed te presteren in deze benchmark. De processor weet de Athlon 64 3800+ niet te verslaan, maar een verschil in prestaties van een krappe tien procent is toch zonder twijfel netjes.

* PCMark04 audio- en videobenchmarks

PCMark 2004 Audio Conversion (KB/s)
Athlon 64 3800+ 3138
Pentium-M 755 2761
PCMark 2004 WMV Video Compression (FPS)
Athlon 64 3800+ 55,23
Pentium-M 755 53,04
PCMark 2004 DivX Video Compression (FPS)
Athlon 64 3800+ 70,77
Pentium-M 755 53,05

De volgende benchmark die we uit de kast getrokken hebben om de processorsnelheid te meten is PCMark 2004. Deze benchmark bevat een aantal tests die gebaseerd zijn op veelgebruikte algoritmes. We hebben ervoor gekozen om de audioconversie-, de WMV-videocompressie- en de DivX-videocompressietest te draaien. Uit de tests komt een gemixt resultaat naar voren. In alle benchmarks is de Athlon 64 3800+ de Pentium-M 755 de baas, maar de verschillen variëren. De Athlon 64 is respectievelijk 17 procent, 4 procent en 33 procent sneller dan de Pentium-M. De resultaten van de Pentium-M in de WMV-videocompressietest zijn uitzonderlijk goed te noemen.

Applicatie benchmarks (3)

* Sysmark 2004

Sysmark 2004 (totaalscore)
Athlon 64 3800+ 188
Pentium-M 755 160
Sysmark 2004 (Internet Content Creation)
Athlon 64 3800+ 212
Pentium-M 755 184
Sysmark 2004 (Office Productivity)
Athlon 64 3800+ 167
Pentium-M 755 140

De volgende real world benchmark is Sysmark 2004. Deze benchmark is één van de belangrijkste benchmarks die te vinden is in deze review aangezien het een groot aantal veelgebruikte applicaties test in een realistische multitasking-omgeving. De Sysmark 2004-benchmark bestaat uit de onderdelen Internet Content Creation en Office Productivity. Deze onderdelen bevatten de volgende applicaties:

Internet Content Creation

  • Adobe After Effects 5.5
  • Adobe Photoshop 7.01
  • Adobe Premiere 6.5
  • Discreet 3ds max 5.1
  • Macromedia Dreamweaver MX
  • Macromedia Flash MX
  • Microsoft Windows Media Encoder 9 Series
  • Network Associates McAfee VirusScan 7.0
  • WinZip Computing WinZip 8.1

  • Office Productivity

  • Adobe Acrobat 5.0.5
  • Microsoft Access 2002
  • Microsoft Excel 2002
  • Microsoft Internet Explorer 6
  • Microsoft Outlook 2002
  • Microsoft PowerPoint 2002
  • Microsoft Word 2002
  • Network Associates McAfee 7.0
  • ScanSoft Dragon Naturally Speaking 6
  • WinZip Computing WinZip 8.1
  • Het blijkt dat de Pentium-M redelijk goed presteert in Sysmark 2004. De Athlon 64 3800+ is in het Internet Content Creation-onderdeel 15 procent sneller dan de Pentium-M 755 en in het Office Productivity-onderdeel is de Athlon 64-processor 19 procent sneller dan de Pentium-M. Deze onderdelen samen genomen zorgt voor een score van 188 tegenover 160 wat overeenkomt met een percentueel verschil van 18 procent.

    * Multimedia Content Creation Winstone 2004

    Multimedia Content Creation Winstone 2004
    Athlon 64 3800+ 32,3
    Pentium-M 755 22,7

    Naast Sysmark hebben we ditmaal ook de Multimedia Content Creation Winstone 2004 benchmark opgenomen in het pakket applicatiebenchmarks. Deze benchmark is ruwweg de tegenhanger van de Internet Content Creation-test van Sysmark 2004. Een groot verschil met de Sysmark 2004 benchmark is dat het script zo snel mogelijk alle acties probeert af te werken en de invoer niet geeft op een menselijke snelheid zoals Sysmark 2004 wel doet. Daarnaast worden niet meerdere applicaties tegelijkertijd gedraaid. De benchmark bevat de volgende applicaties:

    • Adobe Photoshop 7.0.1
    • Adobe Premiere 6.50
    • Macromedia Director MX 9.0
    • Macromedia Dreamweaver MX 6.1
    • Microsoft Windows Media Encoder 9 Version 9.00.00.2980
    • NewTek's LightWave 3D 7.5b
    • Steinberg WaveLab 4.0f

    Het verschil tussen beide processors is in deze benchmark aanzienlijk groter dan in Sysmark 2004. De Athlon 64 3800+ zet een score neer van 32,3 punten terwijl de Pentium-M 755 niet verder komt dan 22,7 punten, een verschil van maar liefst 42 procent.

    * Business Winstone 2004

    Business Winstone 2004
    Athlon 64 3800+ 27,7
    Pentium-M 755 19,9

    De tegenhanger van de Sysmark 2004 Office Productivity-test is de Business Winstone 2004 benchmark. Evenals de Multimedia Content Creation Winstone 2004 probeert het script van de Business Winstone 2004 de set acties op één zo'n hoog mogelijke snelheid af te werken en worden applicaties niet tegelijkertijd gebruikt. De benchmark bevat de volgende programma's:

    • Microsoft Access 2002
    • Microsoft Excel 2002
    • Microsoft FrontPage 2002
    • Microsoft Outlook 2002
    • Microsoft PowerPoint 2002
    • Microsoft Project 2002
    • Microsoft Word 2002
    • Norton AntiVirus Professional Edition 2003
    • WinZip 8.1

    Evenals Multimedia Content Creation Winstone 2004 laat Business Winstone 2004 een negatiever beeld van de Pentium-M 755 zien dan Sysmark 2004. Met een score van 27,7 voor de Athlon 64 3800+ tegenover een score van 19,9 voor de Pentium-M is het verschil een stevige 39 procent.

    Game benchmarks

    * 3DMark05

    3DMark05 (1024x768 - geen FSAA en AF)
    Athlon 64 3800+ 2405
    Pentium-M 755 2198

    Na alle benchmarks die voornamelijk leunen op de prestaties van de processor en het geheugen is het tijd om een blik te werpen op prestaties van de systemen wanneer de videokaart in de vergelijking wordt opgenomen. De eerste gamebenchmark die we uit de kast hebben getrokken is 3DMark05. Deze synthetische benchmark bestaat uit een drietal onderdelen waarvan de deelscores gecombineerd worden tot één eindscore. Zoals gebruikelijk is de Athlon 64 de snelste processor, maar het verschil is met 9 procent niet heel erg groot

    * Far Cry

    Far Cry (1024x768 - geen FSAA en AF)
    Athlon 64 3800+ 53,74
    Pentium-M 755 49,96

    De volgende benchmark die we gedraaid hebben is Far Cry. Omdat een fatsoenlijke timedemo mogelijkheid ontbreekt in dit spel hebben we gebruik gemaakt van het HardwareOC FarCry Benchmark-programma en het gemiddelde genomen van drie runs. Wederom is het verschil tussen beide systemen niet groot, maar de Shuttle-barebone is met een voorsprong van 7 procent toch duidelijk de winnaar.

    * The Project

    The Project (1024x768 - geen FSAA en AF)
    Athlon 64 3800+ 22,55
    Pentium-M 755 19,93

    De volgende benchmark die we hebben gebruikt is een techdemo die door het leven gaat onder de weinigzeggende naam "The Project" en is gebaseerd op dezelfde engine als Far Cry. De benchmark is echter wel een stuk complexer dan Far Cry wat terug te zien is in de framerates. Hoewel beide systemen een stuk lagere scores neerzetten dan in Far Cry blijft het relatieve verschil ongeveer gelijk.

    * Doom 3

    Doom 3 (1024x768 - geen FSAA en AF)
    Athlon 64 3800+ 71,5
    Pentium-M 755 59,3

    De laatste benchmark die gedraaid hebben is de ingebouwde timedemo van Doom 3. Deze benchmark laat als enige gamebenchmark een echt groot verschil zien tussen beide processors. De Pentium-M 755 is met een framerate van 59,3 tegenover de framerate van 76,3 van de Athlon 64 3800+ namelijk 20 procent langzamer.

    Energieconsumptie

    De Pentium-M processor die we vinden in de AOpen XC Cube is ontworpen voor het gebruik in notebooks en daarom is gepoogd door Intel om de energieconsumptie laag te houden. Dit is blijkbaar goed gelukt aangezien Pentium-M processors te vinden zijn in een groot aantal compacte notebooks die uren zonder stopcontact kunnen blijven werken. Dit is uiteraard niet belangrijk voor een barebone-systeem, maar aangezien energie niet gratis uit het stopcontact komt is ook voor een normale pc een lage energieconsumptie wenselijk. Daarnaast betekent een lagere energieproductie dat het systeem gemakkelijker gekoeld kan worden en dus veelal een lagere geluidsproductie.

    We hebben de energieconsumptie van het complete barebone systeem gemeten met behulp van de Voltcraft Energy Check 3000. We hebben de energieconsumptie gemeten in een drietal verschillende toestanden. Als eerste hebben we de energieconsumptie gemeten terwijl de computer alleen de Windows-desktop weergaf. Vervolgens hebben we de energieconsumptie gemeten terwijl de computer druk bezig was met het draaien van de SiSoft Sandra Multimedia-benchmark. Als laatste hebben we gecheckt hoeveel de barebone gebruikt terwijl deze wel aangesloten is op het lichtnet, maar niet aan staat. Hoewel de meeste mensen zich er niet bewust van zijn gebruikt ook dan de computer energie, hoewel het niet veel is. Om tot betrouwbare resultaten te komen hebben we voor elke meting tien à vijftien samples genomen en daar het gemiddelde van berekend.

    Energieconsumptie, uit (Watt)
    Athlon 64 3800+ 4,6
    Pentium-M 755 4,6
    Energieconsumptie, idle (Watt)
    Athlon 64 3800+ 83,5
    Pentium-M 755 76,3
    Energieconsumptie, load (Watt)
    Athlon 64 3800+ 147,70
    Pentium-M 755 77,94

    Zoals bovenstaande grafieken laten zien is de energieconsumptie van de Pentium-M 755 niet veel lager dan die van de Athlon 64 3800+ wanneer beide processors uit de spreekwoordelijke neus zitten te eten. De Cool 'n Quiet-technologie doet blijkbaar goed zijn werk. Wanneer de systemen uit staan is er zelfs geen enkel verschil in energieconsumptie. Wanneer er echter werk aan de winkel is neemt het verschil drastisch toe. De energieconsumptie van de Pentium-M 755 neemt nauwelijks toe, maar die van het Shuttle XPC-systeem verdubbelt bijna. Onder load is het verschil ruwweg 70 Watt wat neer zou komen op een extra kostenplaatje van ruim dertig euro per jaar als we uit zouden gaan van een kWh prijs van 5 cent en een systeem dat dag en nacht belast wordt (bijvoorbeeld door een distributed computing project). Of de lagere energieconsumptie ook zorgt voor een lagere geluidsproductie zullen we onderzoeken op de volgende pagina.

    Geluidsproductie

    Aangezien een barebone vaak een plekje zal vinden in de woonkamer is een lage geluidsproductie zo mogelijk nog belangrijker dan bij een normaal computersysteem. Om de geluidsproductie van de AOpen XC Cube EY855 en de Shuttle SN95G5 te meten hebben we gebruik gemaakt van een Voltcraft digitale geluidsdrukmeter type 322 die geplaatst werd op 20 centimeter afstand van de voorkant van de behuizing. Per metingen hebben we het gemiddelde genomen van 300 samples die gemeten zijn met een samplesnelheid van 0,1 seconde. De geluidsproductie hebben we gemeten in twee verschillende scenario's. In het eerste scenario stond de computer rustig de Windows-desktop weer te geven en in het tweede scenario was de processor al een uur bezig met nutteloze berekeningen met behulp van SiSoft Sandra.

    Geluidsproductie, idle (dBa)
    Athlon 64 3800+ 46,9
    Pentium-M 755 42,2
    Geluidsproductie, load (dBa)
    Athlon 64 3800+ 47,5
    Pentium-M 755 42,4

    Zoals blijkt is de AOpen XC Cube EY855 barebone een stukje stiller dan de Shuttle SN95G5. Hoewel de AOpen XC Cube stiller is dan de Shuttle SN95G5 vond ik de geluidsproductie van beide systemen tegenvallen. Beide systemen produceren een duidelijk zoemend geluid en zijn niet echt veel stiller dan een gemiddelde desktop computer. In het geval van de Shuttle SN95G5 is dit enigszins verdedigbaar aangezien het systeem een warme Athlon 64-processor moet koelhouden, maar van de AOpen XC Cube had ik toch zeker meer verwacht. Een innovatiever koelsysteem dan een aluminiumblok met een klein ventilatortje en een stillere voeding zouden toch mogelijk moeten zijn.

    AOpen XC Cube EY855 Pentium-M koeler
    De processorkoeler van de AOpen XC Cube-barebone

    Conclusie

    Om de prestatievergelijking tussen de twee barebone's te vereenvoudigen hebben we een prestatie-index samengesteld waarin het gemiddelde van alle benchmarkresultaten is opgenomen. Om de presentatie van de gegevens verder te verduidelijken hebben we de gemiddelden genormaliseerd zodat de Shuttle SN95G5 als score 100 heeft gekregen.

    Genormaliseerde prestatie-index
    Athlon 64 3800+ 100,00
    Pentium-M 755 82,13

    Zoals de bovenstaande grafiek laat zien is de AOpen-barebone krap twintig procent langzamer dan de Shuttle-barebone, een knappe prestatie als we bedenken dat de Pentium-M-processor een erg beperkte geheugenbandbreedte heeft, een lagere kloksnelheid en hierbij ook nog eens aanzienlijk minder energie gebruikt. Dat de Pentium-M-processor veel potentieel heeft als desktopprocessor wordt hiermee wel duidelijk, maar een echte topper qua prestaties is het nog niet op dit moment. Ook qua prijs is de processor geen werelddeal. De hier geteste Pentium-M mag dan met een prijskaartje van circa € 400,- aanzienlijk goedkoper zijn dan de Athlon 64 3800+, de niet veel langzamere Athlon 64 3500+ gaat al voor € 250,- over de toonbank.

    Het grote voordeel van de Pentium-M voor de desktop is momenteel het lage energiegebruik en de mogelijkheid die daarmee ontstaat tot een stillere koeling. Helaas weet AOpen dat voordeel niet overtuigend uit te buiten. De AOpen XPC Cube EY855 is wel iets stiller dan de Shuttle SN95G5, maar het verschil is niet groot. Andere punten die mijn inziens voor verbetering vatbaar zijn is het BIOS vanwege het ontbreken van enkele belangrijke opties om de geheugentimings te tweaken en het ontbreken van Serial ATA-aansluitingen. Zonder gebreken is de AOpen XPC Cube EY855 dus niet, maar dat neemt niet weg dat het een redelijk stille barebone is met een knap design en een uitzonderlijk lage energieconsumptie.

    Informatique logoDankwoord: Met dank aan AOpen voor het beschikbaar stellen van de XPC Cube en Informatique voor het beschikbaar stellen van het Shuttle SN95G5-systeem en de Pentium-M 755-processor.

    Reacties (22)

    22
    21
    16
    2
    0
    3
    Wijzig sortering
    Een 3500+ was een goeiere vergelijker geweest, zoals ook al in de conclusie stond, qua prijs. Tevens had je voor de gein de geheugenbandbreedte van de 3500+ kunnen inkappen, single channel. De A64 heeft óók niet zo veel bandbreedte nodig.
    Ze hadden dan ook beter een Winchester kunnen pakken want die 3800+ wordt loei heet en de winchester heeft toch al 40 tot 60 watt minder warmte productie. Tis nog geen pentium M maar het komt al meer in de buurd.
    Van de site van BalusC
    Athlon 64 3200+ Winchester 2000MHz 45,8A 67,0W 70ºC
    Athlon 64 3500+ Newcastle 57,4A 89,0W 70ºC

    Dit zijn de max waarden dus het werkelijke verbruik kan voor beiden wat lager liggen maar geeft wel een indikatie over het verbruik en het verschil tussen de beide varianten.
    3800+ lieiheet? je zit toch niet in de war met de 3,8ghz Prescott? De gehele AMD64 reeks is een lekker zuinige serie processors die relatief weinig warmte genereren. Ook die 3800+ blijft dus lekker koel dus waar je vandaan haalt dat deze gloeiend heet wordt vraag ik me af.

    Daarbij produceert de winchester absoluut geen 40 tot 60watt minder! Dat mochten ze willen bij AMD. Het 90nm proces (waarop de Winchester gebaseerd is) is wel zuiniger, maar lang geen 40-60watt. Ik geloof dat een AMD64 130nm maar ongeveer 70watt verstookt. dus dan zou een 90nm Winchester maar 10-30watt verstoken: no way.

    Wel weten waarover je praat anders komen andere ook alleen maar in de war.
    Wat een rommeltje in die kast. Je zou toch zeggen dat met een voeding en een moederbord in de kast die speciaal voor elkaar gemaakt zijn, dat bijvoorbeeld die dikke ATX-kabel overbodig is? En de meeste andere kabels ook trouwens.
    Bij elke barebone wordt dit zo gedaan. De energie zal toch van de voeding richting het moederbord verplaatst moeten worden, dus dan licht een oplossing met kabels wel erg voor de hand..
    Veel min punten zijn gerelateerd aan het 855 chipset dat gebruikt wordt. Enkel support voor AGP4x, geen S-ata, etc. De nieuwe generatie van het mobiel Intel platform 'somona" dat in Q1 wordt gelanceerd zal van de nieuwe technologien zoals s-ata, ddr2, pci-e gebruik maken. Dan zullen erg veel fabrikanten met een desktop / sff barebone versie van dit mobile platform verschijnen omdat het snel is maar toch enorm stil. Jammer wel dat A-Open hier geen gebruik van maakt met die luidruchtige koeler. Zo'n pentium M is pasief al stabiel te houden.
    Luidruchtig is een beetje een groot woord, maar het had inderdaaad stiller gekunt.
    Da's vreemd. Ik heb hier een AOpen EZ65 in mijn woonkamer staan die nauwelijks geluid produceert:

    http://www.silentpcreview.com/article140-page1.html

    Deze heeft dezelfde koeler als het hier geteste model.
    De 855 is juist een goede chip voor barebones.
    Alleen AGP-4 maakt natuurlijk weinig uit, de onboard oplossing presteerde goed en tussen AGP-4 en -8 is weinig prestatie verschil te vinden.
    En geen S-ata is ook geen redelijk bezwaar, die snelheidswinst telt alleen mee voor het cache geheugen in de hardeschijf want de schijven van heden draaien de bandbreedte toch niet bij.

    En je weet toch zelf ook wel dat meegeleverde koelers er zijn om te vervangen, das bij elke leverancier zo.
    Dat AGP 4x geen nadeel is ben ik het zeker met je eens (ik noem het ook niet in de review). SATA is mijn inziens wel een bezwaar. Niet omdat het sneller is, maar wel omdat zo'n kabel handiger is, beter voor de airflow en omdat veel schijven in de toekomst alleen nog maar SATA zullen zijn.

    En wat betreft koelers vervangen: hoeveel Socket 479 koelers denk jij te vinden in de gemiddelde winkel? En als je ze al kan vinden moet de koeler vervolgens ook nog in de kast passen en stiller zijn dan de huidige.... wordt nog lastig denk ik.
    Hielko, heb je nog kunnen kijken wat de gemiddelde temperatuur was van de Pentium M?
    Helaas, deze heb ik niet gemeten.
    goed gedaan!
    Het energieverbruik van een pc vind ik zeker interessant, zeker omdat dit gerelateerd is aan de warmte- en geluidsproductie.

    Wat ik alleen nog even onder de aandacht wil brengen: energieopname gaat kwadratisch omhoog met de prestatie. Ik denk dat als je een eerlijke vergelijking wilt maken kwa energieverbruik en geluid dat je de Athlon64 moet onderklokken (en voltage terugbrengen!) tot de prestaties ongeveer gelijk zijn. Ik denk dat het dan niet veel verschil zal maken.

    Ik weet uit ervaring dat diverse AMD processors ook op flink lagere voltages nog goed stabiel kunt houden. Het ligt natuurlijk aan het mobo hoever je V-core kunt verminderen. (zo heb ik de eerste Duron al op 1,4V draaiend gehad op 550 MHz).
    Als je dan de kloksnelheid wat terughaalt en daarbij het geheugen wat opvoert heb je voldoende prestatie bij een behoorlijk lagere temperatuur (en energieopname).
    Ben gister met me laptop bezig geweest :

    Athlon 64 3000+ 1MB Mobility

    Draait nu op 800 mhz 0.8V ipv 800 MHz 0.95v.

    Verder op 1v 1333 MHz

    1800 MHz 1.2v

    2000 MHz 1.4v

    Die laatste 2 zijn niet helemaal maxed maar in alle gevallen was het systeem prime stabiel. En die 3800+ loopt op iets van 1.55v geloof ik van 1.55 naar 1.4 scheeld al iets van 50 watt.

    Edit:

    Inmiddels loopt me cpu op 2100 MHz 1.4 volt en dit is nog een oude 0.13 µ. Dus AMD kan ook best een low power A64 maken alleen dan kom je denk ik max op 2.2 GHz uit met dan iets van 80 watt energie verbruik.
    Erg interessante review!

    Uit m'n ervaring blijkt de harde schijf en videokaart de boosdoeners voor 't geluid.

    Een Antec Aria met Athlon64 3000 (S754 Newcastle) op een MSI K8MM-ILSR moederboard met onboard video is slechts hoorbaar met je oor op de kast. Super combo voor HTPC :*) ( De Athlon64 is idle 22 graden met fan op 1000rpm!)

    Doe ik er echter een harde schijf in dan is die duidelijk 't minst stil. In de Aria past een (Zalman) passief gekoelde videokaart dus daarmee blijft ie stil when idle.

    De XFX videokaart is volgens Anandtech de meest luidruchtige GF6 kaart

    Om een barebone stiller te maken zou ik iig een Gigabyte 6600GT passief gekoeld erin gooien. En als harde schijf een spinpoint. Hiermee zouden de systemen zeker stiller worden.

    Hielko heb je gekeken wat 't meeste geluid in de barebone's maakte? Als dat de voeding was maakt 't uiteraard niet uit.
    Anoniem: 104189 19 december 2004 17:46
    Klein overkomelijk gemis zeggen jullie, ik vind het een ontzettend gemis, vooral in een barebone dat er geen SATA in zit. Kijk hoe vol dat ding zit. Dat hadden ze veel mooie op- kunnen lossen door de voeding extern te gebruiken zoals je daar tegenwoordig steeds vaker ziet. En dan heb je veel meer plek voor een fatsoenlijke koel oplossing, helaas mogen ze niet de manier van Shuttle gebruiken, maar ik vind dit ook een beetje lauw, dat koelblok op de CPU. Daarbij denk ik dat een volledig koperen oplossing beter was geweest. Maar goed. Nog veel mooier zou natuurlijk zijn, als ze eens een keer een 2.5" ruimte zouden maken, zodat je er een laptop schijf in kunt hangen op een daarvoor aangewezen plek. Voor de rest vind ik het een leuk ding. Hoewel hij verbleekt bij die AMD,maar het is ook appels met peren vergelijken he.
    Zoals de bovenstaande grafiek laat zien is de AOpen-barebone krap twintig procent langzamer dan de Shuttle-barebone, een knappe prestatie als we bedenken dat de Pentium-M-processor een erg beperkte geheugenbandbreedte heeft, een lagere kloksnelheid en hierbij ook nog eens aanzienlijk minder energie gebruikt
    tegenwoordig is klok snelheid ni het enige wa de kracht van een cpu beslissd hé. een 3800+ verslaagd een p4 3600 toch ook in de meeste benchmarks en toch ligt zijn clok snelheid een pak lager.

    en zoude de benchmarks uitgevoerd kunne worde op een 64 bit bestuurings systeem zou het verschil noch grooter zijn tussen de 2
    Moet het niet overal de Pentium M 755 zijn ipv 775 aangezien deze niet eens bestaat ;) Klein foutje moet kunnen :+
    Zoals blijkt is de AOpen XC Cube EY855 barebone een stukje stiller dan de Shuttle SN95G5.
    Jammer dat er nergens iets staat over de instellingen van de fan van de Shuttle. Stond fan 1 op low, mid of high? Of stond Cool 'n Quiet aan?

    Op dit item kan niet meer gereageerd worden.