Inleiding
Lopen op het Mobile World Congress, de grootste telecombeurs ter wereld, is een aparte ervaring. Ten eerste is de beurs alleen open voor mensen in de telecomindustrie zelf. Geen kinderen met vlekkende ijsjes of treinen vol met gamers die naar deze beurs komen. Het gevolg is dat de boel een beetje formeel is. Veel mensen lopen in pak of andere nette kleding.
Het MWC lijkt op afstand misschien te gaan over nieuwe smartphones en andere gadgets. Bedrijven als Samsung, Huawei en Sony zetten grote, flashy stands neer waarop ze de nieuwe producten vol trots laten zien. Dat is echter maar één kant van het verhaal.
De andere kant is meetings, een eindeloze reeks meetings. Vrijwel elk bedrijf heeft naast een stand ook een 'meetingstand' en daarnaast zijn er tussen de hallen 'network lounges' en 'network gardens'. De ruimtes om elkaar te ontmoeten zijn veel talrijker en groter dan de stands met de producten.
Het zijn ook de plekken waar deals worden gesloten. Microsoft en Nokia begonnen ooit op deze beurs te praten over een overname bijvoorbeeld. Fabrikanten ontmoeten achter gesloten deuren providers om ze geheime prototypes van nog niet aangekondigde smartphones te laten zien, om ze zo te overtuigen ze in het assortiment op te nemen.
Naast meetings en smartphones is er traditioneel meer op MWC te vinden: gekkigheid. Een paar van die dingen heb je al op Tweakers kunnen zien, zoals de Sharp Robohon en de LG Rolling Bot. Maar er was nog veel meer te bewonderen. We stelden een bloemlezing samen van de slimste, grappigste en opvallendste dingen van het Mobile World Congress.
/i/2000970773.jpeg?f=imagenormal)
De smart putdeksel
Hoe vaak stap je op of over een putdeksel? Hoe vaak parkeer je je auto op een putdeksel? Putdeksels zijn net als het seksleven van je ouders: goed dat het bestaat, maar het is geen onderwerp waarover je graag vaak wil nadenken.
Toch zijn er mensen die wel diep hebben nagedacht over putdeksels: providers en netwerkbedrijven. Het resultaat van dat nadenken toonde het Zweedse Ericsson op zijn immense stand op de beurs: de putdeksel die dienst doet als 4g-mast.
/i/2000970795.jpeg?f=imagenormal)
Nu zul je je afvragen welk probleem het oplost. Om daarmee te beginnen: providers als KPN en Vodafone maken steeds meer gebruik van small cells. Kleine zendmasten die passen op bijvoorbeeld bushokjes en een bereik hebben van een paar honderd meter. Daar heb je weinig aan op het platteland van noordoost-Friesland, maar op het Leidseplein in Amsterdam of de Coolsingel in Rotterdam kan het een uitkomst zijn.
Small cells zijn echter niet goedkoop, en volgens Ericsson komt dat mede door de huur van die plaatsen. De bedrijven die eigenaar zijn van de bushokjes waar die small cells op staan, vragen aan providers huur en providers moeten dat betalen om die te mogen plaatsen. Het plaatsen van zendmasten onder de grond is echter kosteloos.
De set-up is een radio die onder de grond zit en met coaxkabels is verbonden aan twee antennes, die vermomd zijn als putdeksels. Die lijken van metaal, maar zijn van kunststof. Die antennes staan een beetje diagonaal gericht en kunnen op die manier mensen van mobiel internet voorzien.
Voordat dit apparaat er was, moesten er wel wat obstakels opgelost worden. Zo kunnen de radio's door de plaatsing onder de grond onder water komen te staan. Daarom moest de apparatuur waterdicht worden gemaakt. Bovendien is de coaxkabel gevoelig voor onderbreking: als een auto er met de wielen op staat, is er geen verbinding. Daarom zijn er twee putdeksels, zodat in het geval van een parkerende auto de andere antenne het over kan nemen.
Ericsson claimt dat er interesse is vanuit Nederland voor de putdekselantenne. Het zou dus zomaar kunnen dat je over een paar jaar over straat loopt en ineens over de 4g-antenne loopt waar je telefoon op dat moment verbinding mee heeft. Want uiteindelijk moet mobiel bereik ook zoiets zijn als putdeksels: goed dat het er is, maar iets waarover je niet hoeft na te denken.
/i/2000970797.jpeg?f=imagenormal)
De smart stempel
Stempelen, wie heeft dat nou niet gedaan als kind? Er zit iets in de mens waardoor het een voldoening geeft om letterlijk een stempel ergens op te drukken en dan te kunnen zien dat jij het was die de stempel heeft gezet. Het is een ouderwetse, analoge bezigheid die weinig efficiënter kan, toch?
Er zijn maar weinig analoge bezigheden die Zuid-Koreanen niet proberen te digitaliseren. En zie hier: de Echoss Smart Stamp, een slimme stempel van de Zuid-Koreaanse provider SK Telecom en het bedrijf 12CM. Het idee is simpel: de stempel zet een stempeltje op een formulier op je smartphone.
/i/2000970805.jpeg?f=imagenormal)
De uitvoering is wel makkelijk en universeel. Voor authenticatie gebruikt de stempel namelijk geen nfc of bluetooth, maar een patroontje in de stempel zelf. Dat patroontje is niet voelbaar - dat zou fraude wellicht te makkelijk maken - en heeft een menselijke hand nodig om te werken.
Applicaties op de smartphone kunnen het patroon dat de stempel zet herkennen en op die manier een gebruiker identificeren. Vervolgens kan dat gebruikt worden voor een spaarsysteem, voor betalingen of voor authenticatie bij het inloggen.
De Smart Stamp zelf ziet eruit als... nu ja, als een stempel. Zo hou je hem ook vast. Alleen de onderkant is anders. Die is gemaakt van een apart soort materiaal, vermoedelijk om te geleiden. Het zetten van de stempel kost niet veel kracht en werkt prima.
Het is lastig om te zien dat zoiets goed zou functioneren in Nederland. De kans lijkt niet zo groot dat mensen serieus met een stempel op zak gaan lopen om bij anderen een stempel op het scherm te drukken. Het zou wel een methode zijn die veel mensen onmiddellijk zouden begrijpen. Het ziet er in elk geval uit als een vernuftig idee, dat bovendien goed werkt.
De smart afvalbak
Wat is er viezer dan een overvolle afvalbak? Zo'n metalen ding langs een stoep die dan helemaal volgeduwd is met allerlei halflege verpakkingen ontbijtkoek, blikjes bier waarvan de schrale lucht je tegemoet komt en dat alles lijkt elk moment op de grond te kunnen vallen, omdat er simpelweg niets meer bijpast.
De afvalbak is eigenlijk een van de meest logische dingen om van een internetverbinding te voorzien. Het is namelijk duidelijk wat je ermee kunt: er een sensor instoppen die doorheeft dat hij bijna vol zit en een notificatie doorstuurt naar de gemeentelijke reinigingsdienst om te vertellen dat hij geleegd moet worden.
/i/2000970835.jpeg?f=imagenormal)
Dat is simpel genoeg, maar op de stand van Qualcomm kwamen we een afvalbak tegen die nog een stuk verdergaat. De slimme afvalbak van BigBelly heeft vier belangrijke functies. De eerste is doorgeven dat de bak bijna vol zit.
De tweede is ook heel logisch en makkelijk: als de bak bijna vol zit, gaat hij het afval comprimeren, zodat hij niet onmiddellijk geleegd hoeft te worden. Dat vereist natuurlijk stroom en daarvoor heeft de afvalbak een eigen manier van stroom opwekken: zonne-energie.
Er zitten zonnepanelen op het dak van de afvalbak om de stroom op te wekken. Hij kan echter meer stroom opwekken dan hij nodig heeft voor het samendrukken van het afval en dus is er ook een mogelijkheid om van de afvalbak een wifi-hotspot te maken.
De afvalbak is onderdeel van Qualcomms Smart Cities-onderdeel, met allerlei apparaten voor op straat die extra functies krijgen door middel van internetverbindingen. Of en wanneer de afvalbak te bewonderen zal zijn in de Benelux, is niet bekend.
/i/2000970813.jpeg?f=imagenormal)
Springschans, ballen of vr: hoe laat je 5g zien?
Een van de belangrijkste onderwerpen in de telecomindustrie is 5g. Ja, het komt eraan, maar daarnaast moet het ook verkocht worden. Niet alleen aan leveranciers en providers, maar zeker ook aan het grote publiek. Als iets een groot onderwerp is, dan moet het zichtbaar zijn, moet je er iets mee kunnen doen.
Dat was vorig jaar een groot probleem. Toen was 5g al een even groot onderwerp als dit jaar, maar op de stands stonden alleen schermen met uitleg over technieken en demonstraties waren er simpelweg nog niet. De gebruikelijke disclaimer geldt weer; 5g is nog niet vastgesteld en is dus officieel nog niets, maar bedrijven in de industrie hebben al wel afgesproken wat 5g moet gaan kunnen.
De Japanse provider NTT Docomo besloot dat 5g niet in het echt te demonstreren is - het zijn immers onzichtbare golven - en kwam met een eenvoudige oplossing: het toonde beam tracking, een vermoedelijk onderdeel van 5g, via een Oculus Rift. Op de stand stonden een zender en ontvanger van Nokia met beam tracking, waarbij de zender de locatie van de ontvanger bijhoudt en de golven alleen daarheen stuurt. Bezoekers kregen een Rift op hun hoofd met een camera voorop en Docomo legde over het beeld van de zender en de ontvanger een visualisatie van de beam tracking.
Ericsson bracht ook beam tracking in beeld, maar dan op een nog makkelijkere manier. Een ontvanger bewoog de hele tijd via rails, terwijl op een scherm bij te houden was hoe hoog de doorvoersnelheid was. Die fluctueerde iets naarmate de zender en ontvanger verder van elkaar kwamen. Het is de vraag hoeveel mensen in een oogopslag begrepen wat het bedrijf hier wilde uitbeelden.
Nokia koos voor een opstelling met enkele tientallen Nexus 5x-toestellen in een halve cirkel. Bij de ene helft stond 'before 5g' en bij de andere helft '5g'. In het midden lag een bal, terwijl Nokia een 5x de scène liet livestreamen. Bezoekers konden de bal laten stuiteren. Vervolgens toonden de '5g-toestellen' eerder dat de bal stuiterde dan de andere telefoons. Deze demo moest laten zien dat de latency via 5g-verbindingen veel lager ligt.
/i/2000970831.jpeg?f=imagenormal)
De Zuid-Koreaanse provider Korea Telecom ten slotte koos voor een implementatie die nog het meeste leek op een spelletje Wii Fit Plus. Bezoekers konden op een paar ski's gaan staan, die meebewogen terwijl het beeld via '5g' op het scherm van de Rift kwam bij schansspringen. Deze demo had als doel om aan te tonen dat 5g snel genoeg is om beelden in virtual reality te renderen.
/i/2000970833.jpeg?f=imagenormal)