Door Femme Taken

UX Designer

Verslag van Maxtor Intelligent Drive Tour

02-03-2003 • 00:22

17

Multipage-opmaak

Maxtor marktpositie en product line-up

Afgelopen dinsdag organiseerde harddiskfabrikant Maxtor in het Hilton-hotel op Schiphol de Nederlandse editie van de Maxtor Intelligent Drive Tour. Dit evenement trekt sinds begin februari door Europa en doet naast Amsterdam ook andere grote steden aan, waaronder Londen, Kopenhagen, München, Parijs en Moskou. Maxtor en Adaptec presenteren tijdens de seminars van de Intelligent Drive Tour hun laatste storage producten voor de enterprisemarkt. Verder geven de beide fabrikanten hun visie op komende ontwikkelingen in de storagemarkt, zoals de overgang naar seriële interfaces en de door SCSI-over-IP gedreven groei van gecentraliseerde Storage Area Networks. De seminars zijn gericht op resellers en systeembouwers die zich hebben ingeschreven voor het Maxtor VIP-programma. Uw razende Tweakers.net-reporter had enige tijd geleden een VIP-inschrijving gescoord en kwam zodoende terecht op het seminar in Amsterdam. Bij nabeschouwing leverde het seminar een erg nuttig en informatief middagje op. In dit artikel volgt een verslag van de presentaties van Maxtor en Adaptec.

Maxtor Intelligent Drive Tour logo

* Maxtor marktpositie en product line-up

Joe Fagan, de SCSI marketing manager van Maxtor, begon zijn presentatie met een overzicht van de productlijnen van Maxtor en de positie waarin het bedrijf zich op de markt bevindt. Maxtor levert momenteel vijf soorten storage producten, de Personal Storage externe USB en FireWire harde schijven, de Atlas SCSI harde schijven voor online serverstorage, de MaXLine ATA harde schijven voor nearline storage, de DiamondMax ATA harde schijven voor de desktop markt en tenslotte de storage oplossingen voor consumentenelectronica zoals Personal Video Recorders (PVR's), game consoles en HiFi-apparatuur. De Intelligent Drive Tour is uitsluitend gericht op de enterprise storageproducten van Maxtor, oftewel de MaXLine- en Atlas-series.

Maxtor is momenteel de grootste fabrikant van harde schijven in de Verenigde Staten op basis van geleverde opslagcapaciteit. Seagate is marktleider als wordt gerekend op basis van verkochte units. De leidende positie van Maxtor is te danken aan het feit dat het bedrijf de laatste jaren consequent een voorsprong heeft gehad op het gebied van platterdichtheid. Zo was Maxtor de eerste fabrikant die een ATA harde schijf met 80GB platters kon leveren en was het bedrijf één van de initiators van het 'Big Drive' initiatief, welke tot doel had de capaciteitslimiet van de ATA-interface uit te breiden tot boven 137GB. Om een beeld te geven van de omvang van Maxtor's productiecapaciteit noemde Joe Fagan een cijfer van 6 Petabyte opslagcapaciteit per dag en 1500PT per jaar. Jaarlijks produceert Maxtor 15 miljoen harde schijven. Het bedrijf ligt op schema om in 2005 de eerste harde schijf met een capaciteit van 1 Terabyte op de markt te brengen. Maxtor ontwerpt zijn producten in de Verenigde Staten en voert de productie uit in Azië. In Ierland is het Europese distributiecentrum gevestigd.

Verslag Maxtor IDT: marktverdeling 1999

Verslag Maxtor IDT: huidige marktverdeling

Wat betreft de positie van de concurrentie en de verdeling van de markt is er de laatste jaren een trend waarneembaar van groei van de grote fabrikanten en inkrimping van de kleintjes. Maxtor beschouwt de huidige markt als gezond en ziet vooral groei in het consumentensegment. Dit is mede te danken aan nieuwe toepassingen zoals de eerder genoemde PVR's. Een voorbeeld daarvan is de in Amerika populaire TiVo harddiskrecorder. Maxtor voorziet de komende jaren een verdere groei van de marktaandelen van de drie grootste fabrikanten; Seagate, Maxtor en Western Digital. Deze bedrijven hebben de ontwikkeling en productie van harde schijven als hun core business en zijn daardoor beter in staat om de snelle ontwikkelingen te volgen. Maxtor beschikt over 24,9 procent van de wereldwijde productiecapaciteit van harde schijven. Het bedrijf beschouwt zijn eigen marktpositie daardoor als erg sterk. Grote OEMs als Dell en HP zullen immers niet graag zien dat een kwart van de wereldwijde productie kan wegvallen.

ATA enterprise storage

Waarschijnlijk ben je bekend met het feit dat Maxtor met zijn Atlas SCSI-lijn één van de populairste SCSI-harde schijven in huis heeft. Minder bekend is dat Maxtor sinds kort met goedkopere ATA-harde schijven actief is in de enterprise storagemarkt. Het idee om ATA harde schijven toe te passen in serversystemen roept nog bij velen huiveringwekkende gedachten op. Tot enkele jaren geleden was het zelfs volledig taboe. SCSI drives waren sneller, hadden een grotere capaciteit en boden een groot aantal voordelen op het gebied van serverstorage, bijvoorbeeld de ondersteuning van command queuing, foutcorrectie, hotplugging en SAF-TE / SES enclosure services. Gelijktijdig met de opkomst van goedkope en eenvoudig te beheren 'turnkey' web- en NAS-servers zijn ATA-drives in beeld gekomen als opslagmedium voor low-end servertoepassingen.

Joe Fagan toonde in zijn presentatie cijfers van een enquete onder storage managers over het gebruik van ATA-drives in het datacenter. Op de vraag of de ondervraagden bereid waren om ATA-drives toe te passen in dergelijke omgevingen antwoordde 32 procent met een volmondig ja, was 26 procent afwijzend en antwoordde 42 procent met een onzekere 'misschien'. De resultaten wijzen uit dat er grote kansen en mogelijkheden zijn voor het gebruik van ATA-drives in het enterprise segment. Op de vraag voor welke toepassingen ATA-drives werden gebruikt, scoorden backup, archivering, file-serving, email en webserving hoog. Vrijwel niemand zag een plek weggelegd voor ATA als opslagmedium voor database-servers en OLTP (OnLine Transaction Processing).

Geschikte toepassingen van ATA storage in de enterprise markt (%)
Backup en archivering 47
File-servers 41
Email-servers 38
Webservers 32
Anders 7
Database-servers en OLTP 6

Op de vraag waarom men afwijzend stond ten opzichte van het gebruik van ATA-schijven in een serveromgeving noemde een meerderheid van de respondenten de lage MTTF's (meantime to failure) van ATA-harde schijven. De lagere prestaties als gevolg van de lagere toerentallen van ATA-drives en het ontbreken van fancy features zoals command queuing werden als een minder belangrijk gebrek geschouwd. De lage I/O performance van ATA-drives kan immers opgevangen worden door meerdere schijven te combineren in een RAID-configuratie. Dat de lage betrouwbaarheid van (desktop) ATA harde schijven een struikelblok vormt voor IT Managers mag niet verwonderlijk zijn, aangezien zij de veilige opslag van gegevens tot hun primaire doelstelling rekenen. Niemand zal ontslag willen riskeren omdat bedrijfskritische gegevens verloren werden gegaan door het gebruik van onbetrouwbare maar weliswaar erg goedkope ATA-harde schijven.
Verslag Maxtor IDT: MaXLine drive en logo
De MaXLine-serie van Maxtor is gericht op de driekwart van de IT managers die wel bereid is om ATA te gebruiken voor bepaalde servertoepassingen. Maxtor heeft niet het streven om de markt voor hoger geprijsde SCSI-harde schijven (met navenant hogere marges) aan te tasten. Wie liever SCSI gebruikt moet dat vooral blijven doen, is de gedachte. De MaXLine harde schijven zijn bedoeld voor toepassingen die geen hoge eisen stellen aan de I/O performance. Voorbeelden zijn nearline en secundaire storage, low-end webservers en NAS-apparaten. Onder nearline storage wordt verstaan de opslag van gegevens die relatief weinig worden aangesproken, zelden veranderen maar vaak wel zeer groot van omvang zijn. Voorbeelden zijn de archivering van documenten en de opslag van backups. Traditioneel worden voor dit soort toepassingen tape-libraries en optische media gebruikt. De nadelen van dergelijke opslagmedia laten zich eenvoudig raden. Tape-libraries en optische media brengen hoge kosten met zich mee, nemen veel fysieke ruimte in, hebben hoge tot zeer hoge toegangstijden en een over het algemeen matige doorvoersnelheid.

Door de enorme toename van de opslagcapaciteit van ATA-schijven is de harde schijf een alternatief geworden voor tape en optische media. De betere prestaties en de kleinere form factor van ATA-harde schijven openen nieuwe mogelijkheden, die verandering kunnen brengen in de wijze waarop online storage (gegevens die zeer snel benaderbaar moeten zijn) en backup-storage traditioneel worden georganiseerd. Momenteel wordt de online storage doorgaans via DAS (Direct Attached Storage), NAS (Network Attached Storage) of via een SAN (Storage Area Network) aan de server of client gekoppeld. Backups worden uitgevoerd op tape via het IP-netwerk. Goedkope ATA-storage kan een extra laag vormen tussen online en backup storage, zodat backups van de online storage sneller uitgevoerd kunnen worden en de uiteindelijke backup op tape geen langdurige invloed heeft op de prestaties van het online storagesysteem. Een andere denkbare toepassing van nearline storage is een situatie waarin veel gebruikte bestanden worden geplaatst op een SCSI storage array en minder frequent aangesproken bestanden op een voor de gebruiker transparante wijze worden geplaatst op een trager ATA nearline storage array.

NetApp Three-Tier storage architecture met nearline storage
Three-Tier storage architecture (bron: Network Appliance)

Als een voorbeeld van de voordelen van het gebruik van harde schijven voor nearline storage noemt Maxtor een situatie waarin een tape-library en een RAID 10-array van vier MaXLine-schijven een backup van 1 Terabyte moeten terugzetten. De tapedrive doet er door zijn lage transfersnelheid van 11MB/s meer dan een dag over, terwijl de MaXLine-schijven in iets meer dan drie uur klaar zijn. Een bijkomend voordeel van het gebruik van harde schijven is de mogelijkheid om zeer compacte behuizingen te gebruiken. Een 1U rackmount behuizing met vier swapbays en vier schijven in een RAID 5 configuratie kan met de huidige technologie al 900GB opslagcapaciteit hebben.

SnapAppliance Snap Server 4400
SnapAppliance Snap Server 4400

Maxtor MaXLine-serie

Het moge inmiddels duidelijk zijn dat verhoging van de betrouwbaarheid een belangrijke eis is om ATA storage acceptabel te maken voor enterprise toepassingen. Maxtor stond bij de ontwikkeling van de MaXLine-serie voor twee keuzes: neem het rebuuste ontwerp van een SCSI harde schijf en schroef daar een ATA-interface op, of neem de bestaande productielijnen van desktop ATA harde schijven als basis en selecteer daaruit de exemplaren die aan bepaalde hogere kwaliteitseisen voldoen. Het leek Maxtor niet bijzonder nuttig om een Ferrari uit te rusten met de overbrenging van een Suzuki Alto en daarom koos het bedrijf voor oplossing twee. De SCSI-benadering zou bovendien het belangrijkste voordeel van ATA harde schijven, de zeer hoge opslapcapaciteit, hebben weggenomen.

Western Digital Raptor WD360GD perspic (klein, HQ) Bij Western Digital zijn ze overigens een andere mening toegedaan. Maxtor MaXLine Plus II en MaXLine II drive + logo's
Ondanks de mooie verhalen liet Joe Fagan er geen twijfel over bestaan dat er grote fundamentele verschillen bestaan in de fysieke bouw van ATA- en SCSI-harde schijven. Feitelijk zijn alle componenten verschillend. SCSI harde schijven worden gemaakt voor hogere workloads en betere I/O prestaties. Daarom worden er dikkere baseplates gebruikt die vibraties moeten tegengaan. SCSI harde schijven hebben dikkere platters met een kleinere diameter, zodat de stijfheid groter is, het 'zwabberen' van de platter wordt tegengegaan en hogere toerentallen mogelijk zijn. Verder hebben SCSI harde schijven geavanceerdere lagers, grotere magneten en grotere voice coils. Dit alles resulteert in een MTTF van meer dan 1,2 miljoen uur en drievoudige performance in termen van IOps (I/O's per second) in vergelijking met ATA harde schijven. Beweringen dat er nauwelijks meer verschillen bestaan tussen SCSI en ATA zijn simpelweg onjuist. SCSI ís sneller en heeft een veel hogere betrouwbaarheid.

Maxtor's MaxLine-serie is verkrijgbaar in twee variaties. De MaxLine Plus II heeft een toerental van 7200 omwentelingen per minuut, een cache van 8MB en een opslagcapaciteit van 250GB. De minder snelle MaXLine II moet het doen met een toerental van 5400rpm, een cache van 2MB en een capaciteit van 250GB of 300GB.

> ModelMaXLine IIMaXLine Plus II
InterfacePATA 133PATA 133, SATA 150
Capaciteit250GB, 300GB250GB
Toerental5400rpm7200rpm
Buffer2MB8MB
Maximum STR46MB/s59MB/s
Gemiddelde zoektijd<= 10,0ms<= 9,0ms

Maxtor Atlas 10K IV

Maxtor is lange tijd voornamelijk actief geweest op de markt voor ATA-desktop harde schijven. Twee jaar geleden werd de harde schijf-divisie van Quantum overgenomen. Daarmee kwam ook de Quantum Atlas-serie onder de paraplu van het Maxtor-concern te hangen. Sinds de overname van Quantum is Maxtor meer nadruk gaan leggen op de productie van enterprise SCSI harde schijven. De eerste vruchten van die strategie hebben zich onlangs afgeworpen. De vierde generatie Atlas 10K, voorzien van vijfde generatie SCSI-firmware, werd eind juni 2002 aangekondigd. De Atlas 15K zal binnenkort verkrijgbaar worden. Mede dankzij een agressieve prijsstrategie heeft Maxtor de omzet van zijn SCSI divisie in het laatste kwartaal van 2002 weten te verdubbelen. Joe Fagan wees ons op de bekwaamheid van de Maxtor engineers en het feit dat de Quantum Atlas zijn oorsprong ten dele vind in de SCSI-divisie van DEC. Wie de producten van Digital heeft gekend zal erkennen dat het bedrijf op het gebied van engineering op eenzame hoogte stond.

Ondanks het feit dat Maxtor twee generaties achterloopt op de zesde generatie Cheetah 10K.6 van Seagate hebben benchmarks van de gezaghebbende website Storage Review aangetoond dat de Atlas 10K IV met ruime afstand de snelste 10.000 toeren harde schijf van het moment is. Daarmee volgt de 10K IV in de voetsporen van eerdere Atlas-generaties, die eveneens topprestaties leverden in vergelijking met concurrerende harde schijven van dezelfde generatie. De Atlas 10K IV is evenals de nieuwste 10K schijven Seagate en Hitachi leverbaar in versies met een capaciteit van 36,7GB, 73,4GB en 146,9GB. Maxtor levert uitsluitend modellen met een Ultra320 SCSI-interface, naar wens voorzien van een 68-pins LVD of 80-pins SCA-2 aansluiting. Fibre Channel modellen staan niet op het programma. De Atlas 10K IV is opgebouwd uit één tot drie platters met een capaciteit van 36GB. Het gebruik van de door Maxor ontwikkelde MaxAdapt-technologie zorgt voor een verbetering van de signaalkwaliteit op de Ultra320 SCSI-interface.

Maxtor Atlas 10K IV perspic (groot)

Volgens tests van Storage Review haalt de Atlas 10K IV een maximale sequentiële transferrate van 70,9MB/s. De gemiddelde lees- en schrijf-toegangstijden bedragen respectievelijk 7,6 en 8,1 milliseconde. In de fileserver-benchmark van Storage Review leverde de Maxtor 10K IV vijf procent meer IOps dan de Seagate Cheetah 10K6. De verschillen in de desktop benchmarks waren nog groter.

Maxtor Atlas 15K

Dat de pioniersgeest bij Maxtor en het voormalige Quantum wat minder aanwezig is dan bij de andere fabrikanten is al gebleken uit het feit dat Maxtor nu pas met een vierde generatie 10K-schijf komt terwijl Seagate de teller al op zes heeft staan. Dit voorjaar zal Maxtor eindelijk beginnen met de levering van de Atlas 15K, de eerste 15.000 toeren SCSI-harde schijf van het bedrijf. De concurrenten Fujitsu en IBM-Hitachi hebben al meer dan een jaar een eerste generatie 15K-schijf in het assortiment. Seagate bracht in juni 2000 als eerste fabrikant een 15K-schijf op de markt en zit inmiddels al aan de derde generatie. Desondanks mogen de verwachtingen over de prestaties van de Atlas 15K zeker niet onderschat worden. Maxtor en Quantum hebben met hun 7.200rpm en 10.000rpm SCSI modellen keer op keer degelijke prestaties laten zien. Als we Joe Fagan mogen geloven is de Atlas 15K ook inderdaad de snelste harde schijf van dit moment. Een minder triomfantelijke claim was er natuurlijk niet te verwachten uit monde van Maxtor's SCSI product manager.

De specificaties van de Maxtor Atlas 15K doen in ieder geval van zich spreken: de schijf heeft een gemiddelde lees- en schrijf-zoektijd van respectievelijk 3,2 en 3,6 milliseconde. Ter vergelijking: de Seagate Cheetah 15K.3 heeft een gespecificeerde gemiddelde zoektijd van 3,6ms. De maximale sequentiële transferrate van 75MB/s is ongeveer gelijk aan die van de Cheetah 15K.3. De Atlas 15K heeft een plattergrootte van ruim 18GB en zal evenals de Cheetah 15K.3 verkrijgbaar zijn in drie versies met een capaciteit van 18,4GB, 36,7GB en 73,4GB. De modellen hebben een Ultra320 SCSI-interface en kunnen geleverd worden met een 68-pins LVD of 80-pins SCA-2 aansluitingen. Fibre Channel versies staan ook hier niet op het programma. De Atlas 15K is evenals de Atlas 10K IV voorzien van MaxAdapt technologie. Het was de bedoeling dat er een werkend exemplaar van de Atlas 15K te bezichtigen zou zijn op het IDT-seminar in Amsterdam, maar helaas was een demonstratie niet mogelijk omdat het demosysteem 'verschwunden' was geraakt na de presentatie in München.

Maxtor Atlas 15K perspic (groot)

* Maxtor MaxAdapt technologie

De Ultra320 SCSI-interface stelt zeer hoge eisen aan de signaalkwaliteit. Door de verhoging van de busfrequentie zijn de marges waarmee een opgaande en neergaande beweging in het signaal herkend kunnen worden zeer klein geworden. De blokgolven in het signaal zijn in werkelijkheid sinusvormig geworden. Door de hoge frequentie wordt het moeilijker om de gewenste maximale amplitude te bereiken. Daardoor wordt het moeilijker om het verschil tussen een 0 en een 1 te herkennen. Bij het omschakelen van het signaal van laag (0) naar hoog (1) wordt in eerste instantie niet de gewenste spanning bereikt. Zodra meer enen volgen zal de spanning geleidelijk naar het gewenste niveau kruipen, waardoor er sprake is van spanningsopbouw in de kabel. Een vergelijkbaar verschijnsel doet zich voor bij het omschakelen van een reeks enen naar een 0. In dat geval kan de spanning in eerste instantie te hoog zijn voor wat normaal gesproken beschouwd mag worden als een 0. De positie van de enen en nullen wordt dus vervormd ten opzichte van de ware positie. Een tweede probleem van de huidige parallelle SCSI-interface is clock skew, veroorzaakt doordat de bits in de verschillende signaallijnen niet op exact hetzelfde moment op hun bestemming arriveren en daardoor buiten hun bit cell kunnen vallen.

Verlsag Maxtor IDT: Ultra320 attenuation en Inter-sybol Interference probleem

Bij de ontwikkeling van het Ultra320-protocol werd zogenaamde Driver en Skew Pre-Compensation geïmplementeerd om rekening te houden met het Inter-Symbol Interference en clock skew. Driver Pre-Compensation zorgt ervoor dat de spannings- omschakelingen iets worden overdreven en de spanning daarna bij gelijkblijvende waarden weer iets wordt verlaagd. Volgens Maxtor werkt Pre-Compensation niet naar behoren omdat er geen rekening wordt gehouden met de wisselende omstandigheden, die worden veroorzaakt door verschillende soorten bekabeling. Zo kan het verleggen van een kabel kan al veranderingen in de signalering teweeg brengen. Om de bovengenoemde problemen te beteugelen heeft Maxtor de MaxAdapt-technologie ontwikkeld. MaxAdapt zorgt voor dynamische aanpassing aan de omstandigheden en compenseert het signaal zodanig dat een betere herkenning mogelijk is. Dit resulteert uiteindelijk in een kleiner aantal foutcorrecties en een hogere performance.

Maxtor IDT verslag: MaxAdapt signaalintegriteit

Serial ATA II

Serial ATA zorgt de laatste tijd voor de nodige beroering onder het Tweakers.net-publiek. Dankzij nieuwe en snellere Serial ATA-harde schijven en de gebruiksvriendelijke bekabeling staat Serial ATA bij veel tweakers hoog op het verlanglijstje. Serial ATA belooft echter meer dan alleen praktische verbeteringen voor desktop gebruikers. We staan aan de vooravond van een doorbraak van Serial ATA als storageinterface voor de enterprisemarkt.

Serial ATA aankondigingDe eerste versie van de Serial ATA-standaard behelst feitelijk niet veel meer dan een seriële versie van het aloude parallele ATA. De belangrijkste verschillen hebben betrekking op de bekabeling en de signalering. Serial ATA maakt eindelijk een eind aan de lompe flatcables die veel ruimte innemen, de airflow verstoren, hotspots kunnen veroorzaken en in het ergste geval een ventilator tot stilstand kunnen brengen. Serial ATA maakt kleinere form factors mogelijk, wat een groot voordeel is bij toepassing in 1U rackmount servers en zeer compacte server-blades. Serial ATA ontbeert in zijn huidige vorm echter nog teveel features die noodzakelijk zijn om de technologie geschikt te maken voor serverstorage. De industrie heeft in de vorm van de Serial ATA II-specificatie een verlanglijstje ingediend waarop onder andere verbetering zoals SAF-TE / SES enclosure management en services, hot-plugging en presence detect, staggered spin-up, backplane Phy parameters, harddisk activity indication en native command queuing prijken.

Hot-plugging en presence detect maken het mogelijk om zonder downtime een defecte harde schijf te verwisselen. Enclosure services geven onder meer de mogelijkheid om de temperaturen van de harde schijven uit te lezen. Staggered spin-up kan de harde schijven in volgorde laten opspinnen zodat er geen plotselinge piekbelasting op de voeding ontstaat. De backplane Phy parameters geven aanbevelingen voor de signalering van een Serial ATA-backplane met een maximale breedte van 18 inch, bedoeld voor gebruik in 19" omgevingen. Uitgebreide informatie over de bovengenoemde features vind je in de Serial ATA II-specificaties.

Verslag Maxtor IDT: illustratie command queuing
Command queuing: 2-4-3-1 de beste volgorde

Een voor de serverwereld uitermate belangrijke feature is native command queuing. Command queuing maakt het mogelijk om de binnenkomende commando's te herordenen zodat het aantal koppenverplaatsingen geminimaliseerd kan worden en de commando's op de meeste efficiënte wijze uitgevoerd kunnen worden. In een multi-user omgeving met een hoge I/O belasting en veel willekeurige I/O requests kan command queuing een aanzienlijke prestatieverbetering teweeg brengen. In het voorbeeld van de bovenstaande afbeeldingen is 2-4-3-1 de beste volgorde. Hedendaagse besturingssystemen zijn in staat om een zekere mate van queuing te doen, maar die methode levert minder goede resultaten op dan hardware command queuing omdat de besturingssystemen slecht op de hoogte zijn van de fysieke onderlaag van opslagmedium. Queuing door het besturingssysteem zal bijvoorbeeld de mist in gaan wanneer een partitie op een RAID-array draait.

Serial Attached SCSI

Vanwege de signaleringsproblematiek rond de Ultra320 SCSI-standaard hebben Maxtor en andere fabrikanten van harde schijven en I/O controllers geen plannen om Ultra640 SCSI in de praktijk te brengen. In plaats daarvan zal meteen de overstap gemaakt worden naar Serial Attached SCSI. SAS begint bij een bandbreedte van 3Gbit/s en zal groeien van 6Gbit/s naar 12Gbit/s. De parallele datalijnen van de huidige Ultra320 SCSI-technologie maken het in toenemende mate moeilijk om hogere snelheden te halen. Door problemen zoals clock skew wordt het bijna onmogelijk om de hogere kloksnelheid van Ultra640 SCSI te realiseren. Een seriële interface heeft minder problemen op dat gebied. De kleinere afmetingen van de bekabelingen maken vernieuwingen mogelijk. Een voorbeeld is dual porting, waarbij een harde schijf wordt voorzien van twee SAS-poorten zodat de redundancy wordt verbeterd. SAS kan niet gezien worden als een seriële variant van parallel SCSI. De overeenkomsten met Fibre Channel, dat is gebaseerd op SCSI en reeds een seriële interface heeft, zijn veel groter. SAS is feitelijk Fibre Channel zonder de mogelijkheden die overbodig zijn voor Direct Attached Storage.

Serial Attached SCSI (SAS) logo (klein)Maar er is meer dan dat. Wat Serial Attached SCSI en Serial ATA zaligmaken is de mogelijkheid om beide technologiën op dezelfde backplanes en controllers te gebruiken. Zo zal het mogelijk worden om ATA en SCSI-harde schijven op dezelfde apparatuur aan te sluiten. De keuze tussen ATA en SCSI hoeft dan niet langer gebaseerd te zijn op infrastructuur, maar kan gebaseerd zijn op de verschillende eigenschappen van ATA en SCSI-harde schijven. Serial ATA zal ideaal zijn wanneer een hoge opslagcapaciteit nodig is en prestaties niet van groot belang zijn. SCSI zal de beste oplossing zijn wanneer maximale betrouwbaarheid en maximale prestaties gewenst zijn. Een praktijkvoorbeeld is een server met zes SAS-harde schijven voor snelle online storage en drie Serial ATA-harde schijven voor een grote hoeveelheid backup-storage. Fabrikanten van backplanes en RAID-controllers kunnen kosten besparen omdat zij niet langer verschillende producten voor de ATA- en SCSI-markt moeten ontwikkelen.

Dankzij de komst van Serial ATA enterprise harde schijven zoals Maxtor's MaXLine, de komst van intelligente Serial ATA RAID controllers en de integratie van backplane technologie met Serial Attached SCSI, zal Serial ATA de komende jaren een stormachtige opkomst maken in de zakelijke storagemarkt. De verwachtingen van analisten lopen op dit gebied uiteen van 10 tot 35 procent marktaandeel in 2005. Zelfs een modale groei naar 15 procent marktaandeel zou een grote verandering betekenen in deze toch zeer conservatieve markt.

Verslag Maxtor IDT: vergelijking SATA, SAS en FC
Vergelijking van Serial ATA, Serial Attached SCSI en Fibre Channel (bron: LSI Logic)

Op de voorgaande pagina's over de Maxtor Atlas 10K IV en de Atlas 15K heb je kunnen lezen dat Maxtor geen plannen heeft om Fibre Channel-versies van zijn SCSI-harde schijven uit te brengen. De reden hiervoor is simpel: Maxtor ziet nauwelijks toekomst weggelegd voor Fibre Channel als interface voor het aansluiten van harde schijven. Fibre Channel zal in de toekomst zeker een plek behouden als technologie voor high-end storage netwerken. Aan het uiteinde van het netwerk kan een SCSI-bridge ervoor zorgen dat SCSI-harde schijven probleemloos toepasbaar zijn in Fibre Channel-omgevingen. De groei van het marktaandeel van Fibre Channel heeft in de afgelopen jaren de hoge verwachtingen van de analisten keer op keer niet kunnen waarmaken. De opkomst van iSCSI (SCSI over IP) als betaalbaar alternatief voor Fibre Channel-netwerken zal ervoor zorgen dat het marktaandeel van Fibre Channel in de toekomst zal krimpen.

Adaptec Ultra320 SCSI controllers

Adaptec was als partner van Maxtor met een eigen presentatie op de Intelligent Drive Tour aanwezig. De fabrikant gaf een overzicht van zijn nieuwste Serial ATA, Ultra320 SCSI en Fibre Channel storage-producten en gaf zijn visie op de ontwikkeling van nieuwe technologieën zoals Serial Attached SCSI en iSCSI. Adaptec is halverwege 2002 begonnen met de levering van de ASC-29320 en ASC-39320 Ultra320 SCSI-controllers. In augustus werden tevens nieuwe Ultra320 SCSI RAID-controllers aangekondigd. Deze maken evenals de MegaRAID 320-x serie van LSI Logic gebruik van de Intel IOP303 I/O processor, de opvolger van de i960. De 80303 is Intel's derde generatie I/O processor. De chip heeft een snellere bus gekregen en heeft ondersteuning voor sneller 100MHz SDRAM. Wie bekend is met de Ultra160 SCSI controllers van Adaptec zal weinig verrast zijn door de naamgeving van de 29320 en 39320. De eerste is weer de single channel versie, dit keer met een PCI-X in plaats van een PCI64/33 interface, en de 39320 is de dual channel veriant. Dankzij een PCI-X interface kunnen de twee Ultra320 SCSI kanalen van de 39320 optimaal benut worden bij sequentiële lees- en schrijfoperaties op een software RAID of HostRAID-array.

Adaptec 39320D-R board
Adaptec 39320D-R

De 29320 en de 39320 hebben ondersteuning voor Adaptec's HostRAID, SpeedFlex en Seamless Steaming technologieën. Met deze technologiën wil Adaptec zijn producten differentieëren van de concurrentie. SpeedFlex deelt het LVD en het Single Ended gedeelte van het SCSI-kanaal in tweeën zodat snelle Ultra160- en Ultra320-harde schijven op het LVD-gedeelte niet in snelheid worden omlaag getrokken door trage apparaten op het S/E-gedeelte van het SCSI-kanaal. SpeedFlex is met name nuttig op single channel controllers. Bij een dual channel controller kunnen trage devices beter op het tweede kanaal geparkeerd worden. Seamless Streaming is een technologie die het mogelijk maakt om nieuwe transfers op de SCSI-bus al te laten beginnen voor dat de huidige actieve transfer is beëindigd. Omdat de headers en de footers van een commano op die manier eerder arriveren, kan de efficiency van de bus verbeterd worden en kunnen betere prestaties behaald worden. Adaptec claimt dat zijn Ultra320-SCSI controllers 6 tot 60 procent beter presteren dan de producten van de concurrentie. Tweakers.net is inmiddels in het bezit van een aantal Adaptec en LSI-based Tekram Ultra320 SCSI-controllers, zodat we binnenkort kunnen testen of de claims van Adaptec waarheidsgetrouw zijn.

Maxtor IDT verslag: Adaptec 39320-R vs LSI 22320-R benchmarks
Adaptec 39320-R en LSI 22320-R performance volgens Adaptec

* HostRAID

De presentator legde veel nadruk op de HostRAID-feature van de 29320 en 39320. HostRAID is een iROC (integrated RAID on a Chip) oplossing waarmee RAID 1 mirroring en RAID 0 striping mogelijk worden op een gewone SCSI-controller. Omdat HostRAID geen extra kosten met zich mee brengt is de technologie een zeer kosteneffectieve wijze om RAID 1 redundancy te realiseren voor zowel data als besturingssysteem. De kosten van een dure SCSI RAID-controller kunnen achterwege gelaten worden. LSI Logic biedt op zijn 22320-R Ultra320 PCI-X controller een vergelijkbare feature die echter uitsluitend RAID 1 ondersteunt met maximaal één array per kanaal. De oplossing van Adaptec ondersteunt maximaal vier schijven per array en maximaal twee arrays per kanaal. HostRAID zal uiteindelijk ook beschikbaar komen op servermoederborden die voorzien zijn van een geïntegreerde Adaptec Ultra320 SCSI controller. Een voorbeeld van een situatie waarin geïntegreerde mirroring al in de praktijk wordt toegepast is het 1U dual Opteron ontwerp van Newisys. De 1U server van Newisys beschikt volgens de specificaties over een Ultra320 SCSI controller met mirroring mogelijkheden. Het is niet bekend of machine een Adaptec of LSI Logic controller aan boord heeft.

Helaas wordt HostRAID momenteel uitsluitend ondersteund door Windows NT4, 2000 en XP. Adaptec heeft een gebruiksvriendelijke webbased management tool ontwikkeld waarmee de RAID-arrays geconfigureerd kunnen worden. ATTO-benchmarks van HostRAID-gebruikers op het storageforum van 2CPU.com hebben laten zien dat de prestaties van HostRAID niet onderdoen voor software RAID of hardware RAID met een intelligente RAID controller. Zo zijn er voorbeelden van gebruikers die sequentiële transferrates van meer dan 270MB/s hebben geklokt op een RAID 0-array van vier Cheetah 15K.3's.

39320D-R39320-R29320-R29320LP-R
SCSI kanalen2211
Max. aantal devices30301515
Externe connectors2x 68-p VHDCI1x 68-p HD1x 68-p HD1x 68-p VHDCI
Interne connectors1x 68-p U3202x 68-p U3201x 68-p U320
1x 68-p Wide Ultra
1x 50-p Narrow Ultra
1x 68-p U320
PCI bus133MHz PCI-X133MHz PCI-X133MHz PCI-X133MHz PCI-X
Form factorHalf-sizeHalf-sizeHalf-sizeLow-profile
Prijs in PricewatchOnbekendOnbekendOnbekendOnbekend

*Adaptec Ultra320 SCSI en Serial ATA RAID controllers

Voor wie grotere arrays wil bouwen dan mogelijk is met HostRAID of RAID 5-support nodig heeft, zijn de Ultra320 SCSI RAID controllers van Adaptec een mogelijke oplossing. Adaptec is naar eigen zeggen de grootste fabrikant van RAID-controllers ter wereld en heeft een line-up die varieert van betaalbare Zero Channel RAID-controllers tot high-end vier kanaals Ultra160 RAID-controllers. Een Ultra320 RAID-controller met vier kanalen ontbreekt nog in het assortiment, maar aangezien dual channel Ultra320 al een enorme bandbreedte heeft van 640MB/s en maximaal 30 harde schijven kan ondersteunen, zal dual channel Ultra320 voor vrijwel alle toepassingen voldoen. Alle Ultra320-controllers van Adaptec hebben een low-profile formaat. De 2015S heeft dankzij zijn SO-DIMM interface en credit-card formaat geen PCI slot nodig, wat deze controller een ideale oplossing maakt voor 1U rackmount servers.

2200S2120S2015S2010S
SCSI kanalen21ZCRZCR
Max. aantal devices30151515
Externe connectors2x 68-p VHDCI1x 68-p VHDCI
Interne connectors2x 68-p HD1x 68-p HD
PCI busPCI64/66PCI64/66PCI64/66PCI64/66
Form factorLow-profile MD2Low-profile MD2SO-DIMMLow-profile
Prijs in PricewatchOnbekendOnbekendOnbekendOnbekend

Adaptec heeft momenteel nog geen Serial ATA RAID controller in het productgamma. Op korte termijn zal daar verandering in komen. Deze maand zal de Adaptec 1210SA aangekondigd worden. Dit is een twee poorts controller met RAID 1 en RAID 0 support. De 32-bits PCI interface van de 1210SA loopt op maximaal 66MHz. In april volgt Adaptec met de introductie van een low-profile vier poorts controller met een onboard I/O processor en RAID 5-ondersteuning.

* Adaptec Storage Manager

Adaptec heeft een geavanceerde Storage Manager ontwikkeld waarmee de RAID configuraties van lokale controllers en remote systemen vanuit een browser omgeving beheerd kunnen worden. Het remote management verloopt over een beveiligde SSL-verbinding. De Storage Manager is geïntegreerd met vrijwel alle storage producten van Adaptec. Daaronder vallen ook de Ultra320-controllers met HostRAID, de low-end Serial ATA-controllers en de DuraStor externe storage behuizingen. Tijdens de presentatie werd op een laptop een demo versie van de Storage Manager getoond waarmee een RAID-omgeving met meerdere controllers gesimuleerd kan worden. Er werd onder andere gedemonstreerd hoe 36GB schijven gebruikt kunnen worden als vervanging voor defecte schijven uit een RAID 5-array met 18GB harde schijven, waarbij de overgebleven 18GB van de vervangende 36GB-schijf benut kan worden in een tweede RAID-array. Verder werd er gedemonstreerd hoe er gebruik gemaakt kan worden van global hotspares die meerdere RAID arrays bedienen, werd er een demonstratie gegeven van RAID level migration of RAID morphing, en werd er gedemonstreerd hoe de grafische weergave van de Storage Manager overzicht kan geven van de vrije en gebruikte ruimte op de RAID-arrays. Dit alles zag er buitengewoon gelikt uit.

Adaptec's visie op markttrends

Adaptec heeft berekend dat de behoefte aan storage dusdanige vormen begint aan te nemen dat 'bepaalde bedrijven' dit jaar tweederde van hun uitgaven zullen besteden aan gegevensopslag. De groeiende vraag naar storage-oplossingen vraagt om beter beheersbare technologieën. Traditionele DAS-opstellingen voldoen niet aan de vraag naar betere beheersbaarheid. Adaptec ziet evenals Maxtor een onafwendbare trend van parallele naar serieële interfaces. De transferrates van de SCSI-interface hebben sinds 1986 een groei gemaakt van 5MB/s naar 320MB/s. Door problemen zoals clock skew en reflecties wordt het steeds moeilijker om hogere kloksnelheden te halen op bestaande parallele interfaces. Serial Attached SCSI heeft veel minder problemen op dat gebied. Dankzij de overgang naar SAS zal de bandbreedte van de SCSI-bus in de toekomst toch kunnen blijven groeien.

Om erbij SAS sprake is van een point-to-point (P2P) verbinding heeft Serial Attached SCSI bovendien geen problemen met devices die op verschillende snelheden werken en daardoor de performance van het hele kanaal onderuit kunnen halen. P2P-verbinding bieden nieuwe mogelijkheden zoals het eerder genoemde dual porting. Door het gebruik van SAS-expanders wordt het mogelijk om een verdeler te bouwen waarvandaan nieuwe P2P-verbinding gelegd kunnen worden. Een voorbeeld is een P2P-verbinding van een server naar een storagebehuizing met daarin een expander en een backplane waarop de harde schijven aangesloten kunnen worden. Omdat SAS en SATA gebruik kunnen maken van dezelfde backplane-technologie zullen SAS en Serial ATA storagesystemen beter beheersbaar worden dan de huidige parallelle ATA en SCSI systemen.

iSCSI architectuur

De laatste jaren heeft er een trend plaatsgevonden van het gebruik van Direct Attached Storage (DAS) naar gecentraliseerde storage op NAS-servers of Storage Area Networks. Een nieuwe technologie genaamd iSCSI zal de toepassing van SANs in een stroomversnelling brengen. iSCSI staat voor SCSI over IP. Door SCSI commando's over het TCP/IP-protocol te transporteren kunnen storage netwerken gebouwd worden met beproefde en betaalbare IP-hardware. Hoewel iSCSI een grotere overhead heeft dan Fibre Channel zijn de voordelen op het gebied van beheersbaarheid en implementatiekosten groot. iSCSI kan gebruikmaken van betaalbare gigabit ethernet-netwerken en kan beheerd worden met dezelfde management tools die al voorhanden zijn om IP-netwerken te beheren. Kennis over IP-netwerken is alom aanwezig, wat niet gezegd kan worden over Fibre Channel. iSCSI zal de kosten van Storage Area Netwerken aanzienlijk omlaag kunnen brengen en zal de technologie binnen het bereik brengen van lagere marktsegmenten. Adaptec ziet Fibre Channel als blijvende oplossing voor grote Fortune 100-bedrijven. Fortune 500-bedrijven zullen in de toekomst de overstap kunnen maken van Fibre Channel naar goedkopere iSCSI-storage netwerken. Voor de minder grote bedrijven worden IP SANs een alternatief voor DAS en NAS.

Maxtor IDT verslag: Adaptec ASA-7211 iSCSI adapter
Adaptec ASA-7211 iSCSI adapter

iSCSI vereist gigabit ethernet en een controller met TCP/IP Offloading (TOE) om een goede performance te halen. Zonder TOE zal een 1GHz processor 70 procent van zijn processortijd moeten besteden aan het afhandelen van TCP/IP packets om de bandbreedte van een gigabit verbinding te kunnen benutten. Tevens zou het geheugengebruik, de belasting van de PCI-bus en het aantal processorinterrrupts aanzienlijk stijgen. Adaptec heeft een Storage Protocol Accelerator ASIC ontwikkeld waarmee de complete TCP/IP-stack door de iSCSI-controller afgehandeld kan worden. De chip wordt gebruikt op de Adaptec ASA-7211 iSCSI adapter. De 7211 heeft een PCI64/66-interface en kan geleverd worden in versies voor glasvezel- of koper-ethernet.

Conclusie

Maxtor en Adaptec zijn er wat mij betreft uitstekend in geslaagd om met hun IDT-seminars een beeld te scheppen van de ontwikkelingen die zich de komende jaren zullen voltrekken in de markt voor enterprise storage. Niet alleen werd het nut en de noodzaak van nieuwe technologieën zoals Serial ATA, Serial Attached SCSI en iSCSI duidelijk gemaakt, ook werd aangegeven hoe de toepassing van deze technologiën gevolgen zullen hebben voor de organisatie en de topologie van storagesystemen als geheel. De kernpunten samengevat:

  • Maxtor en Adaptec-producten zijn superieur .
  • Sterke groei van Serial ATA als storageinterface voor nearline applicaties en toepassingen waarbij geen hoge I/O performance wordt gevraagd.
  • Serial Attached SCSI combineert voordelen van Fibre Channel en SCSI, maakt gedeeltelijke integratie tussen SCSI en ATA mogelijk.
  • Opkomst van iSCSI zal de implementatie- en onderhoudskosten van Storage Area Networks aanzienlijk verlagen. SANs zullen in het bereik komen van lagere marktsegmenten.
  • SCSI blijft de aangewezen interface voor enterprise storage. Fibre Channel blijft de aangewezen technologie voor high-end storage netwerken.
Maxtor Intelligent Drive Tour logo

Naast het vergaren van informatie zijn de seminars van de fabrikanten altijd een uitstekende gelegenheid om Tweakers.net te pluggen en nieuwe contacten op te doen. Ook wat dat betreft was de Intelligent Drive Tour erg vruchtbaar. Tweakers.net heeft inmiddels een aantal Ultra320 SCSI en Ultra320 SCSI RAID controllers van Adaptec ontvangen. De SCSI controllers zullen binnenkort vergeleken worden met de nieuwste Ultra320 controllers van Tekram, waarvan we dankzij SMG Benelux en Tekram Duitsland twee testexemplaren hebben mogen ontvangen. Een vergelijking van software RAID, HostRAID en hardware RAID controllers staat eveneens op het programma. Maxtor heeft toegezegd om reviewsamples van de Atlas 10K IV en de Atlas 15K ter beschikking te stellen. Deze zullen tezijnertijd vergeleken worden met de nieuwste 10K en 15K harde schijven van Seagate.

Meer informatie over de in dit artikel besproken producten en technologieën kan geraadpleegd worden via de onderstaande links:

Reacties (17)

17
16
12
8
0
1
Wijzig sortering
Wow... ik moet eerljk bekennen dat ik best wel onder de indruk van dit alles ben. Als je kijkt naar bijvoorbeeld Serial Attached SCSI dan lijkt het bijna alsof ATA en SCSI dan nu wellicht ooit gewoon 1 systeem worden. Dat is ook niet raar, uiteindelijk is Serial ATA II behoorlijk SCSI-like.

En we krijgen nu eindelijk snelheden die een beetje in par zijn met het rest van het systeem (3 Gbit).

Maar toch blijf ik er bij dat dit helaas bijna alleen maar echt bruikbaar is voor grote server netwerken of Storage Systems. Wanneer wordt er nou iets gedaan aan de basic manier hoe een harddisk werkt? Want al die snelle en efficiente controllers en protocollen zijn fijn, maar als disks blijven steken om en rond 50 MB/sec dan moet je alsnog meerdere disks hebben om er goed gebruik van te maken.

Het lijkt mij dan ook dat het door-ontwikkelen van de schijf ZELF ook echt de volgende stap moet zijn. Eerlijk gezegd heb ik weinig idee over hoe je dit zou moeten doen, maar dat komt waarschijnlijk omdat als wij hard disk denken, meteen ook koppen en draaiende platters voor ons zien. Er moet toch echt iets anders te bedenken zijn waardoor je een single drive aanzienlijk (100-200MB/sec) sneller moet kunnen maken. En bijvoorkeur met zo min mogelijk bewegende delen.

Solid state is wellicht wel iets wat in de buurt van een oplossing komt, maar dat is vooralsnog veel te duur en heeft een gelimiteerd aantal reads en writes. En dat kan je natuurlijk echt niet hebben op een main disk.

Wellicht een idee om software zoals Adobe en Microsoft paketten op chips te verkopen die in een speciaal SoftwareSlot gaan? Alleen de settings op disk, en de chips gewoon op full bandwidth? Ook erg goed om piraterij tegen te gaan - ik zie mensen niet zo gauw chips kopieren. Dat zou al zeker een stap in de goede richting zijn.
Je kunt op 5 manieren de snelheid wel opvoeren

Toerental opschroeven (10k ide schijven zijn onderweg).
Zoektijden verkorten
Platters dunner maken zodat er meerdere boven elkaar kunnen met meer koppen (met een intelligentere manier van lezen met meerdere koppen tegelijk).
Datadichtheid vergroten.
Totaal andere techniek (solid state etc.)

Ik hoop dat er op deze punten nog behoorlijk wat verbetering gaat komen.
Zoektijden zijn een direct gevolg van het toerental en in zekere mate ook van de datadichtheid (de gemiddelde af te leggen afstand zal minder zijn bij een hogere dichtheid) en de mate van caching.
Ik zou dus "zoektijden verkorten" willen vervangen door "betere/grotere cache".

Het dunner maken van platters lijkt me alleen haalbaar als de platters daardoor niet minder stijf worden. Tevens is het niet echt haalbaar om met meerdere koppen tegelijk te lezen/schrijven. De kam waar de koppen op zitten is bij de huidige data-dichtheden niet stijf genoeg. Hierdoor zou kop1 tov. kop n best een aantal micrometer kunnen verschuiven. Die verschuiving kan bij een opgaande beweging van de koppen best anders zijn dan bij een beweging de andere kant op.
Dit is dus alleen haalbaar als op alle platters een spoor zit die door de controller gebruikt wordt om de positie te bepalen en er op de controller de mogelijkheid ingebouwd wordt om de boel later weer in de juiste volgorde te zetten. Dit zal bij korte requests ten koste gaan van de snelheid.
Zoektijden ligt natuurlijk lang niet altijd aan de hardware zelf. Denk eens aan het softwarematig gedeelte. De partition table (file (al)location table (FAT, ext2/3) heeft natuurlijk ook invloed op zoeken naar informatie op een harde schijf.
Bij zoektijden wordt bedoeld hoe lang de drive (de hardware dus) er over doet om bij een bepaalde sector op de disk te komen.
Zoektijd ligt dus _wel_ altijd aan de hardware zelf.
Mooi, die grafiekjes op de 1e pagina met marktaandeel. Maxtor is sinds 1999 van 14% naar 27% gegaan, het gaat goed met Maxtor!...

...totdat je opmerkt dat Quantum uit de 2e grafiek is verdwenen. Hun harddrive division is namelijk overgenomen door Maxtor. Samen hadden ze in 1999 nog 32% marktaandeel, nu is dat nog maar 27%... in feite hebben ze dus aandeel verloren. Over vertekenend beeld gesproken...
Dat lijkt inderdaag wel zo, maar je moet dan eigenlijk ook een grafiek van net voor de overname zien. Daar zou je in zien dat Maxtors aandeel toen al behoorlijk gestegen was t.o.v. 1999 en dat van Quantum al fors gedaald. De conclusie dat Maxtor het goed gedaan heeft, mag je dus alsnog trekken.
Dat is natuurlijk zo (Quantum heeft net als IBM niet voor niets zijn HD divisie verkocht). Het is alleen tekenend voor het feit dat dit een reclame verhaal is, en niet echt objectief nieuws. Als je dit leest denk je telkens dat ze de overname wel even vermelden, maar het blijft telkens nét achterwege:
Wat betreft de positie van de concurrentie en de verdeling van de markt is er de laatste jaren een trend waarneembaar van groei van de grote fabrikanten en inkrimping van de kleintjes. [...] Maxtor voorziet de komende jaren een verdere groei van de marktaandelen van de drie grootste fabrikanten; Seagate, Maxtor en Western Digital.
Nergens vermelden ze dat een goed deel van die consolidatie door overnames veroorzaakt wordt (fabrikanten verdwijnen niet maar worden opgeslokt). Nou ben ik niet bij die presentatie geweest (en misschien hebben ze het gewoon verteld), maar het laat zien dat ze in die presentatie allerlei dingen niet vertellen die een iets minder positief beeld geven van hun positie. Dat is op zich niet erg natuurlijk (logisch, het is een marketing-presentatie) maar hou dat in gedachten bij het lezen van het verhaal.
Ik dacht dat de platters over 1 poosje uit gaat, en vervangen wordt door magnetische harddisks waardoor de zoek/schrijf tijden verkort wordt en hdd ruimte klein blijft. Wat ik wil zeggen is dat de platters de langste tijd heeft gehad, men loopt tegen de maximum van de aantal GB per platter of moet men meerdere platters plaatsen zodat we net als vroeger bigfoots van Quantum hadden :+. Wat ik mis is hoe het met de warmte ontwikkeling van de hdd staat, ik bedoel moeten wij de hdd's meer gaan koelen (lees meer geluidsproductie) naarmate de toerental hoger wordt... Niemand wil graag te warme hdd's waardoor de levensduur van de hdd's verkort wordt.

BTW Mooie verslaggeving!
De MaXLine-serie wordt samengesteld door de "lucky good drives" te selecteren uit de productielijnen van de desktop DiamondMax series. De selectie vindt plaats op basis van factoren zoals de balancering van de platters, de 'vlieghoogte' van de koppen en de stijfheid van de platters.
Oftewel als die MaXLine-series populair worden, dan zal de gewone DiamondMax serie gemiddeld gesproken meer uitval gaan geven.
Dit wil je als consument niet echt hebben en dus zal de low-end-divisie van Maxtor een stuk kleiner marktaandeel krijgen, wat dus niet opgevuld wordt door de MaXLine-series.
Als ze echt zo graag meer marktaandeel willen hebben, dan hadden ze IMHO beter als basis drives uit het low-end SCSI-segment kunnen pakken.
Dan zouden ze dus de 3.5" platters (waarschijnlijk ~3.2") moeten gebruiken en ik weet niet of die al in de gewenste capaciteit gemaakt worden, die voor IDE gangbaar is. Daarnaast zou het kunnen zijn, dat de prijs van de MaXLine series iets hoger uit zou vallen.

Daarnaast heb ik uit eigen ervaring gemerkt dat het defect raken van harde schijven lang niet altijd van mechanische aard is en dat er een vrij groot aantal defect raken op de controller. Dat zou toch niet meer mogen gebeuren tegenwoordig.
Er moet gewoon even gezegd worden dat dit een uiterst duidelijke en netjes in elkaar gezet verslag is van die seminar.

Vele tweakers zullen door deze samenvatting een veel beter beeld krijgen van de Storage producten, de inzetbaarheid, en toekomst ervan.

Al met al een mooie samenvatting. Keep up the good works.

En die reviews zie kunnen niet snel genoeg online worden gezet :P
hmm, klein vraagje. Ik heb nog niet zolang geleden een verslag over harde schijven voor mijn opleiding geschreven en daarbij heb ik o.a. de Atlas 15K datasheet voor gebruikt, nu lees ik hier dat deze nog niet eens is uitegkomen. Is dit soms een ander type of lees ik fout :?
AuteurFemme UX Designer @Verwijderd4 maart 2003 02:54
De Atlas 15K werd al in september '02 aangekondigd. De specs staan al maanden op de Maxtor site, ondanks het feit dat die schijf niet verkrijgbaar is.
ik vind gewoon dat t tijd wordt om die schijven weg te gooien,alles wat draait gaat kapot,zeker als t alsmaar harder gaat,en t is nog altijd veel te langzaam,tegenover systemen die we over 5 jaar weer hebben.


_web doc-?
ik zie mensen niet zo gauw chips kopieren. Dat zou al zeker een stap in de goede richting zijn.------<<<

:) hmmz zeker nooit een atari gehad ,die chips kon je toen al goed kopieeren ,dus dat zal ook wel gaan met nieuwere chips,t is gewoon altijd weer kwestie van tijd
Nee ok.. maar ik zie jou niet even zo 123 een chip nakopieren. Terwijl het nu gewoon een kwestie is van de nieuwste CloneCD downloaden. Pro's zullen het heus wel kunnen gaan doen, maar niet zomaar iemand thuis. Maar goed dit is redelijk off topic :)
Informatief :) Ik kijk overigens vooral uit naar de bevindingen met het nieuwe test 'speelgoed', daar (de meest recente SCSI controllers) is namelijk zo weinig over te vinden op het internet, dus maak er wat leuks van :P

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.