Inleiding
De Element T is de opvolger van de Element S, die we eerder aan een review onderwierpen. De behuizing is, ofschoon de versie-aanduiding anders doet vermoeden, echter geen upgrade van de Element S. Sterker, de 'T' is de budgetkast uit de Element-serie. Met een gemiddelde verkoopprijs van ongeveer zestig euro, zonder voeding, mag een redelijk verzorgde behuizing met nette afwerking verwacht worden.
Of Thermaltake die belofte ook waar kan maken en met de Element T een behuizing aflevert die zijn geld waard is, zullen we in deze review nagaan. Tevens maken we de vergelijking met de Antec Three Hundred; deze behuizing lijkt sprekend op de Element T, maar is enkele tientjes goedkoper.
Ten slotte worden ook het inbouwgemak, de afwerking en de koelcapaciteiten getoetst. Heeft Thermaltake met de Element T een goede budgetkast in zijn assortiment, of kan beter naar een alternatief worden omgekeken?
/i/1265892046.jpeg?f=imagenormal)
Prijzen en specificaties
Merk en type |
Merk |
Thermaltake |
Type |
Element T VK90001N2Z |
Eerste vermelding PW
|
30 augustus 2009 |
Technische specificaties |
Behuizingtype |
tower |
Form-factor |
atx, micro-atx |
Bays intern |
2,5", 7x 3,5", 3x 5,25" |
Aansluitingen voorzijde |
3,5mm headset, microfoon, 2x usb 2.0 |
Fysieke specificaties |
Panel |
gesloten |
Materialen |
staal |
Kleuren |
zwart |
Afmetingen |
Breedte |
210mm |
Diepte |
525mm |
Hoogte |
480mm |
Overige specificaties |
Fabrieksgarantie |
3 jaar carry-in |
Uiterlijk en binnenwerk
Uiterlijk
De voorzijde van de Element T doet sterk denken aan die van de Three Hundred van concurrent Antec. Net als Antecs kast is de voorkant vrijwel geheel uit een rooster opgebouwd, waarbij drie 5¼-bays en een 3½-bay extern toegankelijk zijn. De onderste helft is een tamelijk doorzichtige, zwarte honingraatstructuur met fijn gaas aan de achterkant en geperforeerd metaal voor de honingraten. Het metaal is omlijst door een matzwarte, plastic bezel, met aan de zijkanten inlaten voor verse lucht. Midden onder het front prijkt het Thermaltake-logo, uitgevoerd in geborsteld aluminium.
:fill(white)/i/1265892054.jpeg?f=thumb)
Op de bovenkant van de bezel zijn de rood uitgevoerde aan- uitknoppen aangebracht. Deze knoppen zijn met leds verlicht en voelen aangenaam stevig aan: de knoppen rammelen niet en geven bij indrukken goede feedback. Naast de knoppen zijn twee usb-poorten te vinden, die eveneens een solide indruk maken. Helaas ontbreekt een esata-poort. De eveneens in rood uitgevoerde audio-poorten zijn naast de usb-poorten geplaatst.
De rechterzijkant van de behuizing is geheel gesloten en weinig opzienbarend. De wand bestaat, net als de rest van de kast, uit een enkele laag metaal, en is aan de buitenkant matzwart gespoten. Het linkerzijpaneel is daarentegen wel bewerkt, en bevat een groot octagonaal rooster dat als toevoer voor een 120mm- of 230mm-fan kan dienen. Het bevestigen van beide panelen is, na het verwijderen van de duimschroeven, dankzij het rotatie-mechanisme erg eenvoudig, maar zonder de schroeven blijven de panelen niet goed op hun plek zitten: de zijkanten vallen al snel gedeeltelijk open.
Aan de bovenkant is weinig te zien, afgezien van het grote rooster dat als uitlaat voor de ingebouwde 200mm-ventilator dienst doet. De achterkant is voorzien van een rooster voor de meegeleverde tweede fan, een exemplaar van 120mm. Deze ventilator is naast het i/o-shield geplaatst. Zeven uitbreidingssleuven met een extra ventilatierooster ernaast beslaan het midden van de achterzijde, en de voeding wordt onderin geplaatst. Naast de uitsparing voor de voeding zijn twee gaten voorbereid om een waterkoelinstallatie te kunnen plaatsen. Het grootste nadeel van de achterzijde is de kleur: die is gewoon grijs.
:fill(white)/i/1265892055.jpeg?f=thumb)
Nog een minpuntje betreft de onderkant van de kast: het rooster waardoor de voeding zijn verse lucht aanzuigt is niet van een stoffilter voorzien. Een beetje voeding zal het al snel onnodig warm krijgen wanneer het verzamelde stof niet regelmatig wordt opgeruimd. Wel netjes is de rail waarop de voeding rust: die kan verplaatst worden om elke voeding of waterreservoir te accomoderen. Vier gaten geven de mogelijkheid om een 2½"-ssd vast te schroeven. De behuizing rust op vier rubber poten.
Binnenwerk
Wanneer de zijpanelen met hun vier duimschroeven verwijderd worden, is het eerste dat opvalt de kleur: de gehele binnenzijde van de Element T is grijs en jammer genoeg niet in het zwart meegespoten. De tweede opvallende eigenschap is de hoge 3½-drivebay: deze biedt plaats aan zeven harde schijven, met onderin de eerder genoemde 2½"-bevestigingsoptie. Er is evenwel slechts één bevestigingsclip voor de harde schijven voorgeïnstalleerd en meegeleverd. Hetzelfde geldt voor de 5¼-bays: van de drie bays is er wederom één voorzien van een quick-release-klem.
Tussen de 3½- en 5¼-bays is ruimte om een floppy-drive of een interne kaartlezer in te bouwen; deze kan extern bereikt worden door het rooster aan de voorkant te verwijderen. Boven de 5¼-bays zijn ten slotte de frontpanel-aansluitingen te vinden: de usb-, frontpanel- en audiokabels lopen hier naar beneden. Optioneel kunnen twee 120mm-ventilators aan de voorzijde als intake worden ingebouwd: deze blazen dan over de harde schijven.
De moederbord-plaat is vrij standaard en biedt ruimte aan de gangbare atx-moederborden, maar heeft gelukkig wel een flink gat om een cpu-koeler met backplate te monteren zonder daarvoor het moederbord te moeten uitbouwen. Voor een X58-moederbord is het gat correct gepositioneerd. Het moederbord wordt overigens niet bevestigd op de bekende messing afstandsbussen die in de tray worden geschroefd: Thermaltake heeft de verhogingen al in het plaatwerk geperst.
:fill(white)/i/1265898654.jpeg?f=thumb)
De twee meegeleverde en ingebouwde ventilators, een van 120mm aan de achterzijde en een van 200mm aan de bovenkant, worden door middel van standaard molex-stekkers van spanning voorzien: van het regelen van de snelheid, en dus het geluid, is derhalve geen sprake. Uitbreidingskaarten worden in de sleuven geplaatst en dienen te worden vastgeschroefd; van toolless design is bij deze kast geen sprake.
Inbouw en koelprestaties
Inbouw
Voor de bevestiging van het moederbord hoeven slechts enkele messing afstandsbussen vastgedraaid te worden. Hiervan worden er vijf meegeleverd, maar er zijn er slechts één of twee nodig. Wel moet het meegeleverde i/o-shield in bijna alle gevallen verwijderd worden.
Na het moederbord zijn de harde schijf en optische drive aan de beurt. Het verwijderen van de 'faceplate' is niet het meest simpele klusje, onder meer vanwege de slechte bereikbaarheid van de clips waarmee deze vastzit. Is deze evenwel eenmaal verwijderd, dan laten de optische drive en de harde schijf zich met behulp van de rententieclips eenvoudig vastzetten. Met name de vaste schijf zit echter allesbehalve vast en is zeker ook niet trillingsvrij bevestigd. Isolatie met rubberen trillingsdempers is niet aan de orde en de schijf heeft nogal wat bewegingsruimte.
:fill(white)/i/1265892053.jpeg?f=thumb)
Vervolgens is de voeding aan de beurt. Deze laat zich netjes tussen metaalstrips klemmen en de schroefgaten lijnen gelukkig keurig uit.
Kabelmanagement
Met alle onderdelen op hun plaats wordt het tijd om de componenten aan te sluiten, en hier blijkt eens te meer waarom de Element T tot de budgetkasten gerekend dient te worden: elke vorm van kabelmanagement schittert door afwezigheid. De enige optie om geen warboel van kabels kriskras door de behuizing te laten lopen is het gebruik van elastiek en kabelbinders, die overigens geen van beide worden meegeleverd.
Een heel lange 8pins-moederbordvoeding zou wellicht nog van het gat in de mobo-tray gebruik kunnen maken om uit het zicht te blijven, maar de kabel van onze Corsair HX850 reikte zover niet. Datzelfde gat kan nog wel gebruikt worden om de twee molex-connectors van de rear- en top-ventilators weg te voeren.
:fill(white)/i/1265892051.jpeg?f=thumb)
Al is er dus geen sprake van 'bewust' airflow-management door de fabrikant, toch kan, met wat geduld en wat kabelbinders, nog een redelijk resultaat worden behaald. Althans, wanneer er niet te veel componenten worden ingebouwd: wie alle zeven drivebays wil vullen, zal met een behoorlijk onverzorgd ogende kast eindigen - al zal een systeembouwer die zeven schijven nodig heeft, waarschijnlijk ook een wat duurdere kast kiezen.
Koelprestaties
We testen de koelcapaciteiten van de Element T-kast onder idle en onder load, waarbij zowel de geluidsproductie als de gpu- en cpu-temperatuur werden opgetekend.
Koelprestaties idle |
Behuizing en component | Temperatuur (graden Celsius) |
Thermaltake Element T - cpu |
********
41,3 |
Antec Three Hundred - cpu |
********
36,8 |
Thermaltake Element T - gpu |
**********
49 |
Antec Three Hundred - gpu |
*********
45 |
Thermaltake Element T - systeem |
********
41 |
Antec Three Hundred - systeem |
*******
33 |
Koelprestaties load |
Behuizing en component | Temperatuur (graden Celsius) |
Thermaltake Element T - cpu |
**********
70,5 |
Antec Three Hundred - cpu |
**********
67,8 |
Thermaltake Element T - gpu |
*********
62 |
Antec Three Hundred - gpu |
**********
71 |
Thermaltake Element T - systeem |
*******
51 |
Antec Three Hundred - systeem |
******
41 |
Geluidsproductie
Geluidsproductie |
Behuizing en component | Geluidsdruk (dBA) |
Thermaltake Element T - idle |
*********
45,5 |
Antec Three Hundred - idle |
**********
48,8 |
Thermaltake Element T - load |
*********
47,0 |
Antec Three Hundred - load |
**********
50,1 |
Omgevingsgeluid |
*******
36,1 |
De geluidsisolerende kwaliteiten van de Element T zijn niet bijzonder overtuigend, maar de geluidsproductie blijft nog redelijk binnen de perken, zeker vergeleken met het geluid dat de Antec-kast produceert. Hoewel de draaisnelheid van de ingebouwde ventilators niet gereguleerd kan worden, produceren deze niet al te veel geluid. Onder belasting zal de processorfan het geluid zeker overstemmen, en wie geen passief gekoelde videokaart gebruikt zal de casefans niet horen.
Wat de warmte betreft: de Thermaltake blijkt niet bijster effectief te koelen. Vergeleken met de Antec Three Hundred is de duurdere Element T een behoorlijke heethoofd, hoewel we de gpu-temperatuur niet mee kunnen rekenen: deze is door de verbeterde koeler aanzienlijk minder warm dan de originele, passief gekoelde 9600GT.
Conclusie
De Element T zou een prima budgetkast zijn als hij zou functioneren zoals hij eruit ziet: redelijk strak, vrij degelijk en met weinig poespas. De enige opsmuk is de verlichting van de ventilator bovenop: deze fan wordt door - niet uit te schakelen - rode leds verlicht. Handig is het zeer bruikbare toegangsgat om de backplate van een cpu-koeler te monteren, en ook de mogelijkheid om een ssd of andere 2½"-drive vast te schroeven is mooi meegenomen.
De sterke punten zijn daarmee wel goeddeels opgesomd, en hiertegenover staan legio nadelen. Dat begint bij de prestaties: de koelprestaties zijn minder dan die van de goedkopere Antec Three Hundred. maar Element T is wel iets mindere luidruchtig dan de Antec-kast. Die laatste kast doet het op andere punten weer wat minder, maar dan blijft al met al toch onduidelijk wat nu de meerprijs van de Element T rechtvaardigt.
In de accessoires zit het hem in ieder geval niet, want veel levert de fabrikant niet mee; zo worden er slechts twee clips om drives te bevestigen in de doos gestopt. Het ontbreken van een stoffilter voor de voeding en het niet meespuiten van de binnenzijde tellen we eveneens bij de minpunten. In enige vorm van kabelmanagement is niet voorzien, en hier en daar zou een iets betere afwerking - niet alleen van scherpe randjes, maar ook van de deurtjes - tot een beter product geleid hebben.
Pluspunten:
- Nette, rustige vormgeving
- Degelijke knoppen
- Twee meegeleverde ventilators
- Toegankelijkheid backplate
- Bevestigingsmogelijkheid ssd
Minpunten:
- Niet meer dan redelijke prestaties
- Geen stoffilter psu
- Weinig accessoires
- Binnenkant niet meegespoten
- Geen kabelmanagement
- Afwerking kan beter