Open wereld
Electronic Arts en Activision Blizzard mogen veruit de grootste 'third party'-uitgevers zijn, op het gebied van racegames komen ze zelfs bij elkaar opgeteld niet in de buurt van Codemasters, dat in dit genre de absolute alleenheerser is. Met Colin McRae en Race Driver hebben de 'Codies' al twee succesvolle racegame-series in huis en met Fuel is een geheel nieuwe titel in aantocht. Zal het iemand nog verbazen als deze game minstens zo goed wordt als Colin McRae Dirt of Race Driver Grid?
Getest op: PlayStation 3
Ook verkrijgbaar voor: Xbox 360, pc

Fuel is heel anders opgezet dan Race Driver Grid of Colin McRae Dirt. Waar je in die games steeds menu's gebruikt om andere races te selecteren, krijg je in Fuel een geheel open wereld voorgeschoteld. Deze wereld bestaat uit een samenraapsel van verschillende Noord-Amerikaanse landmarks. Zo rijd je langs de kust, terwijl een kilometer of tachtig verderop de Grand Canyon op je ligt te wachten. Dat lijkt in een game vlakbij te zijn, maar in Fuel is tachtig kilometer ook echt 'tachtig kilometer'. Het valt niet direct op, maar als je de kaart even inspecteert, een stukje rijdt en dan kijkt hoeveel je bent opgeschoten, begint te dagen dat de wereld van Fuel echt groot is. We hebben het hier over een spelwereld van meer dan 14.000 vierkante kilometer.
Benzine als betaalmiddel
Je speelt overigens niet in een standaardwereld, je zult in Fuel bijvoorbeeld geen grote steden tegenkomen. Je rijdt in een soort post-apocalyptische wereld, waarin brandstof enorm schaars is. Elke race wordt niet om geld, maar om benzine verreden, en dat is ook meteen het betaalmiddel dat je moet gebruiken als je een nieuw vehikel aan wilt schaffen. Racen doe je in Fuel met veel verschillende voertuigen. De ene keer zit je op een crossmotor, de andere keer scheur je met een buggy of een quad. Het spel kent veel variatie hierin.
Diezelfde variatie vind je in de omgeving. Fuel biedt eigenlijk alles wat je maar kunt verzinnen. In het ene gebied rijd je rond door een bos, terwijl je een kwartiertje later met je buggy door de woestijnduinen kunt scheuren. Weer even verder kun je een hoge berg bedwingen en in het zuiden ligt, zoals gezegd, de Grand Canyon in al zijn glorie. Deze hele wereld is vanaf het begin vrij begaanbaar, dus als je geen zin hebt om te racen, maar gewoon rond wilt toeren, dan kan dat prima.
Verschillende races
Toch gaat het ook in Fuel met name om de races, want daarmee kun je nieuwe gebieden vrijspelen. De gebieden zijn allemaal vanaf het begin toegankelijk, maar je kunt pas aan races in een gebied meedoen als je genoeg punten hebt verzameld in de gebieden waar je eerder hebt gereden. Bovendien zul je ook dan pas meer voertuigen verzamelen, wat geen overbodige luxe is; als je langere stukken gaat afleggen is het wel fijn als je dat met een wat snellere kar kunt doen.
De races kennen veel variatie. Er zijn standaardraces over een standaardparcours, waarbij je vaak meerdere rondjes moet afleggen, maar ook races over een grote afstand, waarbij je zo snel mogelijk van A naar B moet rijden. Vooral deze races, waarbij je zelf je route mag bepalen, leggen de charme van Fuel goed bloot. Je kunt uiteraard gebruikmaken van het gigantische wegennetwerk, dat varieert van asfaltwegen tot kleine zandweggetjes, maar je kunt ook gewoon een eigen weg verzinnen; met een crossmotor kun je bijvoorbeeld prima dwars door het bos scheuren.
Verraderlijke plekken
Dat laatste is bijna een vereiste als je weer andere soorten races rijdt. De helikopterachtervolging, waarbij je eerder op een bepaald punt moet zijn dan een helikopter, haal je vaak niet als je op de weg blijft. Het is dus zaak om het terrein zo goed mogelijk in te schatten en aan te voelen waar je stukken af kunt snijden en waar niet. Je komt genoeg verraderlijke plekken tegen waar je achter wat struiken ineens een greppel vindt, waardoor je snelle route ineens niet zo snel meer is...
Toch zorgt de vrijheid die je hebt in het kiezen van je route er in grote lijnen wel voor dat je gemakkelijk een voordeeltje hebt ten opzichte van je computergestuurde tegenstanders. Op de wat hogere moeilijkheidsniveaus zullen zij ook proberen stukken af te snijden, maar zo rigoreus als wij dat zelf aanpakten hebben we het de AI niet zien doen. Dat komt ook doordat wij af en toe dingen uithaalden die eigenlijk helemaal niet kunnen. Een vrijwel verticale rotswand van twee of drie meter vormt met genoeg snelheid in Fuel nauwelijks een probleem, en dat kan op sommige plaatsen veel tijd schelen.
Technisch sterk
Fuel maakt gebruik van dezelfde engine als die waar Colin McRae Dirt en Race Driver Grid op zijn gebouwd, al is het uiteraard een verder ontwikkelde versie. Grafisch staat het spel absoluut zijn mannetje en dat is best knap, als je nagaat dat dit misschien wel de grootste spelwereld ooit is in een racegame. Wellicht doet Test Drive Unlimited niet onder voor Fuel, voor wat betreft het aantal vierkante kilometers, maar de spelwereld van Fuel kent veel meer begaanbare stukken dan die van Test Drive, waarin je meer bent gebonden aan de wegen. Wij hebben overigens nauwelijks last gehad van problemen met de framerate, ondanks dat het spel er erg goed uit ziet.
Voorlopige conclusie