Bekijk alle reviews

Sennheiser PX 200-II (Zwart) Review

+3
teacup
5 november 2013, laatste update op 9 september 2017, 5.811 views Product gekocht

Sennheiser PX 200-II (Zwart)

Een ultimatum zoeken tussen mobiliteit en geluidskwaliteit. Sennheiser heeft met het beugel opvouw mechanisme een heel mooi stuk engineering geleverd. Een dissonant vind ik de volumeregelaar. Toch kan die een algemene ervaring van een prima mobiele koptelefoon niet ondermijnen.De koptelefoon produceert voor een dichte koptelefoon een droog en evenwichtig geluid.

Pluspunten

  • Licht
  • Compact, opvouwbaar
  • Comfortabel door oorkussens
  • Heel goed geluid
  • Volumeregelaar

Minpunten

  • Volumeregelaar
  • Sluit achtergrondgeluiden niet geheel uit
  • Lengte instelling van beugel raakt verloren bij opvouwen

Eindoordeel

5 van 5 sterren (Uitstekend)
Sennheiser PX 200 - II Specsheet


Inhoudsopgave

1. Inleiding
1.1 Referentiekader
1.2 Reden van aankoop
1.3 Functionele eisen
2. Keuze
2.1 Bluetooth?
2.2 Alternatieven
3. Uitpakken
4. Specificaties
5. Eerste indruk
6. Bouwkwaliteit
6.1 Beugelopbouw
6.1.1 Vouwmechanisme
6.1.2 Ophanging oorschelpen
6.2 Vrijheid oorschelpen
6.3 Kabel
6.3.1 Connector
6.3.2 Volumeregeling
6.3.3 Kabeldoorvoer vanuit oorschelp
7. Draagcomfort
8. Uiterlijk
9. Geluidsisolatie
10. Geluidskwaliteit
11. Conclusie

1. Inleiding
Na verschillende generaties cassette walkmans, (de volgende walkmans komen in de buurt, even langs de memory lane…. : WM-22 , WM-B12, WM-EX654 en WM-EX404) gebruik ik nu al weer meer dan vijf jaar een Archos 104 MP3 speler. Typisch gebruik is in de trein of op het werk. Het gebruik is dus statisch.



1.1 Referentiekader
Na die typische on-ear Sony koptelefoons, de Sony MDR-006, gebruikt bij die eerste Wm-22 Walkman, (midden jaren ’80) heb ik eigenlijk altijd oortjes gebruikt. Als gewone koptelefoon heb ik sporadisch wel eens een oudere Sennheiser HD 50 open on ear koptelefoon mobiel gebruikt. Deze koptelefoon is niet meer in de handel. Thuis wil ik nog wel eens een Sennheiser HD 600 gebruiken. Deze koptelefoon is natuurlijk van een andere orde vergeleken met de andere koptelefoons genoemd in deze review. Ze wordt op als geluid-template gebruikt om de PX 200 – II te beoordelen.



Bij de Archos speler waren oortjes geleverd. Deze oortjes waren te klein voor mijn oorschelpen, en de geluidskwaliteit was matig. Hun enige verdienstelijkheid was dat de oortjes met goedkope, harde, niet-teflon gecoate kabels waren uitgevoerd. Deze kabels waren niet comfortabel, en trokken erg aan de oren, maar waren wel erg sterk en boden hoge weerstand tegen kabelbreuk. Om de redenen van comfort en betere geluidkwaliteit altijd eenvoudige oortjes van Sony, en soms van Sennheiser gekocht (10-20 euro range). Die oortjes hielden het in de regel 1-2 jaar uit tot kabelbreuk optrad. De in-between oortjes periode na een kabelbreuk moest ik dan weer met die Archos oortjes opvangen.

Begin dit jaar, medio maart, had ik weer een in-between fase en tastte dit keer wat dieper in de buidel met de aankoop van Sennheiser CX 300-II oortjes De redenen om voor deze oortjes te kiezen waren degelijkheid (y vormige verbinding L en R oortje), geluidskwaliteit en geluidsisolatie. Over het geheel genomen was ik heel blij met de CX 300-II oortjes was het niet dat circa 2 maanden terug het linker oortje stil viel. Mijn analyse was dat de verbinding tussen kabel en het oortje zelf beschadigd is geraakt. Dit vond ik erg tegenvallen, te meer omdat ik de oortjes altijd heel voorzichtig behandeld heb. De oortjes zijn als RMA aangeboden en ik heb me van mede dit geld een alternatief gekocht.



1.2 Reden van aankoop
Als alternatief is de Sennheiser PX 200 – II nadrukkelijk gekozen voor mobiel gebruik. Ofschoon ik thuis een kritische luisteraar ben, ben ik me bewust van de beperkingen van MP3 gecomprimeerde muziekbestanden die bovendien in een mobiele setting worden afgespeeld. Dit wil voor mij nog niet zeggen dat kwaliteitsverschillen bij mobiel gebruik irrelevant zijn, alleen is de effectiviteit van kwaliteit wel begrensd.



1.3 Functionele eisen
Door de vele kabelbreuken in sets van oortjes, ongeacht de prijsklasse, heb ik na lange tijd sinds mijn oer-walkman gebruik weer een koptelefoon genomen. In verband met de mobiliteit is gekozen voor een “op het oor” koptelefoon type. Om reden van diezelfde mobiliteit moest de bouwer hebben nagedacht over het opbergen van de koptelefoon in bijvoorbeeld een rugzak, mijn standaard bagage. Aan geluidskwaliteit moest de koptelefoon niet veel te wensen overlaten. Het budget liet ik in eerste instantie open, omdat ik nog niet wist wat aan te treffen. Voor een mobiele koptelefoon vind ik 100 Euro wel een maximum, dit met de begrensde effectiviteit van kwaliteit in het achterhoofd. Verder moet de gebruikte bekabeling voldoende stevig zijn om kans op kabelbreuk te verkleinen. Ook verdient een enkele (dikkere = sterkere) kabel de voorkeur boven twee (dunnere=zwakkere) kabels. Voor zover dit bij een on ear koptelefoon haalbaar is moet ze passief buitengeluiden uitsluiten. De koptelefoon is verder nadrukkelijk bedoeld als koptelefoon voor het luisteren van muziek, een microfoon eraan plakken om het ding zo te degraderen tot een ordinaire headset van een mobieltje gaat tegen mijn principes in. Als ik muziek zit te luisteren, zit ik muziek te luisteren…



2. Keuze

2.1 Bluetooth?
Ook over de bekabeling heb ik nagedacht. Een alternatief zou een Bluetooth oplossing zijn. Helaas is het bejaarde device wat ik op dit moment nog gebruik, en wat pas weggegooid wordt als het definitief stopt, niet met Bluetooth uitgerust (ach gut…). Een extra adapter zou dan nodig zijn met alle opgetelde kwetsbaarheid van dien. Ook stond het zoveelste apparaat met batterijen me wat tegen. Voor de gewenste geluidskwaliteit zou Bluetooth wel ruim voldoende zijn.



2.2 Alternatieven
Naast de Sennheiser P 200 – II heb ik ook gekeken naar de Pioneer SE-MJ521, de AKG K 67 en de AKG Mini K 450. De Pioneer had redelijk goede reviews, maar twee kabels. De AKG’s zijn hele mooie koptelefoons, waarbij ik vooral gecharmeerd was van het opvouwmechanisme van de K 67. De K 67 is me ondanks dit opvouw mechanisme echter te bulky. Uiteindelijk heb ik toch voor de Sennheiser besloten omdat deze koptelefoon ten opzichte van de Mini K 450 en de SE-MJ521 het meest compact is op te vouwen.



3. Uitpakken
De verpakking van de koptelefoon is duidelijk een retail verpakking, bedoeld om de kooplust op te wekken. De doos heeft een venster van prachtig dikwandig transparant polystyreen (mooi voor modelbouw) waardoor de essentie van de gevouwen koptelefoon goed zichtbaar is. De doos wordt aan de onderzijde geopend door een eveneens polystyreen seal te verbreken. Dit laatste vind ik een mooi detail. Dan weet je zeker dat de doos niet is open geweest, mocht je de koptelefoon gewoon in een winkel kopen.



De koptelefoon zelf is zwevend in de doos verpakt gevat in een polystyreen vormstuk waarbij de koptelefoon onderin verpakt is en erboven de kabel opgevouwen is opgeborgen. Het bovenste gedeelte van het vormstuk wordt omgevouwen en sluit zo de kabel op, zodat ze niet door de doos kan verspreiden. Achter het polystyreen vormstuk, onder de koptelefoon is nog een glanzend stuk karton geplaatst dat de koptelefoon nog beter doet uitkomen. Aan de achterzijde van dit karton, een open box van enkele millimeters hoog, is nog ruimte voor de buidel waarin de koptelefoon onderweg kan worden gestopt als ze niet wordt gedragen. Een hangoog aan de bovenkant van de doos maakt duidelijk dat de fabrikant verwacht dat de koptelefoon in de winkel hangt, hangend aan een draadrek.

Het uitpakken is vanzelfsprekend. Knip de seal aan de onderzijde van de doos door en trek de inhoud naar buiten. De koptelefoon zelf, de bekabeling en de buidel zijn dan verder eenvoudig uit te pakken.



4. Specificaties

PX 200 - II Specsheet




5. Eerste indruk
De koptelefoon is nadrukkelijk gebouwd voor mobiliteit. Alles ademt compactheid uit. Het vouwmechanisme is uitgekiend en de koptelefoon is licht van gewicht. De lichtheid zou door gebruikers geïnterpreteerd kunnen worden als kwetsbaarheid. Niets is minder waar, deze koptelefoon kan tegen een stootje. Ten gunste van de mobiliteit is wel het materiaalgebruik minimaal gehouden. Dit is te zien aan de gepolsterde steunpunten waarmee de beugel op het hoofd rust. Is bij veel koptelefoons de complete binnenzijde van de beugel van zacht gepolsterd materiaal, bij deze koptelefoon wordt volstaan met gepolsterd materiaal in zones tussen de 15 en 45 graden ten opzichte van de verticale symmetrieas van de koptelefoon.



Een nauwkeuriger observatie leert hoe uitgekookt de beugel van de koptelefoon is opgebouwd. De scharnieren van de beugel hebben in hun open stand een duidelijke klik waarmee ze zich vergrendelen. Aan de twee uiteinden van de beugel zijn de secties met de oordoppen in standen te verstellen. Hiermee is de grootte (omschrijvende lengte) van de beugel aan te passen aan de grootte van het hoofd van de gebruiker. Naast het openvouwen van de beugel worden voor gebruik ook de oorschelpen met een slag van 90 graden in het horizontale vlak naar binnen gekanteld. De koptelefoon is dan klaar voor gebruik.



6. Bouwkwaliteit
Zoals gezegd, laat je niet van de wijs brengen door de lichtheid van de koptelefoon. De opbouw is stevig en uitgekiend.



6.1 Beugelopbouw
De scharnierpunten van de beugel zijn van staal en ook de vormdelen die de beugel samenstellen hebben een stalen strip als kern. De scharnierende vormstukken waarop de oorschelpen zijn gemonteerd hebben eveneens een stalen kern. De vatting in de beugeluiteinden waarin de oorschelpen zelf scharnieren is van kunststof, maar het kunststof sluitstuk voor dit scharnierpunt is ruim gedimensioneerd en is met stalen schroefjes vastgetrokken. Het oorschelpscharnier, zelf van metaal, is zo goed opgesloten. Als we ons realiseren dat door dit scharnier ook de signaaldoorgifte naar de oorschelp moet worden geregeld, is te beseffen dat de beugeluiteinden drukke hoekjes zijn in het koptelefoon ontwerp.



6.1.1 Vouwmechanisme
Het vouwmechanisme van deze Sennheiser koptelefoon is uniek te noemen en is gestoeld op twee uitgangspunten. Als eerste worden de oorschelpen weggedraaid uit het vlak van de koptelefoon beugel. Met de oorschelpen uit de weg kan dan ten tweede de beugel zelf in elkaar gevouwen worden. De compactheid van het opgevouwen resultaat heb ik nog niet door andere koptelefoons benaderd zien worden.



Op zich is dit in elkaar vouwen een trucje wat je de eerste keer bewust moet doen. Ik betrapte mijzelf bij de eerste keer in elkaar vouwen op de gedachte “verrek, hoe ging dat uitvouwen nu net?”. Met enig beleid kreeg ik de slag te pakken. De eerste poot van de beugel die ik opvouw is die met de bekabelde oorschelp. Die vouw ik zover door tot die poot de polstering aan de binnenzijde van de beugel raakt. De kabel gaat hierbij onder de andere poot door om te voorkomen dat ze ingeklemd raakt tussen de poten. Dan is de tweede poot eenvoudig op te vouwen en achter de eerste poot te haken. Om dat haken toe te lichten: beide poten van de beugel hebben een uitsparing voor de andere poot. Vouwen de poten op een correcte manier op dan vallen de uitsparingen in elkaar. De uitsparingen hebben in de bewegingsrichting van het in en uitklappen van de poten afgeronde flanken om het in elkaar schuiven van de poten te bespoedigen.



Bij het uitvouwen de omgekeerde volgorde gebruiken, eerst de poot zonder bekabelde oorschelp, en de poot met bedraadde schelp als tweede. En zorg dat de kabel uit de buurt is van de uitvouwende om ongewilde knipacties uit te sluiten. In opgevouwen toestand is de koptelefoon eenvoudig in de bijgevoegde draagbuidel te schuiven die met een trekkoord is dicht te trekken. Met wat handigheid is de koptelefoon in 15 – 20 seconden op te vouwen en op te bergen.





6.1.2 Ophanging oorschelpen

Een metalen T-stuk vormt de verbinding tussen een oorschelp en de beugel. De korte poten van de T vormen de scharnieras waarmee de oorschelpen hun horizontale 90 graden hoek kunnen beschrijven van opbergstand naar gebruiksstand. Het T-stuk scharniert hiermee liggend, waarbij zijn korte poten parallel liggen met de benen van de beugel. De korte poten van de T zijn hierbij in kunststof gelagerd in de benen van de koptelefoon.

Naast de lagering van de 90 graden scharnierbeweging loopt de lange poot van de T door een groef in het eerder genoemde kunststof sluitstuk. Ook met deze groef is iets bijzonders. Ze wordt vormgegeven door een tweetal verende vingers die op hun beurt vrijheid hebben gekregen om te veren doordat aan hun buitenzijde ook een groef materiaal is weggehaald. We mogen aannemen dat de groef in breedte iets kleiner is dan de diameter van de doorsnede van de lange poot van het T-stuk. In de uiterste standen van de 90 gaden beweging mondt de groef uit in twee cirkelvormige uitsparingen ter markering hiervan.



Het gevolg van het bovenstaande is dat de 90 graden kanteling van de oorschelpen niet als vanzelf gaat. De beweging van de ene naar de andere eindstand gaat door wat weerstand heen en gebeurt alleen als de gebruiker dat bewust wil. Het mechanisme laat tegelijkertijd aan de gebruiker weten dat bij de beweging dat de andere eindstand wordt bereikt. Na lang gebruik zullen deze verende kunststof vingers wat slijten. De mate waarmee de groef in breedte kleiner is gemaakt dan de diameter van de doorsnede van de lange poot van het T-stuk verteld iets over de duurzaamheid van het mechanisme. Doordat de feitelijke lagering van de 90 graden kanteling plaatsvindt rond de korte poten van het T-stuk verwacht ik niet dat de slijtage van deze vingers snel zal verlopen.



6.2 Vrijheid oorschelpen
Ik kan niet in de oorschelp kijken, maar de bewegingsvrijheid van de oorschelpen geeft de indruk dat ze rond een kogelscharnier bewegen. Dit kogelscharnier laat een bewegingsvrijheid van 10-20 graden kanteling in alle richtingen toe. Zo zijn de oorschelpen in staat aan de stand van de menselijke tegenhangers te beantwoorden. Hierbij kan ik mezelf voorstellen dat de voet van de T een uiteinde in de vorm van een kogel of het gedeelte van een kogel heeft. Om dit kogelvlak is dan de oorschelp gevat, waarschijnlijk gelagerd in kunststof. Zo wordt zonder kwetsbaar te zijn bewegingsvrijheid geïntroduceerd.



6.3 Kabel
De kabel is met zijn twee 2 mm dikte wat forser te noemen dan de dunne kabeltjes die ik bij oortjes gewend ben. Toch ben ik over de kabel het minst tevreden. Over de sterkte kan ik na een ruime maand nog geen oordeel hebben. Mocht ik nieuwe wetenswaardigheden hebben dan zal ik die melden.



6.3.1 Connector
De connector, een 3.5mm Jack plug, is compact vormgegeven en voert de draad rechtstandig uit, dus niet onder een hoek van 90 graden, zoals vaak het geval is. Voor mannenvingers is de plug wat klein en de overgang van de plug naar de kabel heeft geen geribbelde trekontlasting, zoals je vaak bij kabels ziet. Deze trekontlasting verdeelt de buigspanning over een groter gebied van de kabel . Zo kan het risico op knik en kabelbreuk worden verkleind. Dat de plug de kabel rechtstandig uitvoert maakt het trouwens ook een voordeel dat de plug niet te groot is.





6.3.2 Volumeregeling
De volume regeling bevindt zich in the dead middle van de kabel. Zo klein als de connector is, zo groot is deze volumeregeling. De regeling is zo groot omdat het een roterende potmeter huisvest. Ik vermoed dat Sennheiser binnen het gestelde budget een zo goed mogelijke regelaar heeft willen implementeren. Roterende potmeters hebben het voordeel ten opzichte van in line (schuivende) potmeters dat ze minder snel kraken. De belastingen die optreden bij het schuiven van een in line potmeter zijn door dat mechanisme moeilijk op te vangen, wat het kwetsbaar maakt. Afgeleid uit de grootte van de behuizing moet het met de lagering van deze roterende potmeter dik in orde zijn. Sennheiser heeft zich, bewust van de grootte van het ding, veel moeite getroost om de overgang van de behuizing naar de kabel vloeiend te laten verlopen. Ze is daar goed in geslaagd. De behuizing heeft een clip om de behuizing aan een kledingstuk te haken. Dit moet dan wel een truitje zijn of zo, de stof van een blouse is net te dun om hem goed op zijn plek te houden. Het gedeelte aan de zijflank van de behuizing waar het volumewieltje van de potmeter uitsteekt is verzonken gemaakt zodat niet per ongeluk iets wat langs je potmeter schuift het volume knalhard kan draaien. Keerzijde hiervan is dat van het wijzigen van het volume een wat bewuste actie is gemaakt. Het wieltje voelt te onduidelijk aan. Al met al is het ding groot en bulky, en zit snel in de weg. Wat mij betreft had de regelaar geheel achterwege kunnen blijven. Het vrijkomende geld had in extra degelijkheid van de bekabeling geïnvesteerd kunnen worden. Dat de volumeregelaar in het midden van de kabel is geplaatst is verstandig, omdat ze dan, wanneer je zit, in je schoot rust en je het gewicht niet voelt.



6.3.3 Kabeldoorvoer vanuit oorschelp
De trekontlasting aan de kabeldoorvoer vanuit de linker oorschelp is kort te noemen. Ze is minder dan een centimeter lang. Wel is de doorvoer gedrongen van vorm en van heel flexibel materiaal. Het kan best zijn dat deze oplossing een meer effectieve is om kabelbreuk te voorkomen dan een langere en hardere trekontlasting. Ik geef het de gunst van de twijfel, de tijd zal het leren. Door de korte trekontlasting betrap ik mezelf er wel op dat ik bij het oprollen van de kabel, na het opvouwen van de koptelefoon, het eerste stuk direct achter dit doorvoerpunt nadrukkelijk een ruime bocht laat maken om de buigradius niet te klein te laten worden. Dat werd ze namelijk wel naar mijn mening. Een wat langere trekontlasting zou ikzelf comfortabeler vinden, dan neemt het ontwerp het over om op de correcte buigradius te letten.



7. Draagcomfort
De koptelefoon draagt op verscheidene manieren bij aan verhoging van het draagcomfort. Ten eerste is de koptelefoon licht. Door de scharnierpunten in de beugel is er een grens aan de klemkracht waarmee de koptelefoon op de oren drukt. Een laag gewicht is dus noodzakelijk om te voorkomen dat de koptelefoon gaat schuiven. Naar mijn mening slaagt Sennheiser op beide fronten. De koptelefoon is licht te noemen en de beugel genereert voldoende klemkracht voor een comfortabel gebruik. De oorkussens en de polstering aan de binnenzijde van de beugel zorgen voor verdere stabiliteit. Hierbij moet ik opmerken dat ik de koptelefoon in de meestal in rust gebruik. Eenmaal heb ik hem op gehad bij een wandeling, een marstempo, ik had haast. Dit gaat op zich goed.

Dat de polstering aan de binnenzijde van de beugel niet over het hele oppervlak is aangebracht heb ik bij het dragen niet gemist. Materiaal waar noodzakelijk. Een mooi voorbeeld van effectieve engineering, geen overkill. Bespaart ook weer gewicht.

De enkele kabel vergroot verder het gemak bij opzetten, dragen en opbergen. Door de grotere diameter, ten opzichte van kabeltjes voor iedere oorschelp en de afwezigheid van een splitsing maakt dit de kabel hopelijk minder kwetsbaar.

Ieder beugeluiteinde is onafhankelijk van de ander over een maximale range van 35 mm te verstellen. Ook dit verstelmechanisme werkt met klikjes. Hierbij vertegenwoordigd één klikje een verstelling van 3 mm. Voor mijzelf was de resolutie van dit mechanisme groot genoeg om een comfortabele stand te vinden. Wel merk ik, als minder ervaren koptelefoon gebruiker dat ik wat aan het stoeien ben geweest met de lengte en de stand van de beugel op het hoofd. Tegenwoordig schuif ik de beugel iets naar achteren, waardoor ik de beugeluiteinden iets verder moet verlengen.



De koptelefoon behoeft bij het opzetten wat aandacht. Ten eerste verliest de beugel zijn lengte instelling bij het samenvouwen. De samengevouwen toestand is te compact om de beugeluiteinden in uitgeschoven toestand in kwijt te raken. Ten tweede moeten de oorschelpen goed op de oren gedrukt worden om een goede geluidsisolatie te bereiken. Het maakt verschil of dit bewust of onbewust wordt gedaan. Verzachtende omstandigheid hierbij is wel dat de koptelefoon bij mij nog nieuw is en de oorkussens zich nog wat moeten vormen.



8. Uiterlijk
Volksstammen kopers kopen een koptelefoon misschien nog wel meer om zijn uiterlijke verschijning als mode accessoire dan om zijn geluidskwaliteit. Het ontwerp van de koptelefoon is te kenschetsen als low-profile. Iets wat ik zelf prettig vind omdat ik het ding in mijn werk of in het OV gebruik. Ofschoon low profile is het ontwerp strak. De oorschelpen hebben bij mij de associatie met de wielen van een sportauto, dit komt door de metalen ring aan de buitenzijde en de dikte-diameter verhouding. Persoonlijk vind ik een ontwerp mooier worden zodra het effectiviteit uitstraalt. Deze koptelefoon brengt het ontwerp van een mobiele koptelefoon terug tot zijn essentie. Met een minimaal materiaalgebruik combineert het ding veel functionaliteiten. De koptelefoon is stevig waar nodig, en licht waar het kan.



8. Geluidsisolatie
De koptelefoon is ondanks zijn compacte afmetingen uitgerust met royale zachte oorkussens. Deze oorkussens kunnen echter niet helemaal voorkomen dat geluid naar binnen lekt. Nu is dit zo op de achtergrond dat ik dit niet als hinderlijk ervaar. Dit is natuurlijk persoonlijk. Zelfs in het oudste NS-materieel (Materieel ’64) is het nog mogelijk, met achtergrondgeluiden om van muziek te genieten). Materieel ’64 kan met de Amsterdamse tram wedijveren om de status “meest lawaaierig openbaar vervoer van Nederland”, een beter referentiekader is er dus niet. De mate waarmee geluid naar binnen lekt wordt beïnvloedt door of de koptelefoon goed op de oren is geplaatst. Door met de beugellengtes en stand op het hoofd te spelen om zo te kijken wat de beste stand is kan deze geluidsisolatie nog verbeterd worden. Ook de oorkussens moeten zich nog wat zetten naar de stand van de oorschelpen. Wat ik zo met de koptelefoon kon bereiken heeft zich in de loop van de eerste maand verbeterd.



10. Geluidskwaliteit
En dan nu het meest subjectieve hoofdstuk. Op de verpakking van de koptelefoon is een holografische sticker geplakt met de statement “True Sennheiser Sound”. Dit suggereert dat dit iets is om trots op te zijn. Eigenlijk kan ik hier alleen maar relatieve indrukken beschrijven. Zelf ben ik een enthousiast luisteraar van een breed muziekspectrum (Jazz Rock, Progressive rock, Industrial, Pop, Indie, Ambient, Klassiek). Aan mij is een koptelefoon met geprononceerde beats niet besteed. Mijn voorkeur gaat uit naar een uitgebalanceerd natuurlijk geluid. Voor diegenen die denken: “Waar heeft hij het over?”. Aan mijn (game) desktop hangt een Logitech Z-2300. Een speakerset met een formidabele sub woofer. Heerlijk voor games. Maar voor muziek… moeizaam. Wil muziek enigszins acceptabel te horen zijn moet de sub woofer met de bass knop op het bedieningspaneel nagenoeg volledig gesmoord worden. Op zich zijn de hoge en middentoon speakers van de set verdienstelijk, maar voor muziek heeft de set geen goede balans. Een dergelijke set is wel een heerlijke game-kermisattractie.

Terug naar de koptelefoons. Mijn meest recente referentiekader waren de Sennheiser CX 300-II oortjes. De oortjes gaven een geweldige geluidskwaliteit met een hele goede geluidsisolatie. Van de omgeving hoorde ik compleet niets meer (treinconducteurs die maar bedremmeld op je schouders gaan tikken voor hun verlangde blik op mijn kaartje). Van de geluiden binnen mijn hoofd hoorde ik des te meer. Een appel eten werd een oorverdovende ervaring. Een ander nadeel was dat dat de zachte siliconen kapjes van de oortjes de gehoorgang geheel afsluiten met als gevolg een overdruk tussen oortje en trommelvlies. Dit komt volgens mij de responsiviteit van de trommelvliezen niet ten goede, omdat ze onder een voorspanning worden gezet.

In mijn eerste ervaringen met de PX 200 – II viel het mij op dat ik de MP3 speler weer iets harder moest zetten dan dat nodig was met de CX 300-II oortjes. De eerste impressie van de muziek was dat het geluidsbeeld wat vlakker was. Dit klinkt negatief, maar naarmate ik meer op de telefoon ingetuned raakte merk ik dat door het volume een tikje hoger te zetten de koptelefoon een mooi vol geluid kan produceren, met meer subtiliteit. Misschien geen eerlijk vergelijk, de CX 300-II oortjes konden geluid iets geprononceerder brengen. Voor liefhebbers van een stevige beat is dit misschien prettig, maar voor een aantal muziekstijlen die ik beluister zijn ze minder effectief.

Nu begrijp ik dat mijn indrukken erg subjectief zijn, afhankelijk van mp3 speler en mijn oren. Om wat onnauwkeurigheid uit de impressie te krijgen heb ik de koptelefoon eens op mijn Hifi set gebruikt en vergeleken met een Sennheiser HD 600. De HD 600 is een über-koptelefoon, dat ding krijg je niet gek, hoever een versterker ook wordt opengedraaid, vervormen doet het ding niet. En de details in het geluid zijn echt geweldig, heel goed is een duidelijk onderscheid te maken tussen alle verschillende klanken. Een PX 200 – II vergelijken met een HD - 600 is geen eerlijk vergelijk, maar dan weten we wel waar we aan toe zijn. In het vergelijk heb ik CD’s van 4 muziekstijlen gescand, Ambient/Minimal music, Klassiek, Jazz en Rock.

De PX 200 – II en de HD-600 moesten beide ongeveer even hard door de versterker worden aangestuurd. In alle muziekstijlen is het geen verrassing dat de HD 600 meer dynamiek heeft dan de PX 200 – II, ook is het detail in de muziek groter. Voor een koptelefoon van 60 Euro was ik wel onder de indruk van het gelijkmatige klankbeeld van de PX 200 – II, zelfs als dat betekend dat de muziek daardoor soms wat ingehouden klinkt en detail mist, het resultaat is in ieder geval uitgebalanceerd. De klassieke CD was een zachte opname, bij beide koptelefoons is het volume verder opengedraaid dan ik ooit met mijn speakers heb hoeven doen. Nog een positief punt aan de PX 200 – II, de koptelefoon levert een goede prestatie als het volume omhoog gedraaid wordt. Het klankbeeld blijft evenwichtig en vervormd niet te veel. Wel merk ik dat ik een hoger volume bij de PX 200 – II eerder als belastend ervaar dan bij de HD 600, ervaar dan een soort geluidsdruk. Zelf vermoed ik dat dit komt omdat de PX 200 – II een gesloten koptelefoon is, en de HD 600 open. De moeilijkste muziek voor de PX 200 – II was de ambient plaat. Mijn vermoeden is dat de voortdurende synthesizer “hum” op de achtergrond de muziek iets minder detail gaf. Toch weet de koptelefoon ook deze muziek voldoende overtuigend neer te zetten. Al met al een goede generalist met een mooi droog geluid, niet zo droog als de HD-600, maar zeker droger dan de CX 300-II oortjes. Jazz en Rock doet het ding fluitend (figuurlijk gesproken) en met Klassiek en Ambient blijft het apparaat zeker geloofwaardig.



11. Conclusie
Een goede koptelefoon voor die mensen die een ultimatum zoeken tussen mobiliteit en geluidskwaliteit. Sennheiser heeft met het opvouw mechanisme een heel mooi stuk engineering geleverd. Vooral omdat het ze gelukt is dit bereiken zonder de stijfheid van de beugel te ondermijnen. Een dissonant vind ik de volumeregelaar. Toch kan die een algemene ervaring van een prima mobiele koptelefoon niet ondermijnen. Eigenlijk heeft de kwaliteit van het geluid dat ze produceert mij positief verbaast, wanneer ik het geluid plaats in het kader van de prijs en de compactheid. De koptelefoon produceert voor een dichte koptelefoon een droog en evenwichtig geluid.

Alle afbeeldingen

Beoordeel deze review: 0 +1 +2 +3

Heb jij ook een Sennheiser PX 200-II (Zwart)?

Deel je ervaringen en help andere tweakers!

Schrijf review

Reacties (9)

9
9
0
0
0
9
Wijzig sortering
Mooie uitgebreide review, complimenten!

Mis alleen een stukje over de isolatie van het geluid de andere kant op, als in het lekken van het geluid naar buiten toe zodat je mensen in je omgeving niet tot last bent.

Ik heb zelf de PX100 alleen zijn daarvan nu de oorschelpen compleet verteerd. Ga deze nu vervangen voor de kussens van de PX200 via eBay.
Dit is inderdaad iets dat als informatie nog iets zou toevoegen!

Ik moest even nadenken hoe ik dat kon checken. Wat ik heb gedaan is de koptelefoon over mijn dij schuiven. Bovendien is de mp3 speler harder gezet dan ikzelf comfortabel vind, met een hard stuk muziek.

De koptelefoon vrij in de lucht was goed te horen en de muziek (die ik ken) was goed te onderscheiden. Schuif ik de koptelefoon over mijn dij dan sluiten de doppen zo goed als alle geluid uit. Zo goed als, omdat als je heel goed luistert je nog wel iets hoort. Naar mijn mening (treinreiziger) is dat ver beneden het irritatie niveau.

Onbekende factoren hierin zijn natuurlijk dat een oor minder vlak is dan het oppervlak van een dijbeen, afgezien van de spijker broeknaden waar de koptelefoon ook overheen was geplaatst. Dit heb ik trachten te compenseren met het flink opengedraaid volume. Nu heb ik geen gehoorbeschadiging, het zal voor veel mensen nog een gangbaar volume zijn ;) .

Samenvattend: ik zou zeggen: die doppen sluit zo goed af als je van On Ear zou mogen verwachten. Ondanks het gladde oppervlak van de kussens waren ze goed vervormbaar en ze setten zich in de tijd echt naar je oor. Dit kan ik afleiden uit het feit dat ik de beugel wat verder kan inkorten.

Weet jij trouwen hoe die doppen losgaan? Ik kan ze ronddraaien in hun vatting, maar ze draaien niet los. Wat ik kan verzinnen is het een klik verbinding in een ringvormige groef. Ze zijn er bij mij nog niet af geweest. Weet je zeker dat de PX100 en de PX200 dezelfde vatting hebben?
Dank voor je uitgebreide toevoeging :) zo te lezen schermen ze het geluid beter af dan mijn PX100 met de standaard earpads.

Ik heb van het weekend de earpads ontvangen (volgens mij identiek aan die van de PX200). Je schuift ze over het harde kunststof heen, vergelijkbaar hoe je een fietsband erop legt (al gaat het gelukkig wel wat soepeler). Je kan ze inderdaad niet losdraaien.

Echter ben ik er nog niet helemaal uit of het wel een verbetering is. Qua comfort en levensduur zeker, alleen klinken de vocals nu alsof de zanger te ver van z'n microfoon afstaat. Vermoedelijk komt dit doordat de standaard earpads dichter op je oor zitten en de PX100 daarop is ingesteld.
Vermoedelijk komt dit doordat de standaard earpads dichter op je oor zitten en de PX100 daarop is ingesteld.
ik had de zin nog niet gelezen maar kwam tot dezelfde gevolgtrekking. Blijkbaar wordt er meer aan die oorschelpen geoptimaliseerd dan we ons realiseren. Een andere factor kan zijn dat de earpads van de PX200 nog wat meer afsluiten. Ik kan mij zo voorstellen dat dit ook een effect heeft op hoe je trommelvliezen op geluid reageren.

Wel bedankt dat je met ons nog even deelt hoe die dingen zijn te vervangen. dat is altijd fijn om te weten. En Kandidaat kopers: De oorkussen zijn dus te vervangen!!
De truuk bij fietsband is opleggen tot er spanning instaat en het moeilijker wordt.
Vervolgens repititief wisselen tussen delen band opgelegd naar midden velg te schuiven en er een stukje op te leggen etc.
Wow wat een review zeg, erg fijn om zoveel te lezen over een koptelefoon die ik graag wil gaan bestellen.

Ik heb toch een vraag.
Ik heb vrij kleine oren waarbij ik een kleine koptelefoon zoek waarbij de schelpen toch geheel over mijn oren passen.
Acht je dit met deze koptelefoon mogelijk of is de kans groot dat de schelpen niet geheel over mijn oren passen?

Alvast bedankt!
Hoi Jeffer,

nu is het begrip kleine oren natuurlijk wat subjectief. Ik kan je vertellen dat de buitendiameter van de oorschelpen van de PX 200-II 50mm is. Ik praat hierbij dus over de buitendiameter van de feitelijke oorkussens zelf. Als ik de PX 200-II bij mijn treinritten vergelijk met andere on-ear koptelefoons dan acht ik de afmeting van de oorkussen van gemiddelde grootte (ook dit is weer zachte info).

Zelf heb ik oren van gemiddelde grootte. Horizontaal (van voor- naar achterhoofd) past het oorkussen goed over mijn oor. In verticale zin (van hals tot kruin) valt een on-ear natuurlijk niet over de oorlel heen. Ook de bovenrand van mijn oor steekt nog net boven het kussen van de koptelefoon uit.

Wat naar mijn idee het meest relevant is, is dat de uitsparing in je oor naar de gehoorgang toe wordt afgedekt door de de koptelefoon. Vanuit deze optiek kan een te grote on-ear eerder een nadeel zijn dan een voordeel. Rust een te grote on-ear op de bovenrand van je oor en sluit ze daardoor die binnenste uitsparing minder goed af (die bovenrand steekt bij mij verder naar buiten dan het middengedeelte van mijn oor) dan is dat ook slecht voor de geluidsisolatie.

De oorkussen zijn trouwens duidelijk zachter dan het kraakbeen van je oor, en ze zijn van de totale 10mm dikte bijna 8mm in te drukken. Maak je over dat afsluiten dus ook niet teveel zorgen. ik hoop dat ik je wat verder heb kunnen helpen.
Bedankt voor je uitgebreide reactie, ik heb er eentje besteld. :)
Stop hem nog even bij Tweakers in een wenslijst, misschien krijgt deze wat ondergewaardeerde koptelefoon dan wat meer aandacht ;). Na precies een jaar zie ik nog geen slijtagesporen op de koptelefoon, en ook het vouwmechanisme is duurzaam gebleken (raakt niet lam). En mijn grote angst, een kabelbreuk, is nog niet uitgekomen.


Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn