Review: In Win Chopin
- Inleiding
- Specificaties
- De buitenkant
- De binnenkant
- Inbouwen & Kabelmanagement
- Conclusie
Productpagina @ In Win
Één van de dingen waar wij de laatste jaren niet uit kwamen was de keuze voor onze HTPC behuizing. We hebben aardig wat afgebouwd met grotere kastjes, kleinere kasten, media spelers, NUC’s en ander speelgoed, maar uiteindelijk bleven we knutselen op weg naar iets nieuws. Langzaam werd wel duidelijk wat wij wilden: Compact, chic, maar wel capabel. Geen losse GPU, maar wel een ‘normale’ computer om alles op af te spelen. En toen arriveerde de In Win Chopin.
De Chopin hadden we al wat langer op het oog. Zo viel hij op Computex nauwelijks op tussen het grote geweld van de H-Towers en andere gigantische glas-meets-aluminium modellen, maar de kleine Chopin stond daar al mooi te wezen in een hoekje. We gaan kijken naar de zilverkleurige uitvoering, maar de Chopin is ook in het zwart beschikbaar.
De Chopin is verkrijgbaar voor ca 99 euro, waarbij een 150W voeding inbegrepen zit.
De features en specificaties van In Win:
De Chopin is een compact kastje. Niet veel groter dan het mini ITX moederbord waar hij ruimte aan biedt. In typische In Win stijl zien we uiteraard dat er weer gretig gebruik is gemaakt van aluminium. De 150W voeding zit standaard ingebouwd, dus daar hoef je al geen rekening meer mee te houden, het enige wat je zelf nog kan doen is het toevoegen van maximaal twee 2.5” drives.
Bij gebrek aan ruimte vallen de mogelijkheden verder niet mee. Er is ruimte voor een koeler met een maximum hoogte van 43mm (51mm vanaf de moederbord tray), maar ruimte voor expansie kaarten is er simpelweg niet.
De Chopin arriveert in een compacte doos, niet veel groter dan een schoenendoos voor kinderschoenen. Wel iets zwaarder, en vooral ook steviger, want zoals gebruikelijk bij chique In Win series zit het product echt uitstekend verpakt.
In de verpakking zit niet gek veel. Een handleiding die je eigenlijk niet nodig hebt, een handje vol schroefjes, en een sata power splitter.
En dan kan het feest beginnen. Ik steek mijn voorliefde voor ITX behuizingen nooit onder stoelen of banken, hetzelfde gaat op voor aluminium, en als je In Win die twee laat combineren dan kan het niet anders dan dat ik spontaan begin te kwijlen. Nu kan ik wel weer beginnen met de ‘smaken verschillen’ disclaimer, maar ik wordt hier nou gewoon echt warm van. Mooie materialen, maar vooral de fantastische afwerking laat een knappe indruk achter. Je ziet dat het aluminium ook goed dik is, en niet alleen is het typische ‘geborstelde’ oppervlak knap, maar de afwerking van elk randje, hoekje, of schroefje wat er op zit is iets wat we niet veel zien.
De zwart stalen zijkanten geven een aardig contrast. Ook hier wat afwerking betreft weinig klagen, al steelt de voor- en bovenkant de show. Aan die kant zien we de power knop, de audio aansluitingen en twee USB 3.0 poorten. Het zijpaneel wordt met één schroef en een klem/klik systeem vast of los gehaald. Het gros van het zijpaneel is mesh om te zorgen dat je processorkoeler lucht aan kan zuigen of kwijt kan.
De andere kant is meer gesloten, voorzien van een In Win logo, en ook die haal je met één schroef los. Ook aan de zijkanten zien we de keurige afwerking van het aluminium. De achterkant is weinig spannend, we zien daar dat het kastje nauwelijks groter is dan een ITX bord, en dat de voeding standaard onderin zit ingebouwd.
Een gekke aanwezige in de verpakking is een setje kleur strips. Deze kan je gebruiken om de behuizing wat op te fleuren. Een leuke attentie, al vind ik het zelf jammer om zo’n mooi kastje op te fleuren.
Met één schroefje kunnen we aan de slag. Intern vinden we de stroomkabel en zien we verder een mooie collectie standaard zwart uitgevoerde kabels. De compacte 150W voeding past mooi in het geheel, en bespaart puzzelen in zo’n klein bakkie. Alles is van prima solide staal uitgevoerd en afgewerkt, maar heel veel valt er niet te vertellen over dit eenvoudige interieur. Wel valt op dat we weinig doorvoeren zien voor de kabels naar de achterzijde.
Aan de achterkant zien we plaats voor twee 2.5” drives, en wat ruimte om kabels te sturen. Hoewel het bijna lijkt alsof je een optische drive kwijt kan is dat uiteraard geen optie.
Tijd om te bouwen dus! Zoals gezegd wordt de Chopin onze nieuwe HTPC, oftewel we gaan aan de slag met een Braswell ASRock N3700-ITX (met ingebakken pentium cpu), een setje 8GB geheugen wat weliswaar overkill is voor een HTPC maar DDR3 kost niets meer, en een Crucial BX200 SSD. Ook hier is 250GB eigenlijk overkill, maar voor de prijsverschillen he. Leuke aan Braswell is dat je wel x265 encoding hebt, en dus in feite alles af kan spelen wat je er tegen aan gooit.
Inbouwen is een kwestie van het moederbord plaatsen en de kabels aan te sluiten, totaal niet spannend dus. Voor een koeler als deze is er uiteraard ruimte zat, maar ook een stock koeler past prima. Voor wat luxere processoren is het fijn dat je met de 43mm o.a. een Noctua L9 kwijt kan.
Opslag plaatsen we achterop, dit kan op twee plekken, maar er zitten wat stalen elementen die hele stugge sata kabels in de weg zitten. Sowieso wil je geen kabels hebben met een hoek, maar waarom gekozen is voor deze positie is mij niet geheel duidelijk. Hoewel we rechts boven een flinke ruimte zien om kabels door te voeren houdt de ruimte rondom de plekken waar je kabels aan sluit niet over, en ook de gaten om de kabels van voor naar achteren te sturen zijn niet gek groot. Sata kabels gaan wel, sata power kan enkel langs de bovenzijde. Als In Win de SSD onderin iets verder naar achteren had laten zitten, en de tweede SSD er direct naast, dan zou het installeren nog iets makkelijker geweest zijn, al mag je dit bouwen zeker geen uitdaging noemen.
Kabelmanagement is uiteindelijk weinig meer dan de paar kabels naar de zijkant ‘proppen’. Niet heel elegant, maar het werkt en met de klep erop zie je weinig meer gezien de kabels keurig zwart zijn. Vervolgens is het simpelweg genieten van één van de chicste cases van dit moment. Naast de TV die handel! Je kan hem zowel verticaal als horizontaal plaatsen overigens, maar met de rubberen voetjes standaard aanwezig lijkt een staande positie het meest waarschijnlijk.
Één onderdeel waar In Win in hun aluminium behuizingen feitelijk nooit steken laat vallen is de afwerking, en zeker in een klein aluminium kastje met weinig fratsen maakt dat het verschil tussen een ‘leuk ding’ en een klein kunststukje op tafel. Zowel op een afstandje als met je neus er boven op is het zichtbaar dat In Win hier aandacht aan heeft besteedt, van de dikte van het aluminium tot elk klein randje en elke bocht. Aluminium kastjes zien we genoeg, maar juist in de details weet In Win keer op keer te laten zien dat zij toch echt heer en meester zijn als het op aluminium behuizingen aan komt. Aluminium zien we vaker, maar zelden van dit niveau, en zelden in deze prijsklasse.
Ook intern is de Chopin aardig doordacht. Met de 150W voeding al aanwezig vanuit de fabriek is het weinig prutsen en heb je power genoeg voor dikke i5’s of i7’s. Met de combinatie ITX moederbord, twee 2.5” drives en 43mm voor je processorkoeler kan je zowel leuke HTPC’s bouwen, leuke thuis-pc’s in elkaar zetten, of veelal ook uit de voeten voor een pittigere workstation. Ze hadden de gaten om de kabels door te voeren iets groter mogen maken, en ik denk dat de SSD’s met een andere layout achterop iets handiger waren geweest voor het aansluiten van de kabels, maar uiteindelijk zet je met de Chopin toch zonder moeite een mooi systeem in elkaar en zijn dat niet meer dan kleine kanttekeningen. Geluidsproductie is geen overweging bij HTPC gebruik als bij ons, zeker met een passief gekoelde processor en zelfs met volle belasting, maar ik kan niet beoordelen of de voeding wellicht wat geluid gaat produceren naarmate je in de richting van de 150W limiet gaat.
Uiteindelijk volgt dan de twijfel of de afwerking en het materiaal de sterkste pluspunten zijn, of wellicht toch de prijsstelling? Een prijskaartje van 100 euro lijkt in eerste instantie niet weinig, maar daar zit dan wel een voeding bij. Als je iets super compacts wilt op basis van bijvoorbeeld een SFX of TFX voeding, mag je al snel 50 euro rekenen voor de voeding (en voor 50 euro koop je geen kast met dergelijke afwerking), en een eenvoudig ITX kastje met een ATX voeding is ook niet gek veel goedkoper. Hoe dan ook is de ‘meerprijs’ voor een luxe uitstraling hier geen geval groot, en als je dergelijke kwaliteit een beetje kan waarderen zal de keuze vermoedelijk snel gemaakt zijn. Combineer een keurige prijs met een bloedmooi product, en ik kan niet anders dan deze review met een topscore afsluiten.
Enkele hogere res foto’s voor de liefhebber, klikken voor de volledige versie:

Terug naar boven