Het programma voor het leukste techevent van het jaar, de Tweakers Developers Summit 2025, begint langzaam definitief te worden. Vol enthousiasme kunnen we dan ook de volgende spreker aankondigen: Caitlin de Rooij van Level Level. Zij verzorgt een talk over digitale toegankelijkheid. “Nederlandse films kijk ik niet zonder ondertiteling.”
Haar pad naar toegankelijkheid begon opvallend alledaags: met het maken van een website voor haar moeders spinnewielclub. Als student dacht ze ‘het recept’ voor seniorengebruikers wel te kennen: grote letters, veel tekst, klaar. “Dat was mijn eerste aanraking met speciale gebruikersbehoeften,” blikt ze terug. Bij Level Level bleek toegankelijkheid geen bijzaak, maar een kernwaarde. Daar ontdekte ze hoe breed het domein is: visuele, auditieve en motorische beperkingen, cognitieve belasting, semantiek, toetsenbordtoegankelijkheid, focusmanagement, contrast, leesvolgorde, ARIA (Accessible Rich Internet Applications). En vooral: echte gebruikers. “Toen ik eenmaal wist wat toegankelijkheid inhield en hoeveel sites en apps juist níét toegankelijk zijn, kon ik mijn rug er niet meer naartoe keren. Hier moest ik iets mee.”
Caitlin werkt nu bijna vijf jaar als Accessibility Consultant bij het Rotterdamse agency Level Level, haar “eerste grotemensenbaan”, zoals ze zelf met een glimlach zegt. Het bureau bouwt websites en besloot al zo’n acht jaar geleden om dat structureel toegankelijk te doen. “We wilden het internet een stukje mooier maken.”
Van developer naar bruggenbouwer
Caitlin is opgeleid als programmeur en tijdens haar studie lag de focus op backend. Gaandeweg verschoof deze richting maatschappelijke impact. Backendcode schrijft ze al drie jaar niet meer, maar “mijn developmentachtergrond helpt enorm bij het vertalen van eisen naar code. Een developer wil geen wetteksten horen (inzake de European Accessibility Act – red.); die wil weten: wát moet ik doen en hóe doe ik dat goed?”
Precies die vertaling is wat ze dagelijks embedded bij klanten doet: audits om toegankelijkheid meetbaar te maken, gericht advies, training on the job en designreviews nog vóórdat er gebouwd wordt. De doelgroep is divers, maar de druk is toegenomen. Sinds dit jaar valt ook een groot deel van de e-commerce onder de nieuwe regelgeving. De range van klanten loopt van retailers tot een grote luchthaven en ook een gamingpartij. De rode draad: de kloof dichten tussen norm en implementatie. “Standaarden schrijven niet voor hóe je iets bouwt. Ze geven kaders. Binnen die kaders is verrassend veel mogelijk. Als je maar weet waar je op test en waarom.”
Werken met concrete ontwikkelbegrippen
In haar begeleiding praat ze daarom in concrete ontwikkelbegrippen. Een ‘perceivable’ component gaat bij haar over correcte semantiek en tekstalternatieven die de juiste context dekken. ‘Operable’ vertaalt ze naar voorspelbare focusvolgorde, zichtbare focusstyles, logische keybindings en media die zonder muis bedienbaar zijn. ‘Understandable’ betekent heldere copy, gekoppelde labels en error assistance, en robuuste validatie die niet alleen rood kleurt, maar ook uitlegt wat er misging. En ‘Robust’ raakt aan HTML-semantiek, ARIA alleen waar nodig en regressietests zodat verbeteringen blijven staan. “Het gaat om reproduceerbare checks en acceptatiecriteria die je in tickets kunt zetten: wát is goed, wáár test je op, en hóe bewijs je dat?”
Testaanpak vanuit meerdere invalshoeken
Tijdens haar testaanpak voert Caitlin bewust meerdere controles uit vanuit verschillende invalshoeken. Zo beoordeelt ze een product eerst visueel op structuur, semantiek en de hiërarchie van koppen. Daarna volgt een ronde met alleen het toetsenbord, om de focusvolgorde, focusstates en eventuele ‘traps’ op te sporen. Vervolgens gebruikt ze een schermlezer, zoals NVDA of VoiceOver, om te controleren of de combinatie van naam, rol en waarde klopt. Tot slot test ze met inzoomen en reflow om te zien of de lay-out ook bij 200 tot 400 procent schaling bruikbaar blijft. “Op die manier ontdek je niet alleen de fouten,” legt ze uit, “maar ook de oorzaken. En juist die kun je duurzaam oplossen in componenten of designsystems.”
Bekende ‘evergreen’ pijnpunten
Een klassieker die ze overal aantreft: kleurcontrast. Tekst of iconen die net te licht zijn ogen ‘clean’, maar zijn slecht leesbaar. Zeker bij zonlicht, lagere schermkwaliteit of visuele beperkingen. De remedie is saai maar effectief: meetbaar contrast (minimumnormen), consistente tokens in het ontwerp en regressies voorkomen via visuele en geautomatiseerde checks.
Tweede evergreen: toetsenbordtoegankelijkheid. Ze schetst het cookiebannerscenario: een overlay opent, maar de focus blijft ‘erachter’ ronddwalen. “Als je geen muis gebruikt, zit je vast. Visueel domineert de banner, functioneel zit je focus in de pagina-achtergrond. Superirritant en onnodig.” De fix is bekend, maar vaak half geïmplementeerd: focus direct op het eerste betekenisvolle element in de banner plaatsen, focus binnen de modal houden (en bij sluiten teruggeven), de achtergrond inert maken zodat je er niet doorheen kunt tabben en zorgen voor een duidelijke ontsnappingsroute (bijv. Escape). “Als het werkt met het toetsenbord, werkt het meestal ook met andere hulpmiddelen.”
Derde pijnpunt: icon-onlyknoppen zonder toegankelijke naam. In e-commerce zie je hartjes, prullenbakjes en winkelwagentjes als primaire affordances. “Een schermlezer ziet dan vaak alleen ‘knop, knop, knop’. Je kúnt klikken, maar je weet niet wát.” De oplossing is elementair: geef elk interactief element een toegankelijke naam, een die de actie en context dekt: “Toevoegen aan favorieten”, “Verwijderen uit winkelmand – maat M”. “Heel veel toegankelijkheidsproblemen zijn eigenlijk basis-HTML,” zegt ze. “De juiste elementkeuze, <button> in plaats van een <div>, een echte <a> voor navigatie, correcte <label for>, voorkomt een lawine aan ARIA-pleisters.”
"Geef developers houvast: wat is goed, waar test je op, en hoe bewijs je dat?”
Daarmee raakt ze aan een breder patroon: frameworks en UI-libraries lossen semantiek niet automatisch op. Sterker, ze verbergen die soms achter abstraherende componenten. Caitlin pleit daarom voor semantiek-firstcomponenten: knoppen met ingebakken focusstyles en states, formulieren met gekoppelde labels en foutmeldingen, menu’s en dialoogvensters met kloppende role en robuuste focusmanagement. “Maak het gedrag standaard in je designsystem. Dan hoef je in productteams niet telkens dezelfde discussie te voeren. Geef developers houvast,” zegt ze. “Wat is goed, waar test je op en hoe bewijs je dat?” Automatisering helpt, linters, kleurcontrastchecks in CI, componenttests op focusgedrag, maar blijft aanvullend op menselijke evaluatie met echte hulpmiddelen.
Een veranderend speelveld
De afgelopen jaren is het speelveld veranderd. De European Accessibility Act (per 28 juni 2025) katapulteerde toegankelijkheid naar boardroomniveau en tegelijk barstte de markt voor 'oneclickoplossingen' los. Caitlin is daar helder over: “Ongeveer 30 procent van de WCAG-criteria (Web Content Accessibility Guidelines) is geautomatiseerd te testen; de rest is menselijk denkwerk. Er is geen tool die alles in één keer fixt.”
Automatisering is nuttig voor regressies en laaghangend fruit, maar zonder begrip van userimpact mis je de essentie. “Zolang je er zelf niet over nadenkt, weet je ook niet wát je impact is op je gebruikers. Doe je de basis goed, dan hoef je het maar één keer goed te leren en kun je het blijvend toepassen.”
Een hardnekkige drempel is nog altijd bewustwording: hoe gebruiken mensen met beperkingen een laptop of telefoon? “Die vraag krijg ik vaker dan je denkt.” Haar antwoord: je bouwt niet alleen voor een smalle doelgroep, je verbetert het product voor iedereen; het welbekende curbcuteffect. Ze illustreert dat met eigen ervaring: Caitlin heeft ADHD en herkent direct hoeveel WCAG-principes haar helpen om gefocust te blijven. “Ik heb laatst uitgezocht hoeveel criteria mij helpen: minstens twintig.”
Een concreet voorbeeld is targetsize: klikdoelen van minimaal 24×24 px. Oorspronkelijk gedacht om mensen met tremoren te helpen (bijvoorbeeld Parkinson), maar net zo goed relevant voor wie vaak misklikt of op kleine schermen werkt. “Ik ben zelf best klunzig, klik geregeld mis en ben dan kwijt waar ik was. Met grotere targets en duidelijke focus raak ik m’n taak niet kwijt.” Gerelateerd daaraan: focusretentie bij toetsenbordnavigatie. Als je na een misklik of het sluiten van een dialoog terugvalt op het laatst actieve element, kun je als gebruiker je draad oppakken in plaats van opnieuw te moeten oriënteren.
Nog een persoonlijke hulp voor Caitlin: ondertiteling. “Mijn gehoor is prima, maar bij drukte of achtergrondgeluid verwerkt m’n brein het niet meer goed. Ondertiteling helpt enorm, zelfs tijdens meetings. Nederlandse films kijk ik eigenlijk niet zonder ondertiteling.” In rumoerige congreszalen werkt ze bewust met ‘één oor’ richting de spreker; captions en transcriptie vangen de rest. Voor productteams is dit een reminder dat captions, transcripts en duidelijke audio niet alleen voor doven en slechthorenden zijn, maar ook voor mensen met auditoryprocessinguitdagingen, voor internationale teams, en voor iedereen die in een kantoortuin zit.
Wat Caitlin op de Dev Summit wil laten zien: Tweakers.net aanpakken!
En daarmee is de cirkel rond: tijdens haar talk op de Developers Summit wil Caitlin vooral laten zien dat toegankelijkheid geen rem is, maar een kwaliteitsvermenigvuldiger. Want binnen de kaders van WCAG is verrassend veel speelruimte, benadrukt Caitlin. De standaard is voor haar het minimumviable niveau: een set meetbare succescriteria waarmee je kunt aantonen dat een site of app toegankelijk is. “De WCAG maken toegankelijkheid meetbaar. Dat is je basis. Dáárbovenop bestaan talloze best practices die ik, afhankelijk van de context, juist aanmoedig.” Daarbij gaat ze ook de website van Tweakers zelf te lijf: “Niet om af te branden, maar er zijn nog wel wat verbeteringen mogelijk. En sommigen zijn heel makkelijk op te lossen.”
Koop nu je kaartjes voor de Dev Summit 2025
Enthousiast geworden om Caitlin en alle andere sprekers te zien en horen op de Dev Summit 2025? Scoor dan nu je entreekaartje. Helaas, de earlybirdtickets zijn inmiddels uitverkocht en ook de reguliere kaartverkoop loopt hard. Een regulier ticket kost 299 euro en je kunt nog gebruikmaken van de actie waarbij je drie tickets voor de prijs van twee kunt scoren.
Als je werkgever de kosten voor het ticket op zich neemt, ontvang je uiteraard een factuur voor de administratie. Persoonlijke gegevens worden niet gedeeld met partners.
Ben je student? Dan bieden we graag een gereduceerd tarief aan. Ook hiervoor kun je terecht in de ticketshop.
Onze partners dit jaar