Vanaf 2025 zullen veel grote Nederlandse steden zero emission-zones invoeren, met Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven als koplopers. Deze maatregel is bedoeld om de luchtkwaliteit te verbeteren en steden voor te bereiden op een toekomst zonder uitstoot. Ondernemers en bewoners zullen zich tijdig moeten aanpassen aan de veranderingen, zowel op het gebied van vervoer als in hun logistiek. Dat zorgt voor de nodige uitdagingen waarbij internet of things, telematica en zakelijk leasen uitkomst kunnen bieden.
Het Nederlandse kabinet heeft als onderdeel van het Klimaatakkoord bepaald dat in dertig tot veertig steden vanaf 2025 zero emission-zones zullen worden ingevoerd. Deze zones zijn in eerste instantie gericht op vracht- en bestelverkeer, maar naar verwachting zullen daar later andere voertuigcategorieën bij komen. De exacte planning en invoeringsdata kunnen per stad verschillen, maar de algemene doelstelling is om stapsgewijs naar een volledig emissievrij stedelijk verkeer in 2030 te bewegen.
Overstappen op elektrisch rijden? Doe de test
Wanneer is het als ondernemer hét moment om over te stappen op elektrisch rijden? ABN AMRO heeft hiervoor een handige testtool in het leven geroepen.
In de vijf grootste steden verloopt de uitrol als volgt: in Amsterdam zal de ZE-zone vanaf 2025 gelden binnen de ring A10, met verdere uitbreiding naar andere gebieden tegen 2030, in lijn met de doelstelling om de stad volledig uitstootvrij te maken. Rotterdam zal een ZE-zone invoeren die het centrum en delen van het havengebied beslaat, met het bredere doel om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Utrecht was al voorloper op het gebied van milieuzones en gaat ook ZE-zones invoeren, beginnend in het drukke stadscentrum. Den Haag zal een ZE-zone invoeren die gefaseerd wordt uitgebreid, onder andere naar de kustgebieden tegen 2026. Eindhoven richt zich op het centrum en belangrijke economische gebieden zoals het Brainport-gebied.
Hieronder vind je een overzicht van typen bedrijfswagens die nog wel toegang hebben tot ZE-zones, en voor hoe lang:
- Bestelauto met emissieklasse 5: tot 1 januari 2027
- Bestelauto emissieklasse 6: tot 1 januari 2028
- Bak- of laadwagen emissieklasse 6: tot 1 januari 2030 (op 1 januari 2025 maximaal 5 jaar oud)
- Vrachtwagen (trekker) emissieklasse 6: tot 1 januari 2030 (op 1 januari 2025 maximaal 8 jaar oud)
Stadshubs en ZE-Zones
Zero emissie-zones zijn momenteel niet mogelijk zonder stadshub, oftewel een logistiek knooppunt aan de rand van de stad. ZE-zones ondersteunen stadshubs door vervuilende vrachtwagens en bestelwagens te weren uit stadscentra. Stadshubs vangen deze voertuigen op aan de rand van de stad, waar de lading wordt overgeladen op emissievrije voertuigen, wat de uitstoot vermindert en de luchtkwaliteit verbetert. Hierdoor kunnen de laatste kilometers van het transport efficiënter worden georganiseerd, wat de verkeersdruk in de stad vermindert. Bovendien bieden stadshubs schaalvoordelen door volledig beladen en lossen mogelijk te maken, wat in potentie kostenbesparend kan zijn voor bedrijven. Deze combinatie moet bedrijven stimuleren om te investeren in duurzame logistieke oplossingen, wat bijdraagt aan de bredere milieudoelstellingen van steden.
Vrijstelling van bpm afgeschaft
Parallel aan de invoering van de ZE-zones hebben ondernemers te maken met nieuwe regels omtrent de bpm-regeling. Vanaf 1 januari 2025 gaat de 'belasting van personenauto's en motorrijwielen' voor ondernemers die bedrijfswagens aanschaffen op de schop. De vrijstelling van bpm voor nieuwe bedrijfswagens, die sinds 2007 van kracht was, wordt afgeschaft. Dit betekent dat ondernemers vanaf dat moment bpm moeten betalen voor bedrijfswagens met een verbrandingsmotor, net zoals dat bij personenauto's het geval is. Deze wijziging kan resulteren in een aanzienlijke prijsstijging voor dergelijke voertuigen, afhankelijk van de CO₂-uitstoot van het voertuig. Elektrische bestelwagens blijven wel vrijgesteld van bpm, wat bedrijven moet stimuleren om over te stappen op duurzamere voertuigen. Ook dit is onderdeel van bredere inspanningen van de overheid om de CO₂-uitstoot te verminderen en de transitie naar een klimaatneutrale samenleving te bevorderen.
Impact van ZE-zones op ondernemers
ZE-zones en de afschaffing van de vrijstelling van bpm voor niet-elektrische voertuigen hebben samen een aanzienlijke impact op ondernemers, vooral in steden waar deze zones worden ingevoerd. Hier zijn enkele van de belangrijkste effecten:
Aanpassing van het wagenpark
Ondernemers die afhankelijk zijn van transport en logistiek, maar ook kleinere mkb’ers die met een of enkele bedrijfsvoertuigen werken, worden gedwongen om hun wagenpark aan te passen. Dit kan leiden tot aanzienlijke investeringen in nieuwe voertuigen.
Operationele kosten
Hoewel de operationele kosten van elektrische voertuigen (EV's) veelal lager zijn - door minder onderhoud en lagere brandstofkosten - zijn de initiële kosten voor de aanschaf van deze voertuigen en de noodzakelijke infrastructuur (oplaadstations) vaak hoog. Ondernemers moeten mogelijk hun logistieke processen herzien om efficiëntie te behouden, wat extra kosten en tijd kan vergen. Ook het opladen van de voertuigen kan een uitdaging vormen, vanwege netcongestie. Naarmate meer EV's worden opgeladen, vooral tijdens piekuren, kan de vraag naar elektriciteit het lokale netwerk overbelasten. Dit leidt tot spanningsdalingen en verhoogde belasting van de infrastructuur, en kan zelfs resulteren in stroomstoringen. Bovendien kunnen oude netwerken die niet zijn ontworpen voor de hoge piekvraag van EV-opladers extra kwetsbaar zijn voor congestie. Gemeenten zijn dan ook hard bezig om slimme laadoplossingen te adopteren, zoals gespreid laden, waarbij EV's worden opgeladen op momenten van lagere vraag, en vehicle-to-grid-technologie die EV's toestaat energie terug te leveren aan het net. Daarnaast investeren steden en netbeheerders in het upgraden van de infrastructuur en het installeren van meer gedecentraliseerde energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, om de netbelasting te verminderen.
Beperking van toegankelijkheid
Voor bedrijven die zich in of nabij een ZE-zone bevinden, kan de toegang van leveranciers en klanten worden beperkt. Dit kan leiden tot verminderde inkomsten, vooral als klanten of leveranciers door voertuigbeperkingen moeite hebben om toegang te krijgen tot het bedrijf.
Concurrentievoordeel en marktdynamiek
Ondernemers die snel overschakelen naar emissievrije voertuigen kunnen een concurrentievoordeel behalen. Ze kunnen zich positioneren als duurzame en milieuvriendelijke bedrijven, wat steeds belangrijker wordt voor consumenten en partners. Bovendien kunnen ze profiteren van subsidies of belastingvoordelen die beschikbaar zijn voor bedrijven die investeren in groene technologie. Sterker, de invoering van ZE-zones kan ook leiden tot veranderde marktdynamiek. Bedrijven die hun logistiek tijdig aanpassen, kunnen een voorsprong krijgen, terwijl bedrijven die dat niet doen, mogelijk marktaandeel verliezen. Kortom: met het marktvoordeel dat duurzaamheid met zich meebrengt, worden twee vliegen in een klap geslagen.
Invloed op het mkb
Kleine en middelgrote ondernemingen kunnen onevenredig worden getroffen door de kosten en vereisten van ZE-zones. Terwijl grotere bedrijven mogelijk de middelen hebben om snel te investeren in emissievrije technologie, kunnen kleinere bedrijven tegen financiële en praktische uitdagingen aanlopen bij het aanpassen aan de nieuwe regels.
Oplossing: leasen?
ABN AMRO Lease biedt ondernemers verschillende mogelijkheden om hun bedrijfswagenpark te verduurzamen via zakelijke leaseoplossingen. Want wat als je als ondernemer in een ZE-zone gevestigd bent en je liquiditeit niet in gevaar wil brengen? Er zijn mogelijkheden om financial of operational lease toe te passen.
Bij financial lease blijft het voertuig eigendom van ABN AMRO Lease, maar komt het op de balans van de ondernemer, die kan afschrijven. Na betaling van een minimaal restbedrag wordt het voertuig jouw eigendom. Voordeel: afschrijven; nadeel: hogere kosten.
Bij operational lease blijft ABN AMRO Lease eigenaar. De ondernemer schrijft niet af en kan het voertuig aan het einde van de looptijd kopen voor een vastgestelde prijs, of inleveren. Voordeel: lagere kosten en geen restwaarderisico; nadeel: het voertuig wordt pas jouw eigendom na betaling van het bedrag in de koopoptie.
Door het leasen van elektrische bedrijfswagens kunnen ondernemers niet alleen voldoen aan strengere milieuregels, maar ook profiteren van lagere operationele kosten door besparingen op brandstof en onderhoud.
Fiscale regelingen voor ondernemers
Naast verschillende subsidies zijn er meerdere fiscale regelingen beschikbaar die de aanschaf van een emissieloos voertuig voor bedrijven financieel aantrekkelijker maken.
- Milieu-investeringsaftrek (MIA): hiermee kunnen ondernemers tot 45 procent van het investeringsbedrag aftrekken van de winst, wat de belastingdruk vermindert.
- Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil): hiermee kunnen ondernemers tot 75 procent van de investering in een bedrijfsmiddel van minimaal 2.500 euro op een willekeurig moment afschrijven, wat hun liquiditeitspositie kan verbeteren.
- Energie-investeringsaftrek (EIA): als je als ondernemer investeert in energiezuinige bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan, kun je tot 40 procent van de kosten aftrekken van de winst. Deze regeling kan echter niet worden gecombineerd met de MIA.
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA): deze regeling biedt een extra aftrekpost op de winst, afhankelijk van het geïnvesteerde bedrag, en kan worden gecombineerd met een van de andere genoemde regelingen.
Deze regelingen helpen bedrijven om de kosten van duurzame investeringen te verlagen en bieden tegelijkertijd belastingvoordelen. Een fiscaal adviseur kan hierover meer informatie geven.
Oplossing: iot en telematica?
Telematica en het internet of things kunnen een cruciale rol spelen bij de implementatie van zero emission-zones en de bredere verduurzaming van steden en bedrijfsvoertuigen. Deze technologieën optimaliseren stadslogistiek door realtime gegevens over verkeersstromen, voertuiglocaties en brandstofgebruik te analyseren, wat leidt tot efficiëntere routes en minder uitstoot. Daarnaast ondersteunen iot-oplossingen ondernemers bij het beheren van hun wagenpark, door inzicht te geven in energiegebruik en onderhoudsbehoeften, wat kosten bespaart en de duurzaamheid bevordert. Ook helpen iot-sensoren de luchtkwaliteit te monitoren, waardoor beleidsmakers gerichter kunnen ingrijpen. Bovendien zijn telematica en iot essentieel voor de ontwikkeling van slimme infrastructuur, zoals intelligente verkeerslichten en laadpalen, die congestie verminderen en energiegebruik optimaliseren, waardoor steden hun duurzaamheidsdoelen kunnen bereiken.
Tweakers Partners maakte een overzichtje van enkele merken elektrische bedrijfswagens die sterk inzetten op de integratie van iot en telematica. Dit zijn onder andere auto’s van Mercedes-Benz, Ford, Renault, Nissan en Peugeot:
- Mercedes-Benz biedt met de eSprinter en eVito uitgebreide telematicafuncties via het Mercedes PRO connect-systeem, waarmee realtime voertuigmonitoring en predictive maintenance mogelijk zijn.
- Ford’s E-Transit maakt gebruik van het Ford Telematics-systeem om routes te optimaliseren en de voertuigstatus te monitoren.
- Renault integreert in de Kangoo Z.E. en Master Z.E. het Renault Easy Connect-platform, dat realtime voertuigvolging en onderhoudsplanning mogelijk maakt.
- De Nissan e-NV200 gebruikt het NissanConnect-systeem voor energiemanagement en route-optimalisatie.
- Peugeot’s e-Expert en e-Boxer worden beheerd via Peugeot Connect, dat helpt bij het verlagen van operationele kosten en het verbeteren van de efficiëntie door geavanceerde connectiviteit.
Dit artikel is geen redactioneel artikel, maar gesponsord en tot stand gekomen dankzij ABN AMRO en Tweakers Partners. Tweakers Partners is de afdeling binnen Tweakers die verantwoordelijk is voor commerciële samenwerkingen, winacties en Tweakers events zoals meet-ups, Developers Summit, Testfest en meer. Bekijk hier het overzicht van alle acties en events. Mocht je ideeën met ons willen delen over deze vorm van adverteren, dan horen wij dat graag. Hierover kun je met ons in gesprek via [Discussie] Reclame algemeen].