Ars Technica heeft verschillende videokaarten van ATI en nVidia tegenover elkaar gezet en gekeken naar de prestaties bij het decoderen van hd-video. Opmerkelijk is de prestatiewinst van de Radeon HD 2400 XT met de 8.44 bèta-driver.
In de test wordt gekeken naar de cpu-belasting bij het decoderen van drie verschillende coderingen: h.264, vc-1 en een mpeg2 hdtv-transportstream. Het blijkt dat nVidia en ATI aan elkaar gewaagd zijn, maar ze presteren niet met elk bestandsformaat gelijkwaardig. Bij het decoderen van vc1 en h.264-films zijn de ATI-kaarten sneller, met uitzondering van de Radeon HD 2900 XT die het moet doen zonder uvd-engine.
Bij het decoderen van een 1080i hdtv-transportstream zet nVidia de beste resultaten neer. Opvallend is het effect van de 8.44 bèta-driver op de prestaties van de Radeon HD 2400 XT: de cpu-belasting zakt van 58,6 procent naar 16,5 procent. De Radeon HD 2900 XT wordt in deze test niet gehinderd door het ontbreken van de uvd-engine en veroorzaakt een cpu-belasting van 12,5 procent.
Nvidia doet het nog beter en verbruikt niet meer dan 6,5 procent van de beschikbare cpu-cycles. Hier staat echter tegenover dat de beeldkwaliteit bij de GeForce 8500 GT en 8600 GT tegenvalt. De beeldkwaliteit van de GeForce 8800 GT is wel in orde.
Gemiddeld genomen doet ATI het hardwarematig decoderen van video beter dan nVidia, maar groot is het verschil niet. De videokaarten van beide fabrikanten weten zonder problemen het merendeel van het werk over te nemen van de processor.