Naar aanleiding van de online verkiezingen die vorige week in Estland zijn gehouden, is de nodige kritiek geuit. Hoewel de organisatoren prat gingen op het gebruik van open-sourcesoftware, was de code van de software die voor het stemmen werd gebruikt niet openbaar gemaakt, wat volgens diverse experts juist de hoeksteen van stemmen via internet is. 'Met uitzondering van de wachtwoorden mag niets geheim blijven', aldus Alan Dechert van het Open Voting Consortium. 'Stemmen is een publiek proces en het electoraat heeft het recht te weten hoe de stemmen verzameld en geteld worden.' Dechert, wiens organisatie werkt aan een op *BSD gebaseerd systeem, waarschuwde tegen proprietaire verkiezingssoftware die zich voordoet als open source. In het geval van Estland werd de software open source genoemd omdat de gebruikte webservers op Linux draaiden.
De Estse verkiezingen waren volgens diverse analisten onveilig en makkelijk beïnvloedbaar. 'Ik hoop dat niemand ze navolgt, want stemmen over het internet is nu nog een heel slecht plan vanwege heel veel redenen', valt Verified Voting Foundation-oprichter David Dill hem bij. 'Er zullen nog heel wat doorbraken moeten worden gerealiseerd voordat iemand zelfs maar weet hoe het systeem veilig gemaakt zou kunnen worden.' Hij benadrukte dat 'disclosed source' het belangrijkste is: de code van de stemsoftware moet publiek zijn. Het 'geheime' karakter van een democratische stemming - iedereen moet zich wel identificeren, maar de uitgebrachte stem mag in geen geval tot een persoon te herleiden zijn - was in Estland bijvoorbeeld niet verifieerbaar. Ook het traditionele voordeel van open source, de analyse van de code door de open-sourcecommunity zodat fouten vroegtijdig onderkend en hersteld kunnen worden, was in Estland afwezig. Of 'community development' daadwerkelijk tot bruikbare verkiezingssoftware kan leiden is nog de vraag, maar de deskundigen waren het over één ding roerend eens: zoals het in Estland ging, moet het dus niet.