Volgens een Britse onderzoeker zijn draagbare muziekspelers als de Apple iPod een manier van mensen om omgevingsruimte te claimen, zo meldt de BBC. Dr. Michael Bull kwam op het idee om de culturele invloed van personal audio te bestuderen omdat het door vrijwel alle onderzoekers geheel genegeerd werd, iets dat mede verklaard wordt door het feit dat de visuele ervaring het stadsbeeld domineert: vanuit alle richtingen worden de menselijke ogen gebombardeerd met advertenties, etalages, andere voetgangers, auto's, enzovoorts. Deze visuele kakofonie leidt ertoe dat mensen extra waarde gaan hechten aan de vrijheid van keuze over wat ze horen, en het luisteren naar de eigen muziek werkt volgens de onderzoeker dan ook als een soort afscherming van de buitenwereld. Door zelf hun muziek te kiezen heroveren mensen wat van hun invloed op de wereld - ze kiezen zelf de boodschap die ze horen in plaats van alleen maar bloot te staan aan invloeden van buitenaf.
Op die manier kunnen mensen zichzelf wegcijferen uit gebeurtenissen waar ze getuige van zijn, en kunnen ze ook eventuele ongewenste aandacht makkelijker ontlopen. Met name vrouwen lijken de laatste toepassing te waarderen: het luisteren naar muziek laat zien dat iemand 'bezig' is en niet gestoord wil worden. Omgekeerd geldt dan ook dat juist het uitdoen van oordopjes geldt als een compliment naar een spreker, omdat laatstgenoemde immers interessant genoeg is om te stoppen met de huidige activiteit. Dit alles geldt nog veel sterker bij gebruik van een digitale mediaspeler zoals de iPod, omdat mensen hiermee volgens Bull nog meer controle krijgen over waar ze naar luisteren. De onderzoeker concludeert dan ook dat dergelijke apparaten een gigantische invloed hebben op het gedrag van mensen; in plaats van simpele muziekspelertjes zijn het 'apparaten waarmee gebruikers ruimte, tijd en de grenzen rondom de eigen persoon beheren' - iets wat Apple vermoedelijk nooit verwacht had.