Op New Scientist is te lezen dat er een nieuwe programmeertaal in ontwikkeling is, die het verschijnsel bugs moet gaan elimineren. Het betreft de taal Cyclone, die ontworpen wordt door de Cornell University in samenwerking met AT&T Labs. Wetenschappers omschrijven de nieuwe taal als een dialect van het veelgebruikte C, met als grootste verschil dat software haast geen onvoorziene fouten meer kan hebben.
Om dit te bereiken heeft men de kracht van C gecombineerd met een aantal extra veiligheidscontroles. Het gaat hierbij voornamelijk om fouten die pas optreden als het programma op volle toeren werkt, zoals bijvoorbeeld buffer overruns waarbij het geheugen van de computer verkeerd gebruikt wordt. Hiertoe controleert de engine niet alleen de syntax, maar daarnaast ook de manier waarop een programma werkt. Dit leidt volgens de plannen tot een nette foutmelding in het uiterste geval, in plaats van een vastloper zoals nu nog wel eens het geval is.
De programmeurs verzekeren dat Cyclone genoeg op C lijkt om bestaande applicaties eenvoudig om te kunnen zetten. Tot nu toe hebben ze zelf alleen nog maar een eenvoudige webserver geschreven in hun eigen taal, maar deze test wees wel uit dat Cyclone bijzonder stabiele software oplevert. Men hoopt eens nog een keer een groot besturingssysteem zoals Linux in de nieuwe taal te zien verschijnen, maar voordat het zover zal zijn willen critici ongetwijfeld meer voorbeelden van goede toepassingen gezien hebben.