Intel heeft de Xeon D aangekondigd: een op 14nm geproduceerde system-on-a-chip voor servers, die als opvolger van de Atom Avoton gezien kan worden. De eerste chips van het geïntegreerde platform zijn vooral bedoeld voor storage- en netwerktoepassingen, en voor microservers.
De eerste lichting van de Xeon D betreft de 1500-serie voor hostingservers, webservers, caching en warm storage. In de tweede helft van 2015 moeten daar socs voor routers, basisstations en nas- en san-toepassingen bijkomen.
De Xeon D-lijn gaat bestaan uit chips met twee tot acht cores met HyperThreading, waarbij de pch op de die geïntegreerd is. De eerste twee socs die verschijnen, zijn een quadcore en een octacore: de D-1520 en de D-1540, met kloksnelheden van respectievelijk 2,2 en 2GHz. De tdp bedraagt 20 tot en met 45W. Elke core heeft toegang tot twee delen L1-cache: 32KB data en 32KB instructies. Daarnaast is er 1,5MB L2-cache per rekenkern. De chips ondersteunen ddr3 en ddr4, waarbij maximaal 64GB udimm-geheugen en 128GB rdimm aangesproken kan worden bij gebruik van ddr4.
De chips hebben een pci-e 3.0-controller met 24 lanes en bandbreedte voor twee 10GbE-connecties. Daarnaast is er een zesvoudige sata-controller. Intel verwijst naar de chips onder de noemer Broadwell-DE en aangezien ze hierop gebaseerd zijn, beschikken ze over ondersteuning voor technologie als AVX 2.0, Intel Trusted Execution Technology, Intel Virtualization Technology en AES-NI. Intel claimt dat de prestaties van de krachtigste Xeon D-soc 3,4 keer beter zijn dan die van de Atom C2750-octacore, terwijl de prestaties per watt 1,7 keer beter zouden zijn.
Intel claimt dat er meer dan 50 systemen met de nieuwe Xeons in ontwikkeling zijn, onder andere van NEC, SuperMicro en Cisco. De Xeon D-1520-quadcore kost in de VS 199 dollar, terwijl de D-1540-octacore voor 581 dollar aan te schaffen is. In europrijzen met btw is dat respectievelijk 222 en 650 euro.