Inleiding
Groot, groter, grootst. We begonnen dit jaar onze serie LCD-reviews bij een 20,1-inch scherm, vorige maand wierpen we een blik op een aantal 21,3-inch schermen en in deze review nemen we de laatste stap omhoog in de ladder. Vandaag zullen we de topmodellen van een viertal fabrikanten onder de loep nemen. De schermen kenmerken zich door een 23-inch beelddiagonaal, een resolutie van 1920x1200 en in het merendeel van de gevallen een responstijd van 16ms. Hoe presteren de HP L2335, de BenQ FP231W, de Philips 230W5 en de LG 2320A? Je leest het hier.
Specificaties
Allereerst, voordat we beginnen met het bespreken van de schermen de belangrijkste specificaties, zoals opgegeven door de fabrikanten, van de geteste schermen naast elkaar:
 |
 | Modelnaam | HP L2335 | BenQ FP231 | Philips 230W | LG 2320A |  |
 |
 | Diagonaal (inch) |  | 23,0 |  | 23,0 |  | 23,0 |  | 23,0 |  |
 |
 | Beelddiagonaal (BxH) |  | 496x311mm |  | 496x311mm |  | 496x311mm |  | 496x311mm |  |
 |
 | Beeldpuntgrootte (mm) |  | 0,258mm |  | 0,258mm |  | 0,258mm |  | 0,258mm |  |
 |
 | Inkijkhoek, Hor./Vert. (º) |  | 170 |  | 176 |  | 176 |  | 176 |  |
 |
 | Reactietijd Op / Neer |  | 16ms |  | 16ms |  | 16ms |  | 25ms |  |
 |
 | Type TFT |  | S-IPS |  | S-IPS |  | S-IPS |  | S-IPS |  |
 |
 | Helderheid (cd/m²) |  | 250 |  | 250 |  | 250 |  | 220 |  |
 |
 | Contrast verhouding |  | 500:1 |  | 500:1 |  | 500:1 |  | 400:1 |  |
 |
 | Aantal kleuren |  | 16,7 miljoen |  | 16,7 miljoen |  | 16,7 miljoen |  | 16,7 miljoen |  |
 |
 | Max. Horizontale Sync. |  | 94KHz |  | 81KHz |  | 94KHz |  | 96KHz |  |
 |
 | Max. Verticale Sync. |  | 85Hz |  | 76Hz |  | 85Hz |  | 85Hz |  |
 |
 | Maximale resolutie |  | 1920 x 1200 |  | 1920 x 1200 |  | 1920 x 1200 |  | 1920 x 1200 |  |
 |
 | Video-ingangen |  | 1x D-Sub 1x DVI-I 1x S-Video 1x Composiet 1x Component |  | 1x D-Sub 1x DVI-D 1x S-Video 1x Composiet |  | 1x D-Sub 1x DVI-I* |  | 1x D-Sub 1x DVI-I 1x DVI-D 1x S-Video 1x Composiet 2x Component |  |
 |
 | Audio-ingang |  | Nee |  | Nee |  | Ja |  | Ja |  |
 |
 | USB-hub |  | Nee |  | Ja |  | Ja |  | Ja |  |
 |
 | Stroomverbruik (W) |  | < 100W |  | < 120W |  | ± 80W |  | < 100W |  |
 |
 | Afmeting (BxHxD, mm) |  | 545x441x210 |  | 535x466x248 |  | 548x452x250 |  | 588x447x260 |  |
 |
 | Gewicht (kg) |  | 10,1 |  | 8,8 |  | 9,0 |  | 11,6 |  |
 |
 | VESA bevestiging mogelijk |  | Ja |  | Ja |  | Ja |  | Ja |  |
 |
 | Extra's |  | Geen |  | Geen |  | Cardreader |  | Mediastation |  |
 |
 | Pivotstand |  | Ja |  | Nee |  | Nee |  | Nee |  |
 |
 | Voeding |  | Intern |  | Extern |  | Intern |  | Extern |  |
 |
* Philips heeft een tweede 230W-model in het assortiment met S-Video, Composiet en Component-ingangen
De HP L2335
Het eerste scherm waar we vandaag een kritisch blik op werpen is de L2335 van Hewlett-Packard. Dit scherm is met een prijskaartje van rond de 1.600 euro zonder twijfel het goedkoopste scherm van het hier geteste viertal, maar dat doet geen afbraak aan de specificaties. Zoals op vorige pagina al zichtbaar is zijn de specificaties van de schermen van HP, BenQ en Philips praktisch identiek. De reden hiervan is dat ze allen gebruik maken van dezelfde generatie 23-inch panels uit de fabriek van de LG.Philips joint venture.
Het enige wat opvalt is dat HP in de specificaties van het scherm inkijkhoeken van 170° vermeldt terwijl de concurrentie pocht met 176°. Aangezien de schermen gebruik maken van identieke panels zal het verschil hoogstwaarschijnlijk terug te leiden zijn op de meetwijze van de fabrikanten. HP is blijkbaar net een klein beetje conservatiever dan de concurrentie. Een groot verschil is het in hoe dan ook niet.
Hoewel het wellicht overbodig is om te vermelden dat het L2335-scherm en zijn collega's een beelddiagonaal hebben van 23-inch is het wel de moeite waard om hier iets dieper op in te gaan. De schermen hebben namelijk geen verhouding van 4:3 zoals de eerder geteste 20,1-inch en 21,3-inch schermen, maar een verhouding van 16:10. De 23-inch schermen zijn dus niet in alle richtingen groter dan de 21,3-inch schermen. De hoogte van een 21,3-inch panel is 324mm terwijl de hier geteste schermen 311mm meten. In de lengte is er des te meer ruimte bijgekomen. Een 21,3-inch panel is 432mm breed terwijl deze schermen 496mm noteren. Deze extra ruimte wordt nuttig gebruikt voor een flink aantal extra pixels. Het verschil tussen 1920x1200 en 1600x1200 is 20 procent. Tevens zijn de schermen met deze resolutie direct geschikt om de nieuwe generatie 'high definition' video weer te geven aangezien hiervoor een resolutie van 1920x1080 vereist is.
Uitpakken
Het HP L2335-scherm wordt geleverd in een flinke kartonnen doos. In deze doos vinden we naast het scherm zelf een aantal kabels, een cd en een compacte handleiding. Op de cd vinden we de gebruikelijke software zoals "drivers" en een kleurenprofiel. In totaal worden drie kabels meegeleverd. Eén kabel voor de stroomvoorziening, één kabel om het scherm analoog aan te sluiten en één kabel om het scherm digitaal aan te sluiten. De hoeveelheid accessoires die meegeleverd worden door HP is dus beperkt, maar alle belangrijke onderdelen zijn aanwezig.
Het scherm

Het HP L2335-scherm is leverbaar in één kleur, namelijk grijs/zilver met een zwartgetinte voet. Hiermee past het scherm qua uiterlijk zowel bij een zilverkleurige als een zwarte computerbehuizing. Wat betreft de afmetingen is de HP L2335 redelijk uit de kluiten gewassen. Het scherm is 545mm breed waarmee de dikte van de schermrand uitkomt op 2,5 centimeter. Ideaal voor multi-monitoropstellingen is dit niet, maar de groep mensen die deze schermen in een tweetal willen laten samenwerken zal sowieso beperkt zijn.
De voet van het scherm is redelijk compact. Hoewel het scherm in hoogte verstelbaar is, naar links en recht roteerbaar, kantelbaar en te gebruiken in pivotstand is het formaat van de voet bescheiden gebleven. Vergeleken met LCD's die bovenstaande functionaliteit missen is de L2335 niet bijzonder elegant, maar helaas is het beste van beide werelden moeilijk te combineren. Een klein minpuntje aan de voet van de L2335 is het ontbreken van een mogelijkheid om de kabels netjes weg te werken. Er is geen clipje of iets dergelijks aanwezig om zo de kabels keurig langs de achterkant van de paal weg te kunnen werken.

De achterkant en de voet van de HP L2335
Nadat de kabels zijn aangesloten is het tijd om te kijken naar alle knopjes die we op het scherm vinden. In totaal zijn een zevental knopjes aanwezig. Met drie van deze knopjes kunnen we het OSD van het scherm besturen terwijl we met de andere knopjes snel toegang krijgen tot de meest belangrijke functies. Helaas voelen de knopjes een beetje goedkoop aan. Wanneer iemand me zou vertellen dat de knopjes ook gebruikt worden in een 15-inch LCD van € 200,- zou ik het direct geloven.

De knopjes van het HP L2335-scherm
Wanneer we ons blik verleggen van de knopjes naar het OSD zien we dat deze alle opties herbergt die belangrijk zijn. Onder andere het contrast, de helderheid en de kleurtemperatuur zijn instelbaar. De kleurtemperatuur is in te stellen via een paar standaard profielen en daarnaast kan de intensiteit van de primaire kleuren ingesteld worden op basis van een percentage. Hiermee kan in principe elke kleurtemperatuur ingesteld worden, maar de mogelijkheid om bijvoorbeeld te werken in Kelvin zou een handige toevoeging zijn geweest.
Een andere optie die de moeite van het vermelden waard is, is de mogelijkheid de automatische interpolatie aan te passen of uit te zetten. Het scherm ondersteunt een drietal verschillen modi. Standaard staat het scherm ingesteld om het invoersignaal uit te rekken over het volledige scherm, onafhankelijke van de oorspronkelijke beeldverhouding. De tweede optie rekt ook het beeld uit, maar houdt hierbij de oorspronkelijke verhouding in stand. Vooral deze optie is handig aangezien er helaas verschillende applicaties zullen zijn die niet overweg kunnen met een 16:10 resolutie. Wanneer nu een applicatie gedraaid wordt die een 4:3 beeld produceert zal aan de linker- en rechterkant van het scherm een zwarte balk verschijnen. De laatste optie die we in het menu vinden is om de interpolatie uit te zetten. Bij lage resoluties betekent dit wel dat een groot deel van het scherm zwart zal blijven, maar hier staat een optimale scherpte tegenover.

Het OSD van het HP L2335-scherm
De BenQ FP231W
Het tweede scherm dat vandaag aan bod komt is de FP231W van BenQ. Dit scherm maakt gebruik van hetzelfde panel als het HP L2335-scherm en heeft dus logischerwijs in hoofdlijnen dezelfde specificaties. Het scherm heeft kijkhoeken van 176°, een contrastratio van 500:1, een helderheid van 250cd/m² en een responstijd van 16ms. Hoewel het scherm gebruik maakt van hetzelfde panel als de HP L2335 is het prijskaartje van de BenQ FP231W wel circa € 200,- hoger.
Uitpakken
De BenQ FP231W wordt geleverd in een doos die qua formaat bescheidener is dan die van de HP L2335. Desondanks vinden we in het pakket praktisch dezelfde onderdelen als bij HP. In de doos vinden we het scherm zelf, een aantal kabels en een handleiding. Evenals bij HP zien we één kabel voor de stroomvoorziening, één kabel om het scherm analoog aan te sluiten en één kabel om het scherm digitaal aan te sluiten. Hiernaast is nog een een externe voeding, en een USB-kabel aanwezig voor de in het scherm ingebouwde USB-hub.
Het scherm

Evenals HP heeft BenQ gekozen voor een design met zwart en zilverkleurige tinten. Het scherm meet 535x466x248mm (BxHxD) waarbij de diepte van 24,8cm wordt veroorzaakt door de voet. Hoewel het scherm met deze afmetingen niet veel kleiner is dan de HP L2335 ziet de BenQ FP231W er een stuk eleganter uit. Dit is grotendeels te danken aan het feit dat het scherm iets strakker vormgegeven is en er minder ronde vormen aanwezig zijn. Een andere factor die een positieve bijdrage levert aan het uiterlijk van het scherm is de metalen omlijsting rond het panel. De omlijsting lijkt gemaakt te zijn van een magnesiumlegering en biedt ruimte aan een BenQ-logo en een LED'je die aangeeft of het scherm aanstaat. De knopjes voor onder andere de aansturing van het OSD zijn keurig uit het zicht weggewerkt aan de zijkant van het scherm.

De knopjes zijn weggewerkt aan de zijkant van het scherm
Wanneer we ons blik verleggen naar de voet van het scherm zien we dat de BenQ FP231W ook hier de HP L2335 de baas is. Evenals het HP-scherm is de BenQ FP231W in hoogte verstelbaar, naar links en recht roteerbaar en kantelbaar. Het scherm is niet te gebruiken in pivotstand, maar BenQ lijkt wel wat meer aandacht geschonken te hebben aan het design. De monitorvoet is niet simpelweg een zwarte paal, maar het gebruik van twee kleuren en het toevoegen van een logo maakt het geheel net iets minder saai. Hierbij komt dat de FP231W wel is uitgerust met een clipje om de kabels netjes mee weg te kunnen werken.

De achterkant van het BenQ FP231W-scherm
Zoals hierboven al vermeld is het FP231W-scherm net een stukje kleiner dan de HP L2335. Dit komt terug in de omlijsting van het scherm. De rand om het FP231W-scherm is iets minder dan 2cm breed waarmee de BenQ FP231W eigenlijk het enige 23-inch scherm is dat echt geschikt is om te gebruiken in een multi-monitoropstelling. De schermen van Philips en LG zijn namelijk nog breder dan zowel de HP L2335 en de BenQ FP231W zoals we zullen zien op de volgende pagina's.

Een close-up van de omlijsting van het scherm en het BenQ-logo
Aangezien de knopjes voor het OSD bij de BenQ FP231W gepositioneerd zijn aan de zijkant van het scherm vereist het enige oefening om vlot met het OSD te kunnen werken. Wanneer je dit onder de knie hebt doet het OSD niet onder aan die van de HP L2335. Ook BenQ biedt de mogelijkheid het contrast, de helderheid, de kleurtemperatuur en de interpolatie in te stellen. BenQ biedt echter niks meer dan HP, dus ook hier is bijvoorbeeld de kleurentemperatuur niet in te stellen uitgedrukt in Kelvin.

Het OSD van het BenQ FP231W-scherm
Een extra van het BenQ-scherm boven het HP-scherm is de aanwezigheid van een ingebouwde USB-hub. Veel computers hebben vandaag de dag al USB-aansluitingen aan de voorkant van de behuizing, maar indien je een behuizing bezit zonder USB-aansluitingen aan de voorkant of wanneer de kast op een lastig bereikbare plaats staat is de USB-hub een handige toevoeging. Daarnaast maakt de USB-hub het mogelijk om gebruik te maken van de optionele webcam van BenQ. Voor dit doel is een USB-aansluiting aanwezig aan de bovenkant van het scherm waar de webcam opgezet kan worden.
De Philips 230W5
Het derde scherm dat de revue passeert in deze review is de Brilliance 230W5 van Phlips. Ook dit scherm maakt gebruik van hetzelfde panel als de HP L2335 en de BenQ FP231W. Gezien het feit dat LG.Philips de panels produceert komt dit niet geheel als een verrassing. Hoewel de Brilliance 230W5 gebruik maakt van hetzelfde panel als HP en BenQ staat de prijs van dit scherm nog een stapje hoger op de ladder. Waar de HP L2335 circa € 1.600,- kost en de BenQ FP231W circa € 1.800,- moet voor de Brilliance 230W5 net iets minder dan 2.000 keiharde Europese euro's neergeteld worden.
Uitpakken
De Philips 230W5 wordt geleverd in een redelijk bescheiden doos, zover dat mogelijk is met een 23-inch scherm. Aanwezig zijn de gebruikelijke onderdelen: uiteraard het scherm zelf, een handleiding, een cd en een lading kabels. In de doos vinden we één kabel om het scherm van stroom te voorzien, twee kabels om het beeld op het scherm te kunnen toveren (digitaal en analoog), een audiokabel voor de ingebouwde speakers, en een USB-kabel voor de ingebouwde USB-hub en 6-in-1 cardreader.
Het scherm

Zoals te zien is op bovenstaande foto is het verschil tussen het design van de vorige twee schermen en de Philips 230W5 relatief groot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een ander type voet en de intergratie van een tweetal speakers in het scherm. In tegenstelling tot de HP L2335 en de BenQ FP231W is de Philips 230W5 niet in hoogte verstelbaar en niet te gebruiken in pivotstand. Hier staat tegenover dat het scherm bijna 360 graden rond gedraaid kan worden. Dit kan handig zijn als het scherm op een bureau staat en je wilt bijvoorbeeld een klant laten zien wat op het scherm staat.
Een ander belangrijk pluspunt van dit type voet is het uiterlijk. Doordat het scherm niet meer in hoogte verstelbaar is de noodzaak tot een lompe paal achter het scherm verdwenen. Hoewel het er leuk uitziet is het vanuit een ergonomisch oogpunt minder fijn. Bij de door de Arbo-dienst aanbevolen werkhouding is de bovenkant van het beeldscherm ingesteld op ooghoogte. Tenzij je een weggelopen hobbit uit the Lord of the Rings bent is de kans niet groot dat dit het geval is wanneer je achter de Philips 230W5 zit. Een mogelijk oplossing is het plaatsen van een boek onder het scherm, maar dat is toch enigszins een brakke oplossing bij een scherm van krap 2000 euro.

De achterkant van het Philips 230W5-scherm
Het tweede grote verschil tussen de vorige schermen en de Philips 230W5 zijn de geïntegreerde speakers. Als enige fabrikant in deze vergelijking heeft Philips ervoor gekozen om hun high-end LCD-monitor uit te rusten met een tweetal speakertjes. Voor geïntegreerde speaker begrippen produceren ze best een aardig geluid, maar echt veel stelt het natuurlijk niet voor. Persoonlijk vind ik de geïntegreerde speakers niet storend in het design van het scherm, maar nuttig is anders. De reden dat Philips heeft besloten speakers te integreren in het scherm is waarschijnlijk het feit dat het scherm door Philips gepositioneerd wordt in de zakelijke markt. Mensen die zich bijvoorbeeld bezig houden met CAD/CAM of actief zijn in de financiële wereld hebben genoeg aan een paar kleine speakers voor Windows-beepjes en dergelijke. Tweakers die het scherm zullen inzetten als een high-end desktopmonitor zullen er echter niet op zitten te wachten.

De geïntegreerde speakers van het scherm
Naast de geïntegreerde speakers heeft Philips er ook voor gekozen om het scherm uit te rusten met een ingebouwde USB-hub en een 6-in-1 cardreader. Een ingebouwde USB-hub is in mijn ogen altijd een handige toevoeging, maar het nut van een 6-in-1 cardreader vind ik enigszins dubieus. Het kan ongetwijfeld handig zijn voor mensen die zich bezig houden met digitale fotografie, maar welke zakelijke gebruiker heeft het nodig? Daarbij komt dat verschillende geheugenstandaarden in rap tempo op de markt verschijnen en de toegevoegde waarde van de 6-in-1 cardreader op deze manier in hetzelfde tempo afneemt. Mijn inziens is een vervangbare losse cardreader een betere optie dan een cardreader die geïntegreerd is in een peperduur scherm.

De card reader van het scherm (normaal verborgen onder een klepje)
De geïntegreerde USB-hub maakt niet alleen een aantal USB-aansluitingen en een 6-in-1 card reader mogelijk, maar het biedt ook de mogelijkheid om het scherm te beheren via het netwerk. De thuisgebruiker zal zich hiervoor niet kunnen interesseren, maar in een groot bedrijf kan het wel handig zijn voor het systeembeheer. De software die dit mogelijk maakt is overigens nog niet uitgebracht door Philips, dat staat later dit jaar op de agenda. Wat betreft de software binnenin het scherm zien we hetzelfde als bij BenQ en HP. Het Philips-scherm kan niks minder, maar ook niks meer dan de BenQ FP231W of de HP L2335.

Het OSD van het Philips 230W5-scherm
De LG 2320A
Het laatste scherm dat we vandaag bespreken is de LG 2320A. Dit scherm is nog gebaseerd op de eerste generatie 23-inch panels uit de fabrieken van LG.Philips in tegenstelling tot de overige schermen die gebruik maken van de tweede generatie 23-inch panels. Het resultaat hiervan is dat de LG 2320A niet helemaal mee kan komen met de specificaties van de concurrentie. Het grootste verschil is een responstijd van 25ms in plaats van 16ms, maar ook de contrastratio en de helderheid zijn een stapje terug. Het LG-scherm moet het doen met een contrastratio van 400:1 en een helderheid van 220cd/m² terwijl de overige schermen respectievelijk 500:1 en 250cd/m² noteren. Dit betekend echter niet dat het scherm goedkoper is dan de voorgaande drie schermen. De LG 2320A is zelfs het duurste scherm van deze vergelijking met een prijskaartje van ruim 2.300 euro.
Uitpakken
Het scherm van LG wordt zonder twijfel geleverd in de grootste doos. Gelukkig heeft men deze extra ruimte niet alleen gevuld met piepschuim, maar ook met een flink aantal extra kabels en componenten. In de doos vinden we niet alleen de gebruikelijke spullen zoals het scherm, de handleiding, software en verschillende kabels, maar ook de zogenaamde Mediastation en een afstandsbediening. Ook wat betreft kabels is het LG 2320A-scherm goed bedeeld. Aanwezig zijn kabels voor de stroomvoorziening en de verbinding met de pc (analoog en digitaal). Daarnaast vinden we in de doos kabels om het scherm met video-apparatuur te kunnen verbinden. Aanwezig is onder andere een composietkabel en een Scart naar S-Video-kabel (inclusief twee audio-uitgangen).
De Mediastation
Voordat we het scherm bespreken richten we onze aandacht eerst op de Mediastation. De Mediastation is een handig klein kastje met een groot aantal video- en audio-aansluitingen waarop alle apparaten die gebruik moeten maken van het scherm kunnen worden aangesloten. Tussen het scherm zelf en de Mediastation loopt slechts één kabel die tevens zorgt voor de stroomtoevoer naar het scherm. De voeding van het scherm is namelijk ook geïntegreerd in de Mediastation.

De voor- en zijkant van de Mediastation
De Mediastation heeft een groot aantal ingangen. Aanwezig is een D-Sub-, een DVI-I en een DVI-D-aansluiting. Verder vinden we een composietaansluiting en een S-Video-aansluiting. Tot nu toe nog niks bijzonders. Exotischer zijn de twee zogenaamde ingangen voor een componentsignaal. Deze ingangen kunnen gebruikt worden om een DVD-speler of een HDTV-tuner aan te sluiten die een YPbPr-signaal uitspugen. Hierbij kan de DVD-ingang 480i- en 576i-signalen verwerken en de HDTV-ingang 720p- en 1080i-signalen. Het eerder in deze review besproken HP-scherm heeft overigens ook de mogelijkheid tot het aansluiten van apparaten met een componentuitgang met een maximale resolutie van 1080i. Een heel groot nadeel van de Mediastation is het feit dat digitale DVI-signalen gelimiteerd zijn op een resolutie van 1280x1024 waardoor het scherm eigenlijk alleen zinnig aan te sluiten is via een analoge verbinding. De impact hiervan bespreken we op de komende pagina's.
Naast alle video-ingangen bezit de Mediastation ook nog eens een viertal audio-ingangen en één audio-uitgang. Het is niet zo dat deze ingangen wezenlijk verschillend zijn, maar bij verschillende video-aansluitingen horen verschillende audio-aansluitingen. Het binnen gekomen signaal wordt door een dsp-chip gehaald en versterkt waarbij eventueel enkele bewerkingen op het geluid losgelaten kunnen worden. De hoeveelheid hoge en lage tonen kan geregeld worden evenals de helderheid en de scherpte van het geluid. Dit signaal wordt vervolgens doorgestuurd naar de audio-uitgang aan de achterkant van de Mediastation. Het klinkt leuk, alleen jammer dat de meeste mensen vandaag de dag 4.1, 5.1 of zelfs 7.1 speakersets gebruiken. Nuttiger is het feit dat het geluid ook doorgestuurd wordt naar een koptelefoonaansluiting aan de achterkant van het beeldscherm. De laatste aansluiting die we vinden is een USB-aansluiting voor de in het scherm geïntegreerde USB-hub.

De aansluitingen aan de achterkant vande Mediastation
Het scherm

Als enige fabrikant in deze vergelijking heeft LG gekozen voor een design met een flink stuk zwart aan de voorkant van het scherm. Alleen de onderste rand van het scherm waar we de verschillende knoppen vinden is aluminiumkleurig en de voet heeft een glimmende chroomcoating. Het design van LG-scherm doet denken aan het op de vorige pagina besproken Philips-scherm. Ook de LG 2320A heeft een ronde voet met een niet in hoogte verstelbaar scherm. Verschil met Philips is het feit dat de LG 2320A geen draaibare voet heeft en een bredere rand om het scherm. Daarnaast zijn bijna alle knopjes keurig weggewerkt aan de onderkant van het scherm. Alleen de aan/uitknop is te vinden aan de voorkant van het scherm samen met de infraroodontvanger voor de meegeleverde afstandsbediening (waarover later meer). De aan/uitknop wordt omgeven door een blauwe gloed wanneer het scherm aan staat en oranje wanneer het scherm in de standby staat.

De aan/uitknop van het scherm met aan de rechterkant de infraroodontvanger
Dankzij de Mediastation is het scherm zelf redelijk slank gebleven. De achterkant van het scherm is licht gebogen en wordt nergens onderbroken door kabelaansluitingen of grote roosters voor de koeling van het scherm. Er loopt slechts één kabel van de onderkant van het scherm naar de Mediastation die alle functies voor zijn rekening neemt. Wanneer deze kabel kapot zou gaan heb je een flink probleem aangezien het allereerst geen standaard kabel is en daarnaast zit de kabel vast aan het scherm. Aan de achterkant van het scherm vinden we verder een tweetal USB-aansluitingen en één aansluiting voor een koptelefoon. Persoonlijk zou ik aansluitingen aan de zijkant van het scherm een stuk handiger vinden aangezien je er nu niet gemakkelijke even een USB-pendrive of iets dergelijks in kan prikken. Vanuit een esthetisch oogpunt is het echter geen verkeerde zet van LG.

De achterkant van het scherm met de USB- en koptelefoonaansluitingen
Wanneer we kijken naar het OSD van de LG 2320A valt op dat deze een aantal extra's biedt bovenop de mogelijkheden die HP, BenQ en Philips bieden. Het scherm ondersteunt namelijk niet alleen PIP (Picture In Picture), maar ook POP (Picture Out Picture) waardoor het scherm een groot scala aan opties heeft om twee videobronnen tegelijkertijd te vertonen. Verder ondersteunt de LG 2320A een extra interpolatie optie waarbij een 4:3-beeld slim uitgerekt kan worden over het 16:10-scherm Hierbij wordt het midden van het beeld in de juiste verhoudingen weergegeven en hoe dichter bij de rand van het scherm hoe fouter de beeldverhouding. Het is beter dan niks, maar een soort van superzoom-optie zoals Philips-breedbeeld tv's hebben zou in mijn ogen handiger zijn. Bij superzoom worden de onder- en bovenkant van het 4:3-beeld weggeknipt en wordt het overige beeld uitvergroot weergeven. Ook hierbij kloppen de beeldverhoudingen niet helemaal, maar het is in ieder geval acceptabel.

De knopjes voor de besturing van het scherm zijn keurig weggewerkt

Het OSD van het LG 2320A-scherm met de PIP-opties
Zoals eerder vermeld op deze pagina wordt de LG 2320A vergezeld door een afstandsbediening. Met behulp van de afstandsbediening kunnen we simpel toegang krijgen tot alle functies van het OSD. Daarnaast is de afstandsbediening geschikt om tv's en videorecorders aan te sturen die gebruik maken van de standaard signalen voor de meest voorkomende functies (zenderkeuze, opnemen/afspelen en dergelijke). Een handige toevoeging wanneer je het scherm wilt inzetten voor multimedia doeleinden.

De meegeleverde zapper met in de achtergrond het scherm
Beeldkwaliteit (1)
Testmethodiek
We weten ondertussen hoe de schermen eruit zien, welke features aanwezig zijn en welke specificaties ze hebben, maar hoe is de praktijk? Op deze vraag zullen we in deze sectie van de review een antwoord proberen te geven. We hadden niet de beschikking over professionele testapparatuur om objectieve gegevens zoals de helderheid en kleurenreproductie te meten, maar met behulp van onze eigen ogen en enkele hulpprogramma's komen we ook een heel eind. Speciale programma's die we gebruikt hebben zijn DisplayMate, Nokia Monitor Tester, PixPeran en PassMark MonitorTest. Daarnaast hebben we de schermen getest door het gebruik van standaard Windows-applicaties en verschillende games.
Responstijd
Eén van de belangrijkste eigenschappen van een LCD-scherm is de responstijd. De schermen van HP, BenQ en Philips gebruiken allen hetzelfde panel en kunnen pronken met een responstijd van 16ms. Het scherm van LG is een generatie ouder en moet het doen met 25ms. De 16ms-schermen blijken prima te presteren. Het afspelen van films vormt geen probleem voor deze schermen en ook snelbewegende games worden prima weergegeven. Een klein beetje ghosting is af en toe wel zichtbaar, maar persoonlijk vind ik het niet storend en het staat de gameplay niet in de weg. Bij het scherm van LG is echter meer ghosting zichtbaar zoals de specificaties al doen vermoeden. Het afspelen van films vormt geen probleem voor het scherm, maar snelbewegende games zijn moeilijker voor het scherm om goed weer te geven. Voor de veeleisende gamers is het scherm niet geschikt.
Kleurenreproductie
Het is fijn als het scherm snelbewegende beelden zonder ghosting kan produceren, maar de kwaliteit van de kleurenreproductie is wellicht nog belangrijker. Ook op dit gebied presteren de schermen met de tweede generatie panels gelijkwaardig. Standaard zijn de kleuren niet identiek afgeregeld. Zo is het HP-scherm standaard erg rood en het BenQ-scherm iets te flets. Wanneer we dit bijregelen met het OSD weten alle verschermen een prima plaatje te produceren. De allerlichtste kleurtinten en de allerdonkerste kleurtinten zijn moeilijk te onderscheiden, maar dat is een probleem waarmee alle TFT's en zelfs CRT's vaak mee kampen. Ook het weergeven van kleurovergangen wordt netjes gedaan door de schermen. Soms is er een licht strepenpatroon zichtbaar, maar wanneer we de vergelijking trekken met de 21,3-inch schermen die we enige tijd geleden getest hebben weet alleen het 21,3-inch Eizo-scherm deze prestatie te verbeteren.

Helderheid
De helderheid van de drie schermen met de tweede generatie 23-inch LG.Philips-panels is aanzienlijk hoger dan die van het LG 2320A-scherm. Hoewel het verschil tussen 250cd/m² en 220 cd/m² op papier niet groot is, is het verschil duidelijk zichtbaar wanneer de schermen naast elkaar worden gezet. Zelfs wanneer de helderheid van de nieuwe generatie schermen op 80 procent wordt gezet is het LG-scherm zichtbaar minder helder. Een gevolg hiervan is dat de kleuren van het LG-scherm er ook allen net iets doffer uitzien.
Kijkhoeken
Alle vier de geteste schermen hebben flinke maximale kijkhoeken van 176° (hoewel HP een kijkhoek van 170° opgeeft). Dit is niet slecht, maar desondanks is er een lichte kleurverschuiving zichtbaar in de hoeken wanneer je recht voor het scherm zit met een egale achtergrond. Dit wordt deels veroorzaakt door het formaat van de schermen. Ondanks het feit dat je recht voor de pixels midden in het scherm zit maken je ogen een redelijk grote hoek met de pixels aan de rand van het scherm. Erg storend is het echter niet aangezien het effect onzichtbaar is bij een niet egale achtergrond.
Backlight
Ook een punt wat vooral bij grote LCD-schermen soms voor problemen kan zorgen is de backlight. Hoe groter het scherm, hoe moeilijker het is om deze goed egaal te verlichten. Alle vier de fabrikanten blijken dit aspect goed voor elkaar te hebben. Een perfect egale verlichting is natuurlijk onhaalbaar, maar het is niet zo dat aan de randen van het scherm een flinke hoeveelheid licht weglekt. Dit zou bijvoorbeeld storend kunnen zijn bij het bekijken van video aangezien de hier besproken schermen een beeldverhouding hebben van 16:10 terwijl veel films een verhouding van 16:9 hebben. Gelukkig is dit bij geen van de hier geteste schermen het geval.
Beeldkwaliteit (2)
Dode pixels
Hoe groter een lcd, hoe groter de kans op dode (sub)pixels. Desondanks kon ik geen van de hier geteste schermen betrappen op een foutieve pixels, maar dat is geen garantie dat elk nieuw 23-inch scherm pixelperfect is. De meeste fabrikanten zijn namelijk wel zo handig om schermen zonder dode pixels te selecteren wanneer er een testexemplaar naar een reviewer verstuurd wordt. Het advies dat ik zou willen geven is om een nieuw scherm aan te schaffen bij een winkel met dode pixelgarantie. Dit is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan omdat veel winkels geen garantie willen geven op 23-inch schermen wegens de relatief hoge kans op pixeldefecten. Desondanks zijn er wel een aantal winkels die met garantie op 23-inch schermen, maar de kosten hiervan zijn vaak relatief hoog. De perfecte oplossing kan ik je dus niet bieden.
Interpolatie
Het volgende punt dat we onder de loep genomen hebben is de interpolatie van de schermen. Het blijkt dat alle schermen goede prestaties neerzetten wanneer er geïnterpoleerd moet worden. Scherp is het beeld uiteraard niet, maar het is niet storend slecht. Het spelen van games op lagere resoluties dan 1920x1200 is goed te doen zonder hinderlijke fouten in het beeld. Wel is aan te raden om gebruik te maken van anti-aliasing om zo de negatieve effecten van de interpolatie grotendeels teniet te doen. Een opvallend verschil tussen de schermen is de beeldkwaliteit bij 1600x1200. Deze resolutie zou in principe zonder interpolatie weergegeven kunnen worden gezien het feit dat het scherm zelf een resolutie heeft van 1920x1200, maar HP en BenQ lijken hier anders over te denken. Tekst en dergelijke zijn net iets minder scherp op 1600x1200 dan op 1920x1200 wat er op wijst dat het scherm zijn interpolatie-algoritme loslaat op het binnenkomende signaal. Bij het Philips-scherm is geen zichtbaar verschil in scherpte tussen 1920x1200. Ook bij LG is er geen verschil zichtbaar tussen 1920x1200 en 1600x1200, maar dat heeft wellicht een andere oorzaak dan een slim interpolatie-algoritme. Hierover meer in de onderstaande sectie.

Close-up van de Philips 230W5 met Farcry in 1920x1200 (klik op de foto voor de high-res versie)

Close-up van de Philips 230W5 met Farcry in 1024x768 (klik op de foto voor de high-res versie)
Digitaal versus analoog
Alle beelschermen bieden de keus om deze digitaal aan te sluiten via een DVI-ingang of analoog via een D-Sub aansluiting. Het digitaal aansluiten van de schermen is zonder twijfel aan te bevelen boven het analoog aansluiten. Mijn ervaring is dat bij een resolutie van 1600x1200 een analoge aansluiting praktisch dezelfde beeldkwaliteit kan leveren als een digitale aansluiting in gunstige omstandigheden (goede kabel en videokaart). Bij 1920x1200 beginnen de limieten van de analoge kabel echter erg zichtbaar te worden en is het beeld duidelijk minder scherp dan zijn digitale tegenhanger. Het beeld op het LG 2320A-scherm is dan ook niet zo scherp als bij de overige schermen doordat dit scherm alleen analoog aangesloten kan worden. De DVI-aansluiting van het scherm is namelijk alleen bruikbaar tot en met een resolutie van 1280x1024. Onderstaande foto's laten duidelijk het verschil tussen digitaal en analoog zien op een resolutie van 1920x1200.

Een extreme close-up van een stukje tekst (1920x1200 digitaal)

Een extreme close-up van een stukje tekst (1920x1200 analoog)
Zoals bovenstaande foto's laten zien is het digitaal aansluiten van de schermen aan te raden, maar om dit mogelijk te maken is het wel noodzakelijk om gebruik te maken van een videokaart met een goede DVI-uitgang. De DVI-standaard schrijft namelijk 1600x1200 voor als maximale resolutie voor een single link DVI-kabel. Gelukkig is de standaard voldoende ruim opgezet zodat 1920x1200 nog geen probleem vormt. De voorgeschreven bandbreedte van een DVI-signaal is namelijk 162MHz waarmee gemakkelijk 60x per seconde een 1920x1200-beeld overgestuurd kan worden (1920 maal 1200 maal 60 is 138MHz). Goedkopere videokaarten zullen echter niet altijd uitgerust zijn met een TMDS-transmitter die een bandbreedte van 162MHz aankan. De ATi Radeon 9800 XT, de MSI Radeon X800 Pro en de Leadtek GeForce 6800 GT konden in ieder geval overweg met 1920x1200 via de digitale uitgang.
Geluidsproductie
Het laatste aspect waar we naar gekeken hebben heeft weinig te maken met de beeldkwaliteit, maar is helaas toch relevant. Veel LCD's zijn namelijk uitgerust met een voeding die een zoemend geluid produceert door resonerende spoeltjes. Helaas blijkt dat de hier geteste schermen ook niet allen geruisloos hun werk doen. De hoeveelheid geluid die geproduceerd wordt is echter niet groot waardoor we deze test hebben uitgevoerd met een notebook. Mijn eigen pc overstemt namelijk gemakkelijk het geluid dat de schermen produceren.
De HP L2335 en de Philips 230W5 maken beiden een lichtzoemend geluid. Veel geluid produceren de schermen niet, maar indien je in het bezit bent van een bijzonder stille computer zou het storend kunnen zijn. Ook de externe voeding van de BenQ produceert een heel licht brommend geluid, maar dit is zo weinig dat het alleen hoorbaar is met je je oor tegen de voeding aandrukt. In de praktijk is het scherm dus gewoon stil. De LG 2320A is nog stiller dan de BenQ, de voeding van dit scherm is absoluut onhoorbaar. Hier staat tegenover dat de Mediastation uitgerust is met een klein ventilatortje die eventueel geluid zou kunnen maken. Hier heb ik het apparaat echter nog niet op kunnen betrappen omdat deze ventilator pas in actie komt wanneer de temperatuur te hoog wordt.
Conclusie
Laten we voorop stellen dat alle in deze review besproken schermen bijzonder goed zijn. Betere TFT's zul je niet kunnen vinden in de winkelschappen en CRT's die kunnen concurreren met deze schermen qua formaat en resolutie zijn nooit gemaakt. Desondanks zijn er flinke verschillen in het geteste viertal. De beeldkwaliteit is redelijk uniform, maar qua design, extra's en prijs lopen de schermen flink uiteen.
De HP L2335 is een prima keuze wanneer je op zoek bent naar een functioneel 23-inch LCD-scherm met een goede beeldkwaliteit. Het scherm is in hoogte verstelbaar en daarnaast uitgerust met een groot aantal video-aansluitingen. Dit alles voor het relatief lage bedrag van circa 1.600 euro. De grootste minpunten van de L2335 zijn het middelmatige design en het zoemende geluid dat het scherm produceert. Wanneer je op zoek bent naar een stiller scherm met een beter ogend design is de BenQ FP231W de beste keuze. Hiervoor moet echter wel 200 euro extra neergeteld worden, maar mijn inziens is deze meerprijs gerechtvaardigd. Tevens krijg je een geïntegreerde USB-hub als bonus.
Een stapje hoger in de prijsladder vinden we de Philips Brilliance 230W5. Dit scherm is niet in hoogte verstelbaar, maar zet daar tegenover wel een strak design, geïntegreerde speakers en een 6-in-1 cardreader neer. Persoonlijk vind ik de toegevoegde waarde van deze extra's niet bijster groot en zeker niet opwegen tegen het feit dat het scherm niet in hoogte verstelbaar is. Het ontbreken van deze mogelijkheid is des te opmerkelijker gezien de doelgroep van het scherm. Philips richt het scherm op de zakelijke markt waarbij een ergonomische werkplek mij belangrijker lijkt dat een strak design. Wellicht dat het scherm leuk staat op het bureau van een goed betaalde manager, maar voor zowel high-end thuisgebruik als serieus zakelijk gebruik biedt het scherm in mijn optiek niet de juiste combinatie van features.
Het laatste scherm dat we getest hebben is de LG 2320A. Hoewel dit scherm met een prijskaartje van ruim 2.300 euro het duurste scherm is van het viertal is het in mijn ogen ook het minst aantrekkelijke scherm. Het ontbreken van een fatsoenlijke DVI-aansluiting maakt het scherm direct minder geschikt voor pc-gebruik en de hogere responstijd en de lagere helderheid maken het plaatje niet aantrekkelijker. Het scherm is daarentegen een stuk geschikter om ingezet te worden als multimedia-scherm voor bijvoorbeeld de weergave van HDTV en DVD's. Hoewel de LG 2320A deze taken prima aankan zijn er betere keuzes. Een goedkoper scherm met een geïntegreerde tv-tuner en een lagere resolutie is een slimmer alternatief. Hoewel een resolutie van 1920x1200 mooi klinkt is de harde waarheid dat het waarschijnlijk nog minimaal een aantal jaren zal duren voordat de 1080i HDTV-standaard zal doorbreken. Zelfs videomateriaal in 720p-formaat is in Europa nauwelijks te vinden terwijl deze standaard al een aantal jaar bestaat. Tenzij je het scherm aanschaft om constant HD videodemo's af te spelen is de prijs van de LG 2320A niet te rechtvaardigen.

Dankwoord: deze review kwam tot stand dankzij de medewerking van de onderstaande bedrijven. Met dank aan internetwinkel PC Vergelijk voor de HP L2335, BenQ voor de FP231W, Philips voor de 230W5 en LG Electronics voor de 2320A.