Inleiding
Fabrikanten nodigen ons wel vaker uit om naar China te reizen, zodat ze ons kunnen laten zien hoe vooruitstrevend ze zijn met technologie. Meestal slaan we deze uitnodigingen af. Het kost erg veel tijd en vaak zijn het te veel geregisseerde tentoonstellingen, waarbij we het risico lopen om niet genoeg technische informatie te krijgen. Ook is vaak een tolk nodig als we wel technische mensen te spreken krijgen en of je die te spreken krijgt, weet je niet van tevoren. Dan is het nog zo dat die ene fabrikant die je uitnodigt en ook alles betaalt, natuurlijk vooral zichzelf in een goed daglicht wil stellen. Dat conflicteert meestal met de artikelen die wij willen schrijven.
Toen Oppo ons uitnodigde om het hoofdkwartier in China te komen bekijken, moesten we daar dus goed over nadenken. Het feit dat we ook uitgebreid mochten rondsnuffelen in de fabriek en het productieproces van dichtbij konden bekijken, was voor ons echter een goede reden om op het vliegtuig te stappen. De meeste smartphonefabrikanten zijn daar minder happig op. Voor wie als smartphoneredacteur bij Tweakers zoveel met een productgroep bezig is, is het erg interessant en leerzaam om een kijkje in de keuken te nemen. Ik vloog dan ook, met onze huisvideograaf Mark van der Kruit, naar Shenzhen. Daar zit Oppo's hoofdkantoor en iets ten noorden daarvan, in Dongguan, de Oppo-Campus met daarbij de fabriek.
Hierboven kun je het resultaat bekijken in de vorm van een videoreportage en op de volgende pagina's doen we verslag van ons bezoek aan de Oppo-campus. Natuurlijk wilden we simpelweg weten hoe een smartphone in elkaar wordt gezet en bijvoorbeeld hoe deze wordt getest, maar we zijn ook op zoek gegaan naar een antwoord op de vraag hoe het is om in zo'n fabriek te werken. Hoeveel mensenhanden komen er eigenlijk nog aan te pas om een smartphone te maken?
Context - Shenzhen en zijn arbeidsethos
Als je het over technologie hebt en China, kun je niet om Shenzhen heen. Veruit de meeste Chinese technologiebedrijven zitten in die stad. De goedkope gadgets die je bij je favoriete Chinese webshop bestelt, komen er vaak vandaan, maar ook high-end elektronica wordt er gemaakt. Als je Shenzhen binnenkomt, kan het wat grauw en saai overkomen. Er staan enorme woontorens, waarin iedereen eenzelfde soort appartementje heeft, en hypermoderne wolkenkrabbers met daarin bedrijven. Er is ook laagbouw met wat oudere straatjes en steegjes, maar deze ogen vaak wat groezelig. Dit is duidelijk geen standaard vakantiebestemming; Shenzhen is dan ook een echte werkstad.
Om te snappen hoe Shenzhen het technologische hart van China is geworden, moeten we een paar decennia terug in de tijd. Deng Xiaoping kwam in 1978 aan de macht en wilde de Chinese economie hervormen. In 1979 stelde hij, in het communistische China, vier zones open voor onbeperkte buitenlandse investeringen, een vrije markteconomie en daarmee natuurlijk het kapitalisme. Shenzhen, in die tijd een klein stadje waar de bevolking rondkwam van de visserij, was een van die zones.
Technologiebedrijven van omliggende economische grootmachten als Taiwan en Hongkong roken hun kans en openden vestigingen in Shenzhen, met als voornaamste reden dat het een bijna onuitputtelijke bron aan goedkope arbeidskrachten was. Sindsdien is de vaste bevolking met meer dan zesduizend procent gegroeid tot officieel twaalf miljoen. Het werkelijke aantal inwoners wordt echter geschat op twintig miljoen, als de ongeregistreerde immigrantenbevolking wordt meegeteld. De stad was in het laatste decennium van de vorige eeuw en het eerste van deze eeuw een van de snelst groeiende steden ter wereld. Tot op de dag van vandaag komen Chinezen uit heel China naar Shenzhen om geld te verdienen en daarna veelal terug te gaan naar hun geboorteplaats om een gezin te stichten. De gemiddelde leeftijd ligt in Shenzhen dan ook onder de dertig.
Ook het Taiwanese Foxconn vestigde zich bijvoorbeeld in Shenzhen. Honderdduizenden Chinezen werken of werkten er aan de iPhones van Apple en bijvoorbeeld de spelconsoles van Nintendo, Sony en Microsoft. Dat economische groei soms gepaard gaat met stevige groeipijnen, bleek onder meer rond 2010. Toen sprongen, naar verluidt onder druk van zware werkomstandigheden, lage lonen en lange werkdagen, meerdere werknemers van het dak van een van de gebouwen op het Longhua Science and Technology Park, ook wel Foxconn City genoemd.
De Oppo-campus met de smartphonefabriek waar wij waren, bevindt zich op ongeveer een uur westwaarts rijden van die campus. Door alle horrorverhalen van toen waren we extra benieuwd wat we in de fabriek zouden aantreffen. Niet dat we dat soort omstandigheden ook hier verwachtten, want hopelijk was het Foxconn van die tijd een negatieve uitzondering.
/i/2002371667.jpeg?f=imagenormal)
Aan de arbeid
De lonen zijn in de afgelopen jaren behoorlijk gestegen in Shenzhen, maar de werkdagen zijn over het algemeen nog altijd lang, hoorden we van een Oppo-medewerker. Een term die veel gebruikt wordt om een werkweek aan te duiden is 996. Dat staat voor werken van negen tot negen, zes dagen per week. In drukke tijden wordt eens in de maand bijvoorbeeld ook nog op zondag gewerkt. Verder zijn vrije dagen schaars. Wel zijn er een aantal feestdagen waarop de meesten vrij zijn, al moet een deel van die dagen vaak weer worden gecompenseerd door in het weekend te werken.
De Oppo-medewerker schetste dit beeld om te illustreren hoe hard er wordt gewerkt in Shenzhen. Het zal niet altijd en voor elk bedrijf gelden, maar uitzonderlijk is het niet. Ook kregen we niet de indruk dat het werd ervaren als iets slechts en er een trots heerst op deze werkmentaliteit. Zonder daar een oordeel over te willen vellen, vonden we het interessant om het contrast met Nederland te zien. Wij konden ons maar moeilijk voorstellen dat zo'n groot deel van het leven om werk draait.
In de Oppo-smartphonefabriek waar we werden rondgeleid, wordt in tijden dat er meer orders op de plank liggen, inderdaad overgewerkt. In andere tijden wordt gewoon acht uur per dag gewerkt. 's Morgens krijgen werknemers tien minuten pauze, aan het begin van de middag krijgen ze een half uur om te lunchen en als er wordt overgewerkt, krijgen de arbeiders een half uur voor het avondeten.
In de fabriek viel ons verder op dat de werknemers bijna niet met elkaar praten en geconcentreerd hun taak uitvoeren. De meeste taken zijn dan ook zodanig dat concentratie belangrijk is, voornamelijk vanwege de snelheid en precisie waarmee de handelingen moeten worden uitgevoerd, hoewel de meeste taken behoorlijk repetitief zijn. We kregen een gevoel van respect voor deze harde werkers en hoe strak Oppo alles voor elkaar heeft.
Fabrieksarbeiders, die soms in hun pauze even een dutje doen om daarna weer fris aan de slag te kunnen
SMT Center - Moederbordjes maken
De Oppo-campus ziet er hagelnieuw uit en doet enigszins denken aan de oude Apple-campus in Cupertino. De gebouwen zijn strak vormgegeven, bestaan voor een groot deel uit glas, en er zijn ook plekken waar veel groen is aangeplant. Best fijn, want de vijftien- tot twintigduizend mensen die hier werken, wonen hier ook in appartementen. Er zijn restaurants, winkels, kinderdagverblijven en ook plekken voor vrijetijdsbesteding, zoals voetbal- en badmintonveldjes, en een bibliotheek. In principe hoeven de werknemers de campus nooit af. Als de arbeiders oudere kinderen hebben, moeten die wel van het terrein af, want er zijn geen scholen. De appartementen worden verdeeld op basis van gezinssamenstelling.
Vlnr: vier moederbordjes aan elkaar, de sluis met luchtkanonnen, de rollen met componenten
Ook binnen in de fabriek blijft het moderne beeld overeind. Interessant aan deze fabriek in Shenzhen is dat hier in het SMT Center ook eigen moederborden worden geproduceerd. Voordat we hier naar binnen mogen, krijgen we een jas en een petje aangemeten, en moeten we door een sluis. In deze sluis worden we met luchtkanonnen beschoten om het stof van ons af te blazen. Dat is logisch, want een ruimte waarin je printplaten produceert, moet zo stofvrij mogelijk zijn.
Smt staat voor surface mount technology. Printplaten van smartphones worden volgens deze technologie met componenten bekleed. De voorganger van smt is through the hole technology, maar deze oudere technologie is bij smartphonemoederborden niet van toepassing. Bij smt worden componenten boven op het moederbord gezet, voor het grootste gedeelte machinaal.
Oppo heeft 38 productielijnen om moederborden te maken. Toen wij er waren, werd de RX17 geproduceerd. Het begint bij zo'n lijn met vier lege printplaten die aan elkaar zitten. Dat is om het proces te versnellen. In eerste instantie wordt soldeerpasta aangebracht op de platen, op de plekken waar de verschillende onderdelen later worden geplaatst.
Dat veel in een smartphonefabriek om controle draait, wordt meteen duidelijk, want de printplaten worden eerst gecheckt door een machine. Dan komen ze langs vele rijen met rollen. Op deze rollen zitten de componenten, zoals condensators, weerstanden, connectors en ook afdekplaatjes. Dit deel is volledig geautomatiseerd, behalve dan het vernieuwen van de rollen als deze opraken. Als de componenten er allemaal op zitten, worden de printplaten in de reflow-oven geschoven om ze definitief vast te solderen.
Vervolgens vindt weer een machinale controle plaats. Uiteraard wordt gecheckt of alle componenten op de goede plek zitten en of ze goed bevestigd zijn. Daarna worden de printplaten ook nog door een medewerker gecontroleerd. Vervolgens worden de goed beoordeelde moederborden met een lift naar de assemblagelijn gebracht.
Aan het maken van de moederborden komen weinig mensenhanden te pas. De werknemers op deze afdeling hebben voornamelijk controle als taak. De Oppo-medewerker die ons rondleidde, vertelde dat dit nog niet zo lang het geval is en dat een behoorlijk deel van dit proces tot voor kort nog handmatig gebeurde. Wat we hier gezien hebben, zal dan ook niet in elke smartphonefabriek al op deze manier gebeuren; de Oppo-fabriek is behoorlijk nieuw en voorzien van nieuwe technologie.
Vlnr: afdekplaatjes op een rol, de moederbordjes worden nog eens gecheckt, een connector op een rol
Assemblage - Een orgie van onderdelen
Zelfs de grote smartphonemakers van deze wereld, zoals Apple en Samsung, maken niet alle componenten zelf. Zo gebruiken de meeste fabrikanten camerasensors van Sony, hebben veel Android-telefoons een soc van Qualcomm en stopt Apple Intel-modems en Samsung-schermen in iPhones. Ook Oppo scharrelt overal onderdelen vandaan en die worden in elkaar gezet bij de assemblagelijn.
/i/2002371653.jpeg?f=imagenormal)
Een van de assemblagelijnen
Als je hier binnenkomt, valt op dat hier veel meer mensen geconcentreerd aan het werk zijn dan bij de moederborden. Toch gebeurt ook hier het meeste met machines. Hoewel het lijkt alsof de mens de machine continu controleert, checkt de ene machine het werk van de andere ook nog eens. Sommige stapjes in de assemblage worden nog altijd met de hand gedaan. Zo worden bepaalde kabeltjes en antennes nog door de werknemers ingelegd en aangesloten.
Aan het begin van de band zien we de lege huls. De behuizing van het toestel gaat in de machine, wordt gecontroleerd met een laser en de reis kan beginnen. Flatcables en kleine componenten worden machinaal in de behuizing geplaatst met zuignapjes. Twee stappen die bij de RX17 nog door mensen worden gedaan, zijn het plaatsen van de frontcameralens en het plaatsen van de vingerafdrukscanner onder het scherm. Veel handwerktaken worden in combinatie met de machine uitgevoerd. De mens wordt bijvoorbeeld geholpen door lijmmachines en op een bepaald punt in de lijn 'geeft' een machine toestellen aan. Als de werknemer ermee klaar is, legt deze het toestel terug, waarna de machine het doorgeeft aan de volgende machine in de assemblagelijn.
Sommige componenten en kabels worden handmatig aangesloten
Als de werkzaamheden aan het scherm aan de ene kant van de lijn en die aan de behuizing aan de andere kant van de lijn klaar zijn, worden de twee samengevoegd. Het scherm wordt geactiveerd en gecheckt, zonder dat er nog een accu in het toestel zit. Dit begint erop te lijken. Grote afwezige tot nu toe is het moederbord. Als het toestel met het scherm naar beneden in een geel hoesje is gelegd, plaatsen arbeiders het moederbord en sluiten ze wat kabels aan. Dan plaatst een pick-and-placemachine de cameramodule en worden de diverse onderdelen machinaal vastgeschroefd.
Dan pas is de accu aan de beurt. Ook dat gebeurt weer machinaal met behulp van zuignappen. De kabel van de accu wordt weer aangesloten door een medewerker. Als de smartphone aangaat, is het avontuur tot op dat punt geslaagd en mag de backcover aanrukken. Die wordt met behulp van een keurig lijmlaagje op het toestel gedrukt. Dan wordt het geheel machinaal goed aangedrukt.
De smartphone is bijna af (links), flatcables worden machinaal in de behuizing gelegd
De smartphone lijkt klaar, maar dat is hij nog lang niet. In de volgende rij machines worden onder meer het aanraakscherm en de camera uitgebreid getest, maar ook gekalibreerd. Als alles goed bevonden is, worden de screenprotector en stickers met het imei-nummer op het toestel geplakt, en gaan de smartphones in beschermhoesjes in grote bakken naar de verpakafdeling.
Met de 26 assemblagelijnen in de fabriek in Shenzhen, aan elk waarvan 36 arbeiders tegelijk werken, kan Oppo 311 smartphones per minuut produceren.
Kalibratie (linker twee foto's), de smartphone is klaar
Kwaliteitstests - Klamme handen en een harde kont
Na de assemblage en het verpakken zou je misschien denken dat de smartphones de vrachtwagen in kunnen, maar dat is niet het geval. Een op de 3000 toestellen wordt eruit gepikt en onderworpen aan een reeks kwaliteitstests. Bij sommige van deze tests mag het toestel schade oplopen, maar mag er functioneel nadien niets mis zijn. Als dat wel zo is, wordt volgens Oppo uitgebreid onderzocht wat er is misgegaan is en wordt het productieproces of zelfs het ontwerp erop aangepast.
Er worden veel meer tests gedaan dan ik had verwacht. Volgens Oppo zijn het er 150, al worden dan verschillende tests per machine of testopstelling geteld. Het is in elk geval ondoenlijk om ze allemaal te omschrijven, maar hier volgt een selectie.
Vallen, drukken en weer checken
Een valtest was natuurlijk te verwachten, maar er zijn er eigenlijk drie. Zo is er een microdroptest. Deze draait erom dat de toestellen een herhaalde val van kleine hoogte moeten overleven. Daarvoor worden de smartphones 42.000 keer op verschillende kanten van zeven centimeter hoogte losgelaten, met al die keren een harde ondergrond als eindhalte. Ook is er een tuimelmachine die met de smartphone erin 75 rondjes draait, waardoor de telefoon in totaal 150 keer van een meter hoogte op hard metaal valt. Dat is een vrij lawaaiige test overigens.
Vlnr: de tuimelmachine, de microdroptest, het aanraakscherm wordt getest, de smartphone valt nogmaals
Een valtest zoals ik die zelf beter ken, doet Oppo ook. Daarbij valt de telefoon eerst vanaf een meter hoogte op alle zes de kanten, alle acht hoeken en twaalf randen twee keer op een stenen plaat. Als dat succesvol is, gebeurt het ook nog van anderhalve meter hoogte. Na elke val checkt een medewerker of het toestel nog helemaal werkt. Zo trekt iemand met zijn vinger lijnen over het scherm om het aanraakscherm te checken.
Knoppen staan erom bekend dat ze het na vele keren indrukken weleens begeven. Denk aan de vele iPhone-eigenaren met een softwarematige homeknop, omdat de fysieke variant het heeft begeven. In het testcentrum wordt elke knop op het toestel honderdduizend keer ingedrukt met een kilogram aan kracht. Als je elke dag een knop vijftig keer zou indrukken, duurt het ongeveer zes jaar voordat je op de honderdduizend zit, dus dat is veel wat ons betreft. We kunnen natuurlijk niet zelf tellen hoe vaak Oppo dit doet, dus moeten we vertrouwen op de cijfers die de fabrikant ons geeft.
De toestellen worden ook nog machinaal getordeerd, de usb-c-poort krijgt een uitgebreide stresstest en er vinden ook tests plaats met laadkabels, die heen en weer gewiegd worden met een gewicht aan de onderkant.
Vlnr: de smartphone wordt getordeerd, de usb-c-poort krijgt een stresstest, de knoppentest, de kabels worden getest met behulp van gewichten
Hete, zweterige handen
Natuurlijk zijn er ook tests met water. Niet elk toestel is even waterdicht, dus de tests zijn daarvan afhankelijk. Bij de regentest kan bijvoorbeeld worden getest op een ipx2-rating. Dat houdt in dat er zestig liter water verdeeld over een uur over het toestel wordt gedruppeld. De smartphone wordt dan in een hoek van 75 graden gehouden bij alle vier de zijden. Het toestel wordt dan geverifieerd, maar wordt vervolgens ook nog drie dagen te drogen gelegd. Daarna wordt het uit elkaar gehaald om te zien of er corrosie heeft plaatsgevonden.
Om een vochtig en warm kustklimaat na te bootsen, wordt er zoute spray op de smartphones losgelaten bij een temperatuur van 55 graden. Ook worden de toestellen 500 uur lang in 85 graden gelegd. Een test die we niet hadden zien aankomen, is de zogeheten zweettest, die dient om te testen hoe een toestel reageert op zweterige handen. Gelukkig wordt dat gedaan met kunstmatig zweet. Een doek wordt in het zweet gedrenkt en om de smartphones heen gevouwen bij 55 graden en gedurende 48 uur.
Zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar een laatste praktijkgerichte test willen we je niet onthouden. Als je jouw smartphone in je achterzak draagt, zul je vast weleens op het ding zijn gaan zitten. Ook daar is een test voor. Eerst wordt de smartphone in verschillende soorten stof verpakt en strak getrokken. Daarna komt herhaaldelijk een harde, kunstmatige kont naar beneden om flinke druk op de smartphone uit te oefenen.
/i/2002371779.jpeg?f=imagenormal)
De regentest
Tot slot
We hebben geen spijt van deze lange trip. Het is leerzaam en vooral interessant om te zien hoe een smartphone in de praktijk wordt gemaakt. Zelf hadden we er een beeld van dat deels klopte, maar vooral toch onvolledig bleek. Zo komt er veel meer controle en kalibratie aan te pas dan we vooraf dachten. Daarnaast is het niet mogelijk om elk stapje dat moet worden genomen, zelf te bedenken. Ook is het boeiend om te zien waar er nog mensen aan te pas komen en hoeveel dat er zijn, om een smartphone te smeden. Het is goed om te beseffen hoeveel noeste arbeid erbij komt kijken.
De werknemers die in de fabriek werken, lijken bijzonder efficiënt en geconcentreerd. Dat is best knap als je bedenkt hoe repetitief het werk is en hoe lang ze soms moeten werken. Doordat het ons niet fijn lijkt om dit werk te doen, hebben we veel respect gekregen voor de medewerkers. Toch kregen we niet de indruk dat deze mensen slecht worden behandeld. Het alternatief voor dit werk is vermoedelijk simpelweg minder aanlokkelijk, dus we kunnen ons voorstellen dat de meeste arbeiders simpelweg zo snel mogelijk relatief veel geld proberen te verdienen en dan bijvoorbeeld teruggaan naar hun geboortegrond. Dat blijkt ook wel uit de demografische gegevens.
Shenzhen is indrukwekkend om te zien. De schaal van wat hier wordt geproduceerd, is moeilijk voor te stellen. Wie weet keren we nog eens terug om andere aspecten van dit technologische hart van China uit te diepen. Naast bijvoorbeeld Silicon Valley is dit immers op technologisch vlak een van de meest interessante plekken op de wereld.
Chinese meisjes bekijken een selfie (links), de frontcamera wordt getest (rechts)