Door Caroline Schröder

'Sommige rechters hebben een zeker dedain voor internet'

02-09-2006 • 10:31

53

Singlepage-opmaak

Interview met Christiaan Alberdingk Thijm

Zes jaar geleden startte advocaat Christiaan Alberdingk Thijm het eerste advocatenkantoor in Nederland dat zich volledig richt op digitale media. Sindsdien is hij toonaangevend op zijn vakgebied en oogste internationale faam door zijn succesvolle verdediging van de oprichters van Kazaa. Een gesprek met een advocaat in digitale zaken. 'Ik vind dat rechters terughoudender zouden moeten zijn met het toepassen van het eigen recht op grensoverschrijdende, internationale internetgeschillen.'

Christiaan Alberdingk Thijm
©Allard de Witte

Christiaan Alberdingk Thijm (34) kwam in 1996 voor het eerst in aanraking met de juridische aspecten van het internet. Net in de tijd waarin hij zich als advocaat ging specialiseren. 'De eerste zaak waar ik als jonge advocaat bij behulpzaam mocht zijn, was de Scientology-zaak met publiciste Karin Spaink die op haar website materiaal van de Scientology-kerk plaatste.' De sekte stapte naar de rechter en Karin Spaink naar een advocaat. Alberdingk Thijm vertelt dat hij eigenlijk een beetje de waterdrager van die advocaat was. 'Ik mocht de uitzoekklusjes doen, maar mijn aandacht was wel meteen geprikkeld. Ik vond dat een heel spannende en interessante zaak, vooral omdat daarbij het auteursrecht werd toegepast op nieuwe media. In hoeverre had dat de tand des tijds doorstaan en kon je het nog een op een toepassen?' De zaak draaide om de vraag of Karin Spaink auteursrechtinbreuk had gepleegd en of dat dan ook meteen voor de internetserviceprovider gold omdat die gegevens technisch gezien immers op zijn servers stonden, licht de advocaat die zaak toe. 'Strikt juridisch maakte de provider de gegevens dus ook openbaar, en dat is voorbehouden aan de auteursrechthebbende.'

Toepassing van de gewone auteursrechtregels zou volgens Alberdingk Thijm tot gevolg hebben gehad dat internetserviceproviders potentieel auteursrechtinbreuk zouden plegen en dus enorm moesten oppassen met de informatie die zij voor anderen hosten. 'Maar in deze zaak is toen voor het eerst echt gebroken met de technisch gedateerde jurisprudentie en heeft de rechter gezegd dat we internetserviceproviders anders moeten beoordelen. De rechter zei dat de internetserviceproviders slechts de technische voorzieningen leverden om een openbaarmaking mogelijk te maken. Daarmee werd geen inbreuk gepleegd.' Eerder was overigens wel een kabelmaatschappij veroordeeld omdat kabelpiraten gebruikmaakten van diens voorzieningen om na de officiële zendtijd films uit te zenden via de kabel. 'Die combinatie van nieuwe media, internet en het recht vond ik geweldig interessant. Ik besloot mij daar verder in te gaan verdiepen, wat in 2000 leidde tot de oprichting van SOLV, een advocatenkantoor dat zich uitsluitend bezighoudt met nieuwe technologie, media en communicatie.'

Het Nieuwe InformatierechtDe oprichting van SOLV leek een logisch vervolg, maar was toch minder voor de hand liggend dan het nu lijkt. 'In die tijd barstte net de internetbubbel met als gevolg dat alle advocatenkantoren of juristen die zich al enigermate op dit gebied hadden gespecialiseerd er de brui aan gaven. Zij hadden er geen zin meer in; hadden geen vertrouwen meer. Wij zijn toen anticyclisch geweest en hebben gezegd: wij willen dit kantoor beginnen.' Inmiddels bestaat het advocatenkantoor zes jaar en hebben Alberdingk Thijms juridische ervaringen waarin nieuwe media en het recht tegenover elkaar kwamen te staan hun weerslag gevonden in het boek Het Nieuwe Informatierecht. Nieuwe regels voor het internet. 'We hebben in die zes jaar zoveel know how en ervaring opgebouwd dat het moeilijk is om ons nog in te halen. Al is het zeker niet zo dat we de enige advocaten zijn waar je met internetgerelateerde zaken terecht kunt, maar wij zijn wel het enige kantoor dat zich helemaal toelegt op digitale zaken.' Alberdingk Thijm vertelt dat zijn advocatenkantoor zich bezighoudt met technologie, media en communicatie. Elke zaak die het kantoor aanneemt moet een van die drie gebieden beslaan. 'Dat houdt in dat als het bijvoorbeeld met telecom te maken heeft, we dat ook doen. Als we ons alleen op internet zouden richten, zouden we op een gegeven moment passé zijn. Straks is het internet gemeengoed en zijn er niet veel spannende kwesties meer.’ Hij legt uit dat de technieken steeds meer naar elkaar toetrekken. ‘Televisie, telecom en internet convergeren, worden steeds homogener. Datzelfde zie je ook binnen het recht.’