Interview met Wim de Bie
Ouwe lullen moeten weg, ouwe lullen moeten weg, ouwe lullen staan alleen maar in de weg!, zong Wim de Bie in 1984 - met Kees van Kooten. De Bie, ex-'oudere jongere' en de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd, onderhoudt dagelijks zijn Bieslog. Loopt hij in de weg of verdient hij juist r3st3cp?
Voor mensen boven de veertig is Wim de Bie nog altijd een beetje een held. Samen met Kees van Kooten vormde hij decennialang een onvergetelijk televisieduo. Complete generaties groeiden op met Tedje van Es, ir. Walter de Rochebrune en de zwerver Dirk (‘pilsje, Van Kooten?’). In maart 1998 was de laatste uitzending van Van Kooten en De Bie op televisie te zien. Sinds 2002 is Wim de Bie (66) professioneel weblogger; dagelijks is hij voor Bieslog actief. De onderwerpen die hij behandelt lopen uiteen van politieke commentaren tot verhalen over zijn moeder en gadgets van Driek de Gadgetfreak. Zijn eerste bijdrage is elke ochtend al om 9.00 uur te lezen. ‘Dat is een zelfgemaakte regel, om die tijd moet er echt iets staan. Dat betekent wel dat ik om 6.30 uur met de ochtendbladen moet beginnen.’
Wim de Bie ontvangt mij in zijn redactielokaal, zoals hij het tuinhuisje achter zijn huis steevast noemt. Kenners van het werk van Van Kooten en De Bie zien hier het ‘wetenschappelijk bureau van het Simplisties Verbond’ terug. Ook de veranda aan de achterkant van De Bies huis doet vertrouwd aan. Hier kwamen Jacobse en Van Es ooit vragen of 'de tuin wel winterklaar' was. Eenmaal binnen in het tuinhuisje keren we terug naar de tegenwoordige tijd: Wim de Bie is hoofdredacteur van Bieslog. Een hoofdredacteur met een Spartaanse inborst, die niet alleen elke ochtend al vroeg in de weer is, maar die ook de winterse temperatuur die in alle gaten en kieren van het lokaal doordringt, nauwelijks lijkt op te merken. Enthousiast verhaalt hij van zijn eigen weblog. Want als iets in het gesprek naar voren komt, is het wel de liefde waarmee hij zijn website dagelijks van nieuwe inhoud voorziet.
De Bie vertelt over zijn televisieprogramma Spreker: Wim de Bie, uit 1998, waarin hij als ‘toekomstman’ vooruitkijkt naar 2030. Bij het programma hoorde ook een website waar de toekomstman een online-spreekuur hield. ‘Dat was een satirische site met quasi-onderzoek en een webcam. Ten tijde van het programma zond ik elke dag van 9.00 tot 10.00 uur uit. Die site was heel experimenteel; ik heb daar toen van alles op uitgeprobeerd.’ Na dat ene seizoen volgden er andere programma’s zonder uitgebreide website. Toen in 2001 de weblogs verschenen, heeft De Bie meteen via blogger een eigen log aangemaakt. ‘Zo’n site heb je in vijf minuten en ik dacht toen: als je zoiets nu elke dag bij gaat houden en je zet er beeld en geluid op, dan heb je echt een nieuwe manier van uitzenden.’ De Bie stelde zijn plan voor bij de Vpro, de omroep waarvoor hij ook al zijn televisieprogramma’s maakte, waar ze het direct een prima idee vonden. ‘De bedoeling was om het een jaar te doen, maar inmiddels ben ik alweer bijna vier jaar bezig.’ Maandelijks trekt Bieslog ongeveer 180.000 tot 190.000 unieke bezoekers.
De Bie doet aan Vodcast
Het uitgangspunt is te onderzoeken wat een programmamaker met de nieuwe media kan. ‘De bedoeling is ook dat ik het helemaal alleen maak.’ Wel heeft hij een redacteur ter beschikking die hij in geval van nood altijd kan aanspreken. ‘Maar ik plaats het helemaal zelf. Ook de beelden en het geluid worden door mijzelf geproduceerd. De procedures daarvoor heb ik uit mijn hoofd geleerd.’ Hij haast zich te zeggen dat hij geen techneut is. ‘Maar dat wil niet zeggen dat de techniek mij niet interesseert.’ Wim de Bie vindt het zelf helemaal niet raar dat hij op zijn leeftijd zo geïnteresseerd is in de nieuwe media. ‘Ik volg alle artikelen, reclames en advertenties om te kijken wat er wordt aangeboden. Dat Vodcast eraan kwam, was duidelijk: die geruchten gingen al een tijdje. Ik voel dat dit een grote stap is, al kan ik dat niet goed onder woorden brengen. Maar alleen al het feit dat je uitzendingen nu kunt versturen en dat je je er op kunt abonneren is bijzonder. Ook omdat het helemaal los komt te staan van zenders en zenderapparaten.’ Waar deze ontwikkeling toe leidt, weet hij niet. ‘Niemand kan dat voorspellen, maar de Vpro spreekt al van een draagbare omroep.’

De Bie wilde de nieuwe manier van uitzenden, zoals hij dat zelf noemt, ook meteen op zijn eigen Bieslog aanbieden. ‘Ik wil er bovenop zitten, maar dat betekent wel dat je er naast je weblog een soort zendertje bij krijgt dat ook gevuld moet worden.’ Volgens De Bie is het geluid essentieel. ‘Dat is veel belangrijker dan ik ooit dacht: als dat goed is, ga je met elk beeld mee. Ook met beelden op zo’n klein schermpje.’ Op zijn Bieslog liet hij op 7 november zien hoe hij al wachtend op de bus de tijd doodde met het kijken naar zijn allereerste Vodcast. Een filmpje dat niet alleen positieve reacties opriep. ‘Naar aanleiding daarvan ontving ik ook mailtjes waarin mensen mij vroegen: “wat schuift het?”. Misschien is het ook wel een Apple-spot, maar zo is het niet bedoeld. Heb je al wel eens een iPod video in handen gehad’, vraagt hij. Als ik zijn vraag ontkennend beantwoord, ‘moet’ hij toch echt even naar huis om zijn kleinood op te halen. Een paar minuten later is hij terug en demonstreert hij een interview met een boer dat hij voor Bieslog maakte. ‘Zie je wat een perfecte kwaliteit het is? Het beeld is echt gestoken scherp en let ook op het geluid.’ Speciaal voor de Vodcasts werd er een nieuwe camera aangeschaft en om het geluid goed vast te leggen, wordt er een speldje met microfoon gedragen. Een nadeel van Vodcast is wel dat hij ermee naar de Vpro moet, want die kan hij nog niet zelf online zetten.’
‘Even kijken hoe we ervoor staan.’ Enthousiast buigt hij zich voorover naar het computerscherm waarop de iTunes top 100 zichtbaar wordt. ‘Spannend hoor’, roept De Bie. ‘Kijk eens: twee! We staan op twee. En moet je kijken wat ervoor staat: radio 538.’ Om zijn succes meteen te relativeren: ‘in het land der blinden is eenoog koning, dat zie je wel weer. Het publiek zal ook nog niet zo groot zijn, maar ik vind het wel echt leuk.’ Het internet zal gedurende het gesprek nooit ver weg zijn, voortdurend worden voorbeelden al muisklikkend geïllustreerd met websites. De Bie wordt door de Vpro volkomen vrijgelaten in zijn werk. De omroep bemoeit zich nooit met de inhoud van zijn Bieslog. ‘Ze begrijpen ook wel dat het bij weblogs juist om die vrijheid gaat.’ Overigens is het niet zo dat hij nooit iets van ze hoort. ‘Dat is zeker niet het geval; ik kom er bovendien ook vaak. Ik was toch gewend af en toe een filmploeg over de vloer te hebben. Die opnamedagen mis ik wel, samen iets maken geeft ook een hoop plezier. Al zou ik mijn huidige werk niet snel als eenzaam bestempelen.’
De geheime Barend en Van Dorptapes
Zoals gezegd begint zijn dag altijd vroeg; om 6.30 uur neemt hij de Volkskrant ter hand om als die uit is, de andere kranten te gaan halen. ‘Ik heb al van mensen gehoord dat ze weddenschappen aangaan op wat ik uit de Volkskrant haal. Vandaag heb ik nog niet zoveel gedaan; er staat nu maar een regeltje op. Vanochtend was ik naar mijn filiaal in de duinen. Mijn hokje dat daar staat heeft sinds kort ook adsl en daar heb ik er een regel uit een gedicht op gezet. Mijn dag is dus voorlopig nog niet klaar, want één regel kan natuurlijk niet.’ Waarover hij het straks gaat hebben, weet De Bie nog niet. En dat is dan ook meteen een groot verschil met de televisie. ‘Een jaar van tevoren wisten we al wanneer er een cameraploeg zou komen en op welke dagen we in de studio zouden zitten. Het format schreef bovendien voor dat het altijd satirisch moest zijn. Terwijl ik nu alle kanten op kan. Ik mag het nu ook over een film hebben of over een boek dat ik goed vind.’ En als hij zin in een typetje heeft, kan dat gewoon ook: Meneer Houtvast, Driek de Gadgetfreak, Teleman, Willem van Oranje en Mike van der Molen zijn regelmatig terugkerende gasten op zijn site.




De Bie heeft twee door zichzelf opgelegde grondregels waar hij zich aan moet houden. ‘Er moet dagelijks wat op en het moet persoonlijk zijn.’ Over lange tijd gezien, zou je het een biografie in delen kunnen noemen, vindt hij ook. Al gaat hij nooit diep op privé-dingen in. Als De Bie uit zijn eigen geschiedenis put, zoekt hij naar onderwerpen die iets over een bepaalde tijd of generatie zeggen. ‘Ik houd het herkenbaar en denk ook goed na of ik niet over een grens ga. Als ik bijvoorbeeld iets over mijn moeder schrijf, wil ik niet ook het verhaal van mijn zus schrijven.’ Op mijn vraag of hij privé-stukjes van tevoren aan zijn vrouw of zus voorlegt, kan hij kort zijn. ‘Nee. Ik zet het er eerst op en daarna hebben we het er dan wel over. Maar ik denk er altijd goed over na.’
Als ik hem vraag, waar hij het meest trots op is, weet hij dat aanvankelijk niet. Om na een korte bedenktijd te zeggen: ‘zo langzamerhand toch wel op de veelheid. Ook van andere mensen hoor ik dat de grote verscheidenheid aan onderwerpen mijn site zo aantrekkelijk maakt. Je ziet dat er langzaam maar zeker een autobiografie aan het groeien is, aan de hand van foto’s en apparaten.’ Op Bieslog worden bijvoorbeeld allerlei apparaten getoond die de hoofdredacteur in de loop van zijn leven gekend heeft: uiteenlopend van een bakelieten telefoon tot een Acoustic Modem van RadioShack. Het grootste aantal hits op zijn site wordt gegenereerd door “de geheime Barend en Van Dorptapes” die hij in 2003 maakte toen hij in een van de televisie-uitzendingen te gast was. Gefilmd vanonder de gesprekstafel! De Bie vertelt dat de opname wekelijks nog ongeveer 200 à 300 keer wordt gedownload. ‘Zo’n filmpje behoudt blijkbaar zijn aantrekkingskracht. Dat vind ik ook zo leuk aan dit medium: je maakt iets even snel, maar het blijft daarna eeuwig opvraagbaar.’ Bezoekers van zijn weblog kunnen er ook terecht voor downloads, niet alleen vindt men er ringtones, maar ook het complete audioboek van Meneer Foppe is er bijvoorbeeld terug te vinden. En nee, dat is geen uitverkoop of vragen om aandacht voor zijn boek. ‘Het is niet eens meer in de handel, dus ik doe het echt niet om het boek te promoten. Ik geef een oud boek zo alleen een nieuw leven.’
Commentaar bij de koningin
Hoe zijn publiek er uitziet, weet hij niet precies. ‘We hebben nog nooit onderzoek daarnaar gedaan. Maar er zijn natuurlijk veel Van Kooten en De Bie-fans bij.’ Via mailtjes laten mensen vaak weten hoe lang ze De Bie al kennen. ‘Daar zijn ook, en dat is gevaarlijk om te zeggen als oude lul, veel jongeren bij. Die schrijven: ik ben 31 jaar, maar wil u even zeggen dat ik u al sinds die en die tijd volg.’ Bezoekersaantallen van een website zijn onvergelijkbaar met kijkcijfers, vindt hij. ‘Ik zou ook niet weten hoe je met die cijfers om moet gaan en hoe ik de inhoud van Bieslog daarop af zou moeten stemmen. Ik hoop dat men mijn manier van schrijven begrijpt, maar vaak is dat ook niet zo, dan blijkt uit reacties dat de ironie van iets ze ontgaan is.’ Mensen kunnen op Bieslog overigens alleen per mail reageren. ‘Dat wordt mij ook wel eens verweten: mensen roepen dan dat Bieslog helemaal niet interactief is. Al doe ik af en toe wel directe uitzendingen in geluid en als dat met video goed kan, ga ik dat ook doen.’ De Bie krijgt veel reacties; elke dag vindt hij circa 50 à 60 berichtjes in zijn mailbox. ‘Ik lees ze allemaal, maar ik kan ze niet allemaal beantwoorden. Kritische reacties krijgen wel bijna altijd een mailtje terug.’ De leukste reacties noemt hij die uit landen als Australië en China. ‘Dat zijn natuurlijk ook wel Nederlanders, maar dat maakt niet uit.’
Om een volledig stationnetje te maken, zou hij zijn redactie eigenlijk moeten uitbreiden. ‘Het zou natuurlijk mooi zijn als ik iemand mijn materiaal zou kunnen geven, die het vervolgens uitwerkt, waardoor ik ondertussen alweer met een volgend onderwerp bezig kan zijn. Maar dan zou ik hier ook een studiootje moeten maken. Dat soort idealen heb ik wel, hoor.’ Hij zou het liefst elke week een groot portret maken en verder gaan dan het op televisie gebeurt. Daarbij moet natuurlijk wel naar een typische internetvorm gezocht worden. Als voorbeeld noemt hij zijn alternatieve verslag op Prinsjesdag bij de troonrede van Beatrix. ‘Je kon naar Maartje van Weegen luisteren, maar je kon ook voor mij kiezen.’ Op Bieslog kon men Wim de Bie als Robert Pieter ten Bruggenbrink in het redactielokaal zien zitten, maar men kon ook het geluid van de televisie uitzetten om met zijn commentaar naar de beelden van de koningin te kijken.
Hij is nog niet van plan om ermee op te houden. ‘Natuurlijk het is zeer arbeidsintensief, maar ik heb het er graag voor over omdat het zo leuk is en ik steeds nieuwe dingen kan doen.’ Wel denkt hij af en toe met heimwee terug aan de tijd dat hij een half jaar of zelfs een jaar aan een project kon werken. ‘Dit is toch erg kortademig werk. Als ik echt het gevoel krijg dat het teveel korte baanwerk is, stop ik ermee. Maar voorlopig blijf ik toch nog hiervoor kiezen. Het is te leuk. Te leuk.’